Starum, 28-8-2010

Iselmar
Het was een stormend, stortbuiend en onwerend weekje. Tijdens de sailout van afgelopen maandag regende het zo hard, dat in Amsterdam straten onder liepen en er in onze rubberboot meer dan 10 cm water stond. Het publiek bleef thuis, maar wij waren er bij. In de buurt van de Coentunnel aan het Noorzeekanaal hadden we een plekje gevonden om voor de nacht te ankeren en ’s morgens zijn we aan twee palen dichter bij de uittochtroute gaan liggen.

De volgende dagen gaven het zelfde weertype en omdat we flauw waren van het schommelen door de groene watertaxicatamarans zijn we woensdag door de Oranjesluizen gegaan. Met een stormachtige ruime wind, met een kracht van boven de 30 mtr/sec staken we over naar Enkhuizen. Alleen met de grote fok en dan ook nog voor een stuk ingerold was het hele Markermeer bijna voor ons alleen. Gelukkig was de zon er om de temperatuur een beetje aangenaam te houden.

In de sluis trok de wind nog meer aan, ging het onweren en werd er een weeralarm van kracht. Sorry Gerdjan, zo komen we nooit op tijd terug in Fryslân voor je verjaardag. Dan maar ankeren in de kom bij het openluchtmuseum. We moeten toch boodschappen doen. Ook daar hebben we twee dagen gewacht op beter weer, maar dat zat er wederom niet in.

Als ze voor vandaag, zaterdagochtend, betere voorspellingen geven en de buien met veel regen, onweer en harde windstoten pas later op de middag verwachten, gaat het anker ’s morgens al om acht uur op. Het is druk op het IJsselmeer. Samen met een gedeelte van de 730 schepen van de 24-uurs race zetten we een koers naar Starum uit. Drie onweersbuien, met draaiende sterke winden van west naar oost, later en samen met verscheidene wedstrijdopgevers lopen we voor elf uur de Johan Frisosluis binnen. De volgende vuurwerkbui gaan we wel vanaf een beschut aanlegplekje bekijken.

Spaarndam, 21-8-2010

Amsterdam
Door de harde westenwind van de laatste dagen, lukte het pas afgelopen vrijdag Amsterdam te bereiken. De tallships lagen dus al allemaal aan de kades afgemeerd, maar daar hebben we nauwelijks iets van gezien. Het was zo ontzettend druk op het water, dat al onze aandacht nodig was bij het er tussendoor laveren op het IJ. De stootwillen moesten zelfs uit om de verschillende botsboten van ons af te houden.

De politie zorgt er voor dat iedereen de stuurboordwal houdt en daardoor krijg je dan een soort snelweg met in het midden een klein stuk open water. Jammer genoeg mis je de rij/vaarstroken, zodat de kolkende massa wel dezelfde kant op vaart, maar kriskras door elkaar. Ook wordt de middenberm naar behoefte breder gemaakt voor passerend vrachtverkeer. Daar tussen door steken dan nog de vele ponten over. Je mindert dan vaart om een gaatje open te laten en hoopt dan de rechter-, linker- en achterburen niet toevallig een andere kant opkijken, net een flesje ontkurken of een hand uitsteken naar de hapjes, anders schuift de hele handel op elkaar.

Daarnaast zijn er nog rondvaartboten en oude driemasters met gasten die niet het hele rondje varen en plotseling besluiten om naar de andere weghelft over te steken. Omdat het hard waait en ze geen boegschroef hebben is de draaicirkel gigantisch en vormen ze een enge wegversmalling. Niet iedereen komt er krasvrij door, wat in deze tijd van recessie weer volop werk voor de winterschilder oplevert. Wij kunnen iedereen ontwijken en proberen ergens een ligplaats te vinden.

Misschien kunnen we langszij bij Wubbo Ockels met zijn vier miljoen kostende CO2-neutrale Ecolution. Onze Antje C is ook een groene zeilboot met zes zonnepanelen en een windgenerator. Deze zomer hebben we slechts twee uur walstroom gebruikt voor de wasmachine, de rest van de was is op handkracht gedaan. Alleen moet de dieselolie nog worden vervangen door biodiesel, maar dan vaar je op de motor altijd in zo’n patatlucht en dat is niet bevorderlijk voor de lijn.

De ligplaats langszij is niets geworden en ook in de stad konden we geen vrije vijftien meter vinden. Daarom zijn we naar Spaarndam uitgeweken. Daar hebben ze midden in het water een wachtsteiger gemaakt voor de twee sluizen, één naar Haarlem en de andere naar de stad zelf, en de verkeersbrug in de A9 naar Beverwijk. Wij hebben zelf bedacht dat je hier ook best mag wachten tot de uittocht van Sail 2010 op aanstaande maandag.

Koarnwertersân, 14-8-2010

Heech Afgelopen dinsdag mocht ik kiezen wat we gingen eten en waar we die dag naar toe zouden gaan. De één is kip met gebakken aardappelen en witlof in honingsaus geworden en vruchtenyoghurt toe. De andere was het IFKS skûtsjesilen op de Heechermar. En we troffen het; er stond een windkracht vijf met uitschieters en dus lagen we de hele dag voor anker langs het wedstrijdveld flink te schommelen. Voor deze keer maar geen slagroom op het toetje.

Over de zeilvoering waren de schippers het gelukkig niet eens. Sommigen hadden alle zeilen bijstaan, velen hadden één keer en een enkeling zelf twee keer gereefd. Die met alles er nog op houden we in de gaten, ze gaan soms wel heel erg scheef. Als cadeautje voor mijn verjaardag zal er toch wel eentje omgaan? Siete Meeter uit Leeuwarden met zijn “Sûn en Wol” bracht mijn wens in vervulling door de grootschoot net iets te lang vast te houden. Niemand raakte gewond, zodat ik nu zonder schaamte kan toegeven dat je toch stiekem hoopt dat er iemand om slaat op die dag dat jij er bij bent.

Deze zomer zijn we twee keer naar het skûtsjesilen geweest, maar het is meer dan dertig jaar geleden, dat we de laatste keer naar een kampioenskips-silerij zijn wezen kijken. Toen was het bij een wedstrijd op de Veenhoop, voor anker met de motorboot van Cees z´n vader. Veel kijkers met boten en allemaal voor anker, draaiende winden, golven van een kleine meter hoog door zeilende skûtsjes op ondiep water en dus een onmogelijke knoop van ankertouwen en kettingen. Naast het omslaan van een skûtsje het andere vermaak bij deze wedstrijden.

Destijds bleef ons anker gelukkig vrijgezel en we genoten dan ook volop van de ruzie bij de buren. Het was een koude dag en ze vertikten het om het water in te gaan. Er kwamen messen aan te pas om touwen door te snijden. Tegen de avond toen iedereen naar huis was, besloten we om een zoekrondje te maken. We zijn al aan het plannen maken om onze Friendship 28 te bouwen en het budget is van dien aard dat een gratis anker erg aantrekkelijk is. Na lang zoeken en blauw van het niet al te warme water, hebben we geluk. Jaren later kregen we op het Lauwersmar iets in de schroef en wilden snel voor anker gaan, maar: Vergeten het ankertouw vast te maken! In de Zoutkamperril bij Schildhoek hebben we ons “skûtsjesanker” terug gegeven aan het water.

Lemmer, 7-8-2010

De Lemmer
Voor volgende week moeten er feestelijke boodschappen worden gedaan. Aan de oostkant van het IJsselmeer is Lemmer de plek met de meeste winkels en daarom zijn we nu hier. Wel heeft het gisteren ons de hele dag gekost om er te komen.

In Makkum staan we op onze vaste tijd op, drinken op ons gemak koffie, ruimen binnen alles een beetje op en doen de afwas. Dan wordt de boot zeilklaar gemaakt en luisteren we nog even naar weerman Piet. Wind zuid 5 tot 6. Dat is snel zeilweer, maar over de richting zijn we niet tevreden. Heeft Piet gelijk of is ie vanmorgen wat narrig uit bed gestapt met een pestbui.

Om elf uur zijn we startklaar en met een koers van 180 graden wordt het laveren. Grootzeil met twee fokken er op en met een flinke groep zeilers beginnen we te zigzaggen. Twee en een half uur later zien we de grote bouwloods van Makkum nog duidelijk staan, is er al gereefd en hebben verscheidene zeilers al afgehaakt en zijn motorboot geworden.

De deining is niet erg prettig en daarom proberen we een gunstige slag, een beetje in de luwte van Molkwar, te maken zo dicht mogelijk naar de wal bij Hylpen. Uit die haven komen nieuwe enthousiastelingen. Eentje heeft de schoten strak aangetrokken, maar zeilt een bijna voor de windse koers. Wij hebben de zeilen over bakboord en hij over stuurboord en dus hebben wij voorrang maar we houden hem in de gaten.

We komen natuurlijk precies op ramkoers en op het laatste moment wijken wij dan maar uit, je had het kunnen verwachten, gezien de zeilvoering. Gelukkig is de andere boot standvastig in zijn koers, dus worden we geen botsbootjes. Nu we zo close langs hem gaan is er alle gelegenheid om hen uit te leggen hoe de regels zijn. Omdat het Duitsers zijn, herhalen we het ook nog een keer in die taal.

Hé, lekker dat foeteren lucht op. We kijken die kant van Starum nog eens op. Het is niet eens zo ver meer. Misschien nog vier keer door de wind en dan moeten we de hoek van het Vrouwenzand wel kunnen ronden. Dan krijgen we daar ruime wind, trekken de reef er uit en zijn we in een mum van tijd in Lemmer.

Dat had gekund, als Piet het weer zo gelaten had. Maar op de middag wordt de wind steeds minder. Het laatste stuk moeten we weer laveren. Soms met de fok uitgeboomd pal voor de wind en dan weer zo dat de fok net langs het grootzeil de wind pakt. We houden vol en na zevenen komen we in windstil weer aan. Het ideale weer om tegenover Friese Hoek voor anker te gaan.

Starum, 31-7-2010

Starum
Door de Prinses Margrietsluis van Lemmer gaan de zeilen omhoog en kiezen we een westelijke koers. We willen een nacht aanleggen bij het vogeleiland De Kreupel, ongeveer 4 mijl uit de kust voor Medemblik. Er zijn volop aanlegplaatsen in de nieuwe haven, maar er liggen nauwelijks boten. Inmiddels weten we waarom.

Rond de haven zijn randen van stortstenen gemaakt met daarin op verschillende plaatsen openingen van zo’n vijf meter breed. Het levert een mooie doorstroming van vers water in de haven op, maar betekent tevens dat als het hard waait uit het westen of zuid tot zuidoosten, er altijd golven binnenlopen. Je blijft schommelen. De enige vogels die redelijk dichtbij zitten, zijn Kokmeeuwen. Niet echt bijzonder en ze hebben in die kolonies een heidens kabaal. De andere vogels zijn zelf vanaf de vogelkijkhut alleen met een heel, heel dure verrekijker te zien. Voorzieningen zijn er verder niet aangebracht, maar het havengeld is één Euro per meter plus toeristenbelasting.

Door naar ankerhaven De Ven en daarna Trintelhaven aan de dijk van Lelystad naar Enkhuizen. Daar blijven we een extra dag met wind en heel veel regen en meer dan dertig zwaluwen op de zeerailing liggen. Er moet warm zeepsop aan te pas komen om de boot weer schoon te maken als we doorvaren naar Enkhuizen voor de broodnodige boodschappen.

Vandaag stonden er twee opstappers in Starum op ons te wachten om naar het Skûtsjesilen op ‘t IJsselmeer te kijken. Als we opstaan regent het al en volgens het KNMI waait het vijf Beaufort. Als we niet verwacht werden op de Friese kant, waren we lekker blijven liggen in ’t Hollandse, maar afspraak is afspraak. Voor de wind, KNMI het waait intussen zo’n zes met uitschieters van zeven, racen we naar de overkant. Gaat dat Skûtsjesilen met zoveel wind wel door?

Gelukkig zwakt de wind op de middag wat af en gaan de skûtsjes toch los. De golven blijven redelijk hoog en op de motor hotsebotsen we rond het wedstrijdveld. Na twee valse starten pakken Heerenveen en Joure de kop en dat blijft de hele wedstrijd zo. Echt spectaculaire acties blijven uit. Er slaan geen boten om, niemand valt overboord, geen aanvaringen en de zeilen blijven heel. Alleen heel veel stuifwater voor de kop en een enkel protestvlagje. Nu liggen we in Starum tussen de feestmuziek, achteraf dus toch de moeite waard.