Dordrecht, 26-2-2008

Dordrecht
Vandaag een regenachtige dag met windstoten. Voor ons is dat lekker, want dan varen we niet, fietsen is niet aantrekkelijk en een stuk lopen is ook geen optie. Dus hebben we een rustige dag en kunnen eens dingen doen die anders blijven liggen: even ergens achteraan bellen, even de administratie doen, even het reisverslag bijwerken, even iets technisch uitzoeken, even opruimen, enz, enz. Ja jullie moeten je niet vergissen, we hebben het gewoon druk.

Vanuit Amsterdam zijn we per trein naar Holland Nautic in Apeldoorn geweest, voor een cursus kaartplotter/radar van Raymarine, die we bij de aankoop van de apparaten cadeau hadden gekregen.

Door de mist zijn we niet naar IJmuiden gevaren, maar hebben we voor de route, via Haarlem binnendoor gekozen. Het viel niet mee om brugopeningen te krijgen; de telefoon, de marifoon en twee waterstaatmannen op de wal waren er voor nodig om de brugwachters in actie te krijgen. Toen we via de tam-tam op de marifoon van een vrachtschipper doorkregen dat de Kaagbrug tot eind maart gestremd is, gingen de bruggen op onze retourvaart zeer snel open. Het was bijna of konden we het bedienend personeel horen lachen.

Door Amsterdam zijn we ’s nachts gevaren en in Gouda moesten we al om zes uur ’s morgens door de spoorbruggen. De Schipholbrug moest gepland worden om precies twaalf uur ’s middags en de brug bij Alblasserdam ging maar 50 cm open. Liplaats onderweg was moeilijk te vinden, maar als je voor het bordje, verboden aan te leggen, gaat liggen, is er altijd plaats.

In Amsterdam en Rijsenhout hebben we zo’n twee uren gelopen en in Gouda en hier in Dordrecht hebben we zowel lopend als fietsend de stad en omgeving verkend.

Nu regent het dan lekker; maar de havenmeester heeft ons overtuigd dat we het museum aan huis van Simon van Gijn, waar we bijna voor liggen, beslist moeten bezoeken. Het even niets doen begon toch al weer te vervelen.

Amsterdam, 19-2-2008

Amsterdam
Intussen liggen we in jachthaven Aeolus. De Sixhaven hebben we verlaten. Het was een akelige ligplaats achter de palen en met moeite kwamen we op de smalle steiger van twee motorboten. De fietsen naar de kant brengen was helemaal een kunstwerkje en toen we ook nog het normale zomertarief moesten betalen, waren we er gauw klaar mee.

Ook hier bij Aeolus berekenen ze het zomertarief, maar daarvoor heb je dan wel een box met langs-steiger en water en stroom gratis. En wat onbetaalbaar is, hele aardige mensen.
We hebben deze zes weken nog niet in een haven gelegen waar we zoveel tips, goede adviezen en waarschuwingen hebben gekregen. Wat die waarschuwingen betreft, waren we wel wat gewend, we dachten dat we alle redenen om niet op reis te gaan wel hadden gehoord, maar deze week ontdekten we zelf een bedreiging die nog door niemand is genoemd: Op de fiets een vreemde stad verkennen!

Fietsen in het centrum van Amsterdam doe je nooit goed. Stop je voor een stoplicht, dan rijdt iedereen achter bij je op, want iedereen fietst door rood. Rijd je zelf dan uit wanhoop ook maar een keer door rood, is het net op een plek waar de auto’s zo absurd snel optrekken dat je als een bezetene moet fietsen om het vege lijf te redden. Wil je met z’n tweeën naast elkaar fietsen, dan maken ze hun ongenoegen duidelijk, fiets je achter elkaar, dan vliegen ze je links en rechts voorbij. Wel valt ons op dat iedereen als het donker is, heel netjes voor en achter een lampje heeft, al zitten ze dan vaak op de jas of rugzak.

De rijen voor de verschillende museums zijn net zo lang als zomers in de Efteling, De bordjes met daarop, vanaf dit punt duurt het nog één uur of twee uur, ontbreken echter. Voor ons is dit een welkom excuus om geen kaartje te kopen. Ook zijn de herinneringen aan het Rembrandt-jaar nog te vers. Alleen met ellebogenwerk is het in die drukte mogelijk om vooraan te komen staan, zodat je een schilderij ook eens in z’n geheel kunt bekijken.

Nee, we concentreren ons op de points of interest (zelfs op het Waterlooplein spreken de marktkooplui bijna allemaal alleen maar engels) en het “aapjes” kijken. Na twee dagen in het centrum rondzwerven, kiezen we er de derde dag voor om de rustige IJ-eilanden rond te fietsen. Het blijkt wel dat we geen echte stadsmensen zijn, als we de klus- en wasdag een verademing vinden.

Hoorn, 12-2-2008

Markermeer
Het is zomer midden in de winter. Met een gangetje van zo’n twee mijl, fok en grootzeil uit, zijn we naar Hoorn gedreven. Onderweg zien we nog twee zeilers, twee vrachtschepen en één sleepboot, verder is alles stil. Op het geluid van vliegtuigen, auto’s, bouwwerkzaamheden en vogels na.

Cees geeft het schip een wasbeurt en draagt niet eens meer zijn zeilpak, zo warm heeft hij het. Ik zit bij het roer, de boot is precies in balans en stuurt zichzelf. Met twee dikke truien aan geniet ik van de zon en lees ondertussen hoe volgens mijn boek van Dimercurio de Amerikaanse duikbootvloot de wereld voor van alles en nog wat behoedt.

We hebben Fryslân achter ons gelaten, zaterdag zijn we vanaf Workum overgestoken naar Medemblik. De bedoeling was om op zondag nog het Jopie Huisman Museum te bezoeken. Speciaal op internet de openingstijden gescheckt, maar het gewone ouderwetse briefje op de deur wist het beter: Open vanaf 16 febr. Eén hele week in Workum doorbrengen, dat was ons zelfs te gortig, dus het roer om.

Als museum-alternatief hebben we voor het Zuider Zeemuseum gekozen. Aan de kassa verontschuldigde de mevrouw zich voor het hoge toegangsbedrag, terwijl er maar een heel klein gedeelte van de huisjes open was. Wij vonden het wel prima, we weten zo langzamerhand wel hoe armoedig die mensen woonden, alleen lopen door de kleine straatjes in een lekker zonnetje was voor ons genoeg.

We dachten dat we het hele buitenmuseum voor ons alleen hadden gehad; pas de volgende morgen, toen we onze jassen pakten, ontdekten we dat er ook schilders geweest moesten zijn.

Met een laatste blik op de huisjes van Paesens Moddergat, de molen van Himmelum, de regelvisserij van het Bildt en natuurlijk de dorpsstraat van Zoutkamp, wenden we nu onze voorsteven richting Amsterdam.

Galamadammen, 5-2-2008

Galamadammen
Het is vast weer, buien, wind west tot zuidwest rond kracht 6 en water-koud; echt weer om bij de kachel te kruipen en dat ga ik dan ook doen; Cees daarentegen stort zich op de diesel-dagtank.

De dieseltoevoer is nog steeds niet in orde. Ook niet na het vervangen van alle filters en het doorblazen van alle leidingen. Zodra we meer dan 1800 toeren draaien met de motor en ondertussen stevig schommelen, zit de leiding potdicht. Maar nu weten we wat er mis is, we hebben beestjes in de dagtank. Nee, geen tijger maar bacterieen. Die ontstaan in een warmere omgeving, terwijl je de dieselolie langere tijd in je tank laat zitten. Ik begrijp niet dat er in dieselolie beestjes kunnen leven; Cees stinkt intussen zo naar olie, dat wassen nauwenlijks helpt.

Toch zijn we altijd erg voorzichtig geweest bij het tanken. Toen we in 1991 met de Breehorn in voormalig Oost Duitsland en Polen waren moest de dieselolie wel gefilterd worden. Met een nylonkous als filter hielden we daar ijzeren veren, ringen en drab over. Sindsdien gebruiken we altijd een panty. Alleen als de olie rechtstreeks uit een tankwagen komt doen we het zonder.
Natuurlijk gaan dan wel alle tanks compleet vol, wat neerkomt op 1000 liter. Daar doen we dan ongeveer een jaar mee; de kachel brandt er ook op. In de Middellandse Zee verwachten we langer met deze hoeveelheid te doen, alhoewel het nu ook bijna nooit meer onder nul is.

Als oplossing kiezen we voor het schoonmaken van de dagtank en het aanbrengen van een magneetfilter in de aanvoerleiding. Er zit echter geen mangat in de tank. Bij de werf hebben we twee mandeksels besteld, ook direct maar één voor de vuilwatertank. Mocht die ooit ook schoongemaakt moeten worden, dan hebben we alles bij ons.

Op de fiets, tegen de wind in en met de buien hier, gaat Cees naar de werf voor de spulletjes. Gelukkig voor hem heeft Andries Folmer medelijden en brengt hem met de auto terug. Vol goede moed aan het karwei begonnen en nu is het ook helemaal klaar. Meer mag ik er niet over vertellen, jullie weten het wel; als ik de harde woorden weglaat, heeft hij niets gezegd.

Het grootste probleem is echter dat de kachel ook zijn diesel uit deze tank krijgt en op een lege tank is het moeilijk warmte af te geven.