Harlingen, 27-8-2009

Koarnwertersân
Sinds de Oranjesluizen in Amsterdam zitten we wat te bomen over het nut van stewards op de sluis. We namen ons voor, in de volgende sluizen daar eens extra op te letten. Maar op zowel Lelystad als Korwerderzand hebben we ze niet meer gezien.

Misschien hadden ze door de vaaracties voor de ingang van de sluis al gezien, dat hulp niet nodig was. Toen zag het er ook nog veelbelovend uit. In de sluis was er slechts één die alleen een voortouw vast kon krijgen, daardoor dwars kwam te liggen en met veel moeite langszij de muur kwam. Een kleine zeilboot heeft de muur nog gehaald, maar kon direct weer losgooien, de deuren waren ondertussen op de andere kant weer opengegaan. Een motorbootje heeft dat resultaat helaas niet gehaald en een zeilboot had een nieuwe oplossing bedacht. Vaar met de punt van je boot redelijk snel tegen de muur op. Wacht, met je vingers gekruisd, welke kant hij daarna opspringt en probeer hoe dan ook ergens een touw vast te maken.

Zelf heb ik altijd gedacht dat een sluis de ideale plek is om het manouvreren te leren. Uit ervaring weten we immers dat als je een bolder mist, er over een paar meter weer ééntje voorbij komt, en vaak ook nog op verschillende hoogtes. Tevens is het geen enkel probleem als de boot iets uit koers raakt. Op alle andere schepen staat altijd de volledige bemanning klaar om af te duwen en “aanwijzigingen” te geven. En als je bij het schutten een keer je meertouwen niet mee laat vieren en daardoor wel heel erg innig tegen de muur gaat hangen, gebeurt dat je nooit een tweede keer.

Voor de stewards blijven volgens mij maar drie taken over. Ten eerste: De boten die voor hun beurt gaan, terug sturen en een schutting laten wachten; is eerlijker en geeft vóór de sluis ook actie, zodat het kijkerspubliek niet alleen op de rand van de sluiskolk blijft hangen. Ten tweede: Direct voorin beginnen met naast elkaar afmeren; kunnen er veel meer boten in, minder schuttingen en brugopeningen. Afmeren langszij is ook veel gemakkelijker, op die andere boot komen de bolders, als aanpakkende hand, je tegemoet en je hoeft je niet te bekommeren om stijgend of zakkend water. En ten derde: Leer die kapiteins nu eens om zover mogelijk door te varen naar voren!

Of zijn de scholen weer begonnen en zijn de tijdelijke sluismedewerkers aan het studeren geslagen. Dat is meteen het goede punt van het inzetten van stewards. Vakantiewerk moet er zijn, de studiebeurzen zijn tenslotte erg sober. Als dat dan werk is, in de buitenlucht, met mensen die vrij zijn en dus een fleurig humeur hebben en op een locatie waar altijd wat gebeurd, dan kan ik me geen leuker zomerbaantje bedenken.

Schellingwoude, 20-8-2009

Spaarndam
Hoe komen wij hier verzeild in het kleine, ongeveer 80 liplaatsen tellende haventje van de wsv Zuiderzee? Het is de laatste dagen drukkend warm geweest en ons voornemen om in Haarlem de stad in te trekken, hebben we laten varen. Ook Amsterdam leek ons te broeierig. Deze twee steden zetten we wel op het lijstje: Nog weer eens te bezoeken.

De hele dag luisteren we de marifoon uit. Rond Amsterdam is dat verdeeld in blokken. Zo hoor je alleen de berichten die op jouw eigen stukje van toepassing zijn en dat geeft een stuk rustiger radioverkeer. Nadeel is dat er niet meer op kanaal 16 wordt uitgeluisterd en de windwaarschuwingen niet op de blokkanalen worden doorgegeven. Toen we dan ook de Oranjesluizen binnenvoeren, hadden we nog niet van een weeralarm gehoord.

Het is logisch dat na zulke hete dagen er onweer komt, en we hadden ons al voorgenomen om niet het IJsselmeer op te gaan, maar een ankerplaats voor Durgerdam te zoeken. In de sluis komt een steward, is daar geen Nederlands woord voor, op ons af en vraagt of we van het weeralarm hebben gehoord. Nee dus. Nu, er wordt gerekend op windstoten van rond de 110 km per uur.

Hé wat hebben we daar een hekel aan. Natuurlijk weten we wel dat dat veel wind is, maar hoeveel. Waarom kunnen we niet afspreken dat we voor de wind één “maat” gebruiken. Moeten we km/uur omrekenen naar mtr/sec en dan opzoeken in de tabel hoeveel Beaufort dat is. En ja het is veel: 11 Beaufort! Dus bedankt mannen, eigenlijk jongens, we gaan niet voor anker, maar zoeken een meer beschut plaatsje.

Dat is dus hier in Schellingwoude, direct noord van de Oranjesluizen, geworden. De kopsteiger was nog vrij, zoveel gasten komen hier niet. Iedereen vaart, met de blik op het IJsselmeer of Amsterdam, voorbij. Voor de betaling bij afwezigheid van de havenmeester, één Euro de strekkende meter, staat het gironummer op de deur. Wie zegt er nu nog dat mensen uit de grote stad elkaar niet vertrouwen?

Met ons komen er nog 4 schepen beschutting zoeken achter de dijk met hoge bomen. De rest vaart gewoon het meer op. Wie is verstandig? Het fototoestel ligt klaar, dat wordt een foto van een vliegtuig met onweersflitsen op de achtergrond, bomen die dubbel vouwen, zeilboten die alleen door de windvang van de mast al helling maken of dikke regenbuien met hagelstenen. De eerste bui is de moeite niet voor een foto, maar daarna kwam er helemaal niets meer. Dus geen foto’s. We zijn bijna een beetje teleurgesteld.

Nu volgen we de discussie op tv over wel of niet een weeralarm. Volgens ons kan het woord wel anders, maar de waarschuwingen moeten gewoon blijven. We zijn allemaal grote mensen, let op; ik schrijf niet: wijze, en een ieder kan met de boodschap doen wat ie wil. Wij waren in ieder geval er wel blij mee: het dek is eens extra goed opgeruimd, de meertouwen zijn kritisch nagelopen, er waren aardige mensen in een haven die we anders voorbijvaren en de supermarkt is op fietsafstand. Alleen zou ik tegen het KNMI willen zeggen: Dat voornemen om voortaan het weeralarm voor een kleiner gebied te geven, lijkt mij een dom idee, als je het voor heel Nederland al niet kunt.

Veerse Meer, 13-8-2009

Breezand
Wat, voor ons, misschien moet ik wel zeggen voor mij, het varen binnen door Nederland zo aantrekkelijk maakt, is dat het getij ontbreekt. De batterijen kunnen uit de wekker. Als we ’s morgens wakker worden, steek ik mijn hoofd door het voorluik: regent het, dan draaien we ons nog een keertje om. Schijnt de zon, dan draaien we ons ook nog een keertje om, maar blijven wat korter liggen.

Nu de útfanhûzers er zijn, worden we zo rond zes uur gewekt. Alleen deze wekker heeft iets bijzonders, hij begint met het alarm: mem, heitie. Maar zodra men op het logeerbed over gaat op snooze, gaat het alarm verder met: beppe, pake. Ook van omdraaien is geen sprake, enkel van nog een uurtje rekken. Daar staat weer tegenover dat we nu wel elke morgen uitgebreid ontbijten en er meer dag overblijft.

Het weer werkt gelukkig mee. Het is lekker warm en er kan volop gezwommen worden. Natuurlijk betrekt de lucht op de avond dat we willen gaan barbequen. Als het dan ook nog gaat regenen, wordt het bbq-en in de koekenpan op het spiritus-stel. Ook helemaal niets mis mee, we hebben het ons goed laten smaken.

Het Veerse Meer hebben we nu wel van voor naar achter bevaren, het wordt tijd voor wat anders. Morgen willen we verder door Zeeland trekken. Via de Oosterschelde gaan we door de sluis bij Bruinisse, de Grevelingen op.

Veerse Meer, 6-8-2009

Veerse Meer
Het is toch even wennen om weer met z’n tweeën aan boord te zijn. Popke is vanuit Breskens terug gegaan naar zijn huis, om in de resterende vakantieweek de tuin op te knappen. Wij moeten ook nodig weer aan het werk. Er ligt een stapel was, de voorraadkast laat stukken bodem zien en de kleine-klusjeslijst wordt te lang. Wat we nodig hebben is een plek waar we zo lang we maar willen rustig kunnen liggen en het havengeld een lachertje is: dat wordt ankeren op het Veerse Meer!

Zolang we in het Kanaal door Walcheren varen, weet het weer nog niet precies wat het wil. Het is wel warm, maar het regent ook zo nu en dan. Zelfs met een buitje schutten we in de sluis naar Het Veerse Meer. Dan breekt de zon door en de rest van de week is het gewoon warm Middellandse Zee weer. We gaan zelfs diverse keren zwemmen in het toch zoute water, met ook een kwalletje zo hier en daar.

Cees maakt het onderwaterschip schoon; voor zover hij er bij kan. Dat zal een rare aanblik geven als we zeilen; de bovenste vijftig centimeter rood en dan de rest alg-groen. Gelukkig is het eigenlijk te warm om veel klusjes te doen. Je hebt dan niet zo’n schuldgevoel als je lui in de kuip, bij een hapje en een ijskoud drankje, een boek zit te lezen.

Elke dag gaat het anker er in. Aan de steigers zijn de vrije stukjes te klein of niet diep genoeg. Eigenlijk vinden we dat ook het fijnst; geen buren, geen winkels en geen internet. Dat is niet helemaal waar, dat van dat internet, we willen graag foto’s op de site zetten, kunnen jullie ook een beetje meegenieten van onze luie week, waarin we steeds ongeveer twee mijl opschuiven naar de volgende ankerplek. Zo bekijken we het hele meer. We blijven hier tot volgende week maandag, dan krijgen we “útfanhûzers”. Dus hebben we nog een dag of drie om onze boot pake- en beppesizzer-proof te maken.

Koersbericht

DatumVertrekhavenVertrektijdAankomsthavenAankomsttijdDagafstand
31-7Nieuwpoort08:15Zeebrugge12:5030 nm (54 km)
01-8Zeebrugge09:15Breskens11:4521 nm (38 km)

Nieuwpoort, België, 30-7-2009

Pas de Calais, Frankrijk
De 63 zeemijl van Dieppe naar Boulogne-sur-Mer hebben we zondag de 26ste bijna helemaal gezeild. Toen we de haven al zagen, zat de wind zijn werkdag er op. De motor moest er nog bij om het laaste uur, op een knobbelige zee, een beetje op te schieten. Om zes uur hadden we een kopsteiger te pakken. Die was wel door iemand anders telefonisch gereserveerd, maar zodra de bestellende boot binnen komt, geven we wel door dat de beloofde plek bij ons langszij is.

Maandag is Popke overgekomen om een week met Cees mee te varen. Ik zal dan weer met de auto gaan. Echter deze keer ben ik mijn eigen chauffeur. Dat zal wennen zijn, sinds april zijn we al zonder eigen auto en daarvoor reed ik ook niet veel meer. De geduldige auto-eigenaar geeft me eerst nog een rijles. Op de heenweg naar het winkelcentrum buiten Boulogne, neigt het naar gezakt, maar op de terugweg, kan het er mee door.

Dinsdag willen ze vertrekken en Cees haalt nog snel een stokbrood. Hij koopt er direct maar twee. Aan het begin van de overkapte loopbrug zit al twee dagen een oude vrouw, keurig opgemaakt, in een rolstoel te bedelen. Op een stapeltje oude kleren ligt haar hond. De dag ervoor begon het heel hard te regenen en zat ze net onder een lekkend gat in het afdak. Ze bleek toch te kunnen lopen, en ook wel redelijk snel. Cees geeft haar een stokbrood: "Als je elke dag stipt, zo vroeg op je werk bent, heb je wel een beloning verdiend".

Met de auto, het rijden went al weer, zoek ik, nou eigenlijk TomTom, Cap Gris Nez op. De "Antje C" rond die kaap redelijk dichtbij en dan kan ik wat foto's maken. Daarna in één stuk door naar Gravelines, waar we voor de nacht hebben afgesproken. De haven met sluis is via een invaartkanaal van ca. 1 mijl te bereiken. Omdat ik de boot de eerste uren nog niet verwacht, loop ik tot het eind van de strekdam en zoek een plaatsje in de luwte. Daar in de zon, met het 551 pagina's tellende boek "Het spel van de engel" van Carlos Ruiz Zafón, kom ik de tijd wel door.

Ondertussen houd ik een oogje op het in- en uitvarende verkeer. Dat is gemakkelijk, want er komt niemand binnen varen en er gaat ook niemand uit. Als Cees en Popke na drie uren in de buurt zijn, volgt er telefonisch overleg. Ja, het zou moeten kunnen. Nee, niemand doet het. Ja, meer naar binnen is vaardiepte genoeg. Nee, tussen de invaart van de strekdammen zijn nog steeds witte schuimkoppen op de golven te zien. Oké, dan wordt het Duinkerken.

Gisteren zijn we in Nieuwpoort aangekomen. Geen Franse weerberichten meer, maar de Belgische: Voor donderdag harde wind, variërend van 6 tot 9 Beaufort. Dus zijn we vandaag met z'n drieën met de auto op pad geweest. Heb ik lekker twee privé-chauffeurs.

Koersbericht

DatumVertrekhavenVertrektijdAankomsthavenAankomsttijdDagafstand
28-7Boulogne-sur-Mer10:15Dunkerque18:4554 nm (97 km)
29-7Dunkerque08:45Nieuwpoort12:2019 nm (34 km)