Dokkumer Nije Silen, 13-9-2009

Dokkumer Nije Silen
We zijn weer thuis.
Van de 21 maanden die we weg zijn geweest, hebben we daadwerkelijk 12 maanden gevaren. Daarin 3400 mijlen, oftewel 6.300 kilometer, afgelegd. Aan motoruren komen we op een totaal van 402,4. Als we voor aankomst en vertrek per haven één uur motortijd rekenen, blijven er 220 over. Snelheid ca. 6,5 mijl per uur en dan zijn er, het blijft een ruwe schatting, 1400 mijlen op de motor gevaren en 2000 gezeild.

Wat dieselolie betreft, hebben we 1615 liter verbruikt. Alleen in de eerste maanden van 2008 is voor de verwarming de dieseloliekachel gebruikt, de daarop volgende winter is dat gebeurd door het electrische kacheltje. Trekken we de liters voor kachel en fornuis af, dan komt het verbruik van de motor op minder dan 4 liter per uur. De dieselolie, gewone witte, is gekocht op Geurnsey, vorig jaar voor 0,67 en dit jaar voor 0,56, maar dat zijn wel bedragen in Geurnsey Ponden. In Euro,s omgerekend is dat 0,858 en 0,659 de liter.

In totaal hebben we de afgelopen twee jaar 183 keer afgemeerd in een haven, vastgemaakt aan een boei of ons eigen anker gebruikt. Aan havengeld hebben we 7.446,68 Euro betaald; het grootste deel van dit bedrag in Frankrijk, en wel 6.258,58. Op 16 plaatsen konden we niet betalen: omdat de computer van de havenmeester stuk was, omdat de havenmeester solidair was met de staking en blokkade van vissers, omdat de havenmeester niet bereikbaar was tussen zeven uur ’s avonds en acht uur ’s morgens, of omdat we gewoon een boei leenden. De duurste haven die we gehad hebben was Dieppe, waar we 47,10 Euro per nacht betaalden. Het was trouwens ook de enigste haven waar je verplicht de bootpapieren mee moest nemen naar het havenkantoor.

Brugwachters moesten voor ons 228 keer een brug openen en sluiswachters hebben we 45 keer aan het werk gezet. Sluizen, vooral in Frankrijk, die de uren rond hoogwater open staan, zijn niet meegeteld, ze werden niet speciaal voor ons bediend. Omdat we zowel op de heenreis als de terugreis binnen door Nederland zijn gevaren, hebben de Nederlandse ambtenaren het meeste werk van ons gehad; 208 bruggen en 35 sluizen.

De douane van Nederland heeft zich alleen, vorig jaar, laten zien in Vlissingen. Van de Belgische douane weten we niet hoe ze gekleed gaan en in Frankrijk zijn we meerdere malen gecontroleerd, zowel door douane als kustwacht. Een keertje met een snelle rubberboot, drie maal met een motorboot en twee keer vanuit de lucht. In de havens zijn ze vier maal aan boord geweest. De boot is van voor naar achter helemaal doorzocht door de snelle rubberbootgroep tussen Boulogne-sur-Mer en Calais en toen ook door hen op de foto gezet. Ze hebben niets gevonden, dat kon ook niet, er was niets te vinden.

Gemiddeld haalde onze website een kijkcijfer van 500 per maand. Het is de bedoeling dat we voortaan aan het einde van de maand op www.antjec.blogspot.com een update gaan geven over wat we doen of niet doen. Zodra we weer op reis gaan, hopen we dat we weer elke week iets interessants te melden hebben.

Wijns, 10-9-2009

Miedumerdjip
Als je kijkt naar de 33 mijlen die we deze week hebben gevaren, dan moet je wel denken: die beiden zijn lui geweest! Nee hoor, we hebben het in tijden niet zo druk gehad. De grote fok moest naar de zeilmakerij, er waren verjaardagen in te halen en heel veel boodschappen te doen.

Gelukkig hadden we de auto binnen handbereik en konden we een ronde maken langs alle dorpen en steden met winkels van enig belang. En het belangrijkste; we zijn geslaagd. Dus over veertien dagen zijn wij als vader en moeder van de bruidegom, ook in “de pronk”. Alleen moeten we de ronde nog een keer maken. Er moeten diverse kledingstukken korter gemaakt worden; zouden we gekrompen zijn in de Franse zon?

Als we wilden, zouden we in een dag naar Dokkumer Nieuwe Zijlen kunnen varen. Maar op de één of andere manier, willen we het weer thuiskomen zo lang mogelijk uitstellen. Nu voelt het nog steeds een beetje als op reis zijn. Weer in de jachthaven wordt je zo met de neus op de feiten gedrukt.

Maar het vooruit kijken is ook al weer begonnen: een weekje jachthaven en dan door naar de Reitdiephaven in Groningen. Onze trouwlustige zoon woont tenslotte aan die haven. Dan natuurlijk feestvieren en weer bijkomen en dan terug naar het Lauwersmeer. Even kijken hoe het met “ons” meer is.

Eernewoude, 3-9-2009

Sitebuorren
Hier op de steiger, in de kranten en voor de televisie, is op dit moment maar één ding belangrijk: Mag Laura een zeiltocht om de wereld maken? Na wat heen en weer gepraat, komen wij tot de ontdekking, dat wij eigenlijk helemaal geen mening hebben. Van ons mag iedereen zelf doen wat ie wil, als ie natuurlijk niemand anders daarmee schaadt, maar, hier zijn wel heel veel maar-en.

Dertien jaar is toch wel erg jong, maar wat zegt leeftijd. Is er over twee jaar zoveel veranderd? Of is zeventien een betere leeftijd. Niemand kan dat voorspellen. Op tv lieten ze een stukje van Henk de Velde zien, waarin hij tijdens een lange tocht op de oceaan emotioneel werd en als een huilend wrak over kwam. Op een lezing van hem, die wij jaren terug in Lelystad bijwoonden, gebeurde hetzelfde. Hij huilt zeker heel gemakkelijk.

School is ook zo’n punt waar men over valt. Nou en, als je twee jaar school later inhaalt, is er toch niets overboord. Misschien leer je op zo’n tocht wel veel waardevoller dingen. Maar het argument van zelf studeren onderweg, dat gelooft toch geen mens. Naast zeilen, reparaties, onderhoud, navigatie, koken en slapen, blijft daar echt geen tijd voor. Als haar dat wel lukt, en ze kan die zelfdiscipline opbrengen, dan is het een wonderkind.

Het moet natuurlijk niet zo zijn als wat je wel ziet bij paardrijden of schoonheidswedstrijden. Vader of moeder is dan enthousiast over die tak van sport en had daarin zelf wel wat meer willen bereiken. Voor het kind wordt dan alles gekocht en geregeld. Maar valt deze boot van haar wel onder de CE-categorie A, geschikt voor de oceaan?

Ja wat blijft er dan nog over aan kritiek, de voorbereiding? Daar zal haar vader wel bij geholpen hebben. Zij heeft vast niet zelf al zoveel geld dat ze een boot kan kopen en ook nog eens dure apparatuur en vooral niet te vergeten, de bespottelijk kostbare, waterkaarten aan kan schaffen. Ook haar persoonlijke voorbereiding in het alleen dag en nacht door zeilen, komt niet helemaal uit de verf. Eén dingetje is in ieder geval al mis gegaan in de planning, ze had beter eerst kunnen vertrekken en daarna roepen waar ze mee bezig was.

Als je alles op een rijtje zet, dan blijven we zeggen: Ze moeten het zelf maar weten. Maar ik ben erg blij dat mijn kinderen niet zulke plannen hebben gehad op hun dertiende.