Dokkumer Nije Silen, 31-10-2010

Blankenberge, België
Op onze grens met België ligt natuurgebied Het Zwin en op de Frans-Belgische noemt men zo'n stuk niemandsland De Westhoek. Daartussen ligt volgens de boekjes een lineaire verstedelijking, maar wij noemen dat één lange rechte boulevard van een kleine 70 kilometer lang. Op die kustlijn, van exact 66,6 km zijn meer dan 500 hotels gebouwd, wat met elkaar 27.000 toeristenbedden oplevert, voor de combinatie strand en winkelen. Gezien en gezien worden.

Niet echt ons ding en dus concentreren we ons op de havens. De laatste twee jaar hebben we drie van de vier zeehavens nog met de boot bezocht, Blankenberge hebben we overgeslagen, omdat de haven in de aanloop veel ondieper is. We zoeken een parkeerplek en trekken de wandelschoenen aan. De jachthaven is enorm uitgebreid in vergelijking met ons laatste bezoek per boot, meer dan twintig jaar terug nog met de Friendship 28, op een zomervakantie in de route naar Engeland. Het is een herfstachtige zondag met mooie luchten, regenbogen en heel veel regen. Op de pier zoeken we een hoekje om te schuilen. De golven zijn zo hoog dat door de vlonders op het eind van de pier het water omhoog spuit. Je kunt met recht zeggen dat we door en door nat waren. Snel terug naar de auto.

Rivieren of stromen die vanaf de kust dieper het land in gaan met behoud van eb en vloed, heeft België niet. En zo zijn we na een extra autorondje in De Haan en De Panne al bijna op Frans grondgebied. Op de grens tussen Duinhoek en Charrière stoppen we voor Belgische frites, die achteraf toch nog Franse blijken te zijn. We kijken de plaatselijke drukte een tijdje aan. Het zijn voornamelijk Franse nummerborden. Ze stoppen op de Belgische kant twee keer. Bij de tabaks/drankwinkel halen ze een plastic tas vol sigaretten en daarna wordt bij de benzinepomp de auto helemaal volgetankt.

Ja dat gedoe met die stakingen zorgt in Frankrijk voor brandstofschaarste. De regering wil de pensioenleeftijd verhogen, en daar is men op tegen. Lange rijen voor de tankstations of lege dieselolietanks. We zitten te dubben, wat gaan we doen? Onze ervaring met Franse stakers zijn niet altijd even prettig. Ze maken van een stakingsdag niet een gezellig dagje uit, zoals bij ons, maar gaan echt over tot actie. Afsluiten van havens, er moet altijd wel iets in de brand worden gestoken en we denken dat we ons ook niet populair gaan maken door te vertellen dat wij al gestopt zijn met werken en ook nog graag hun laatste restje dieselolie willen tanken. Het besluit is gevallen, we gaan terug naar de boot!

Westende, België, 25-10-2010

Doel, België
De Schelde volgen is gemakkelijker gezegd dan gedaan. In de steden en dorpen, liggen de fabrieksterreinen langs het water en die zijn meestal niet open voor toeristen. De oudere weggetjes zijn erg smal en zijn nu alleen toegankelijk voor wandelaars en fietsers. Trouwens de Schelde wordt hier, het stuk van Antwerpen naar Gent, Zeeschelde genoemd. Ten zuidoosten van Gent, wordt door de sluizen van Merelbeke het eb en vloed gestopt. Drie grote zijarmen hebben we gevonden. Langs de zuidoever, tegenover Rupelmonde de Rupel, die zich later weer deelt in de Nete en de Zenne. En bij Dendermonde natuurlijk de Dender. De Durme gaat tegenover Weert, naar het noorden, richting Lokeren.

Eigenlijk vinden we de rivier maar saai, de plaatsnamen van de verschillende dorpjes zijn veel leuker. Zo komen we door Schellebelle, Heusden, Appels, Lauwershoek, Bazel en Zwijndrecht aan bij ons doel, het dorpje Doel. Aan de kerncentrale en de immer uitbreidende Antwerpse haven, wordt dit dorp opgeofferd. Nog een enkel huis is bewoond en daar wordt nog doorgeprotesteerd. Alleen de molen en de doden op het kerkhof mogen blijven. Via modderige binnenweggetjes komen we terug in Nederland in het volgende protestgebied, De Hedwigpolder. In totaal is er 650 ha grond aangewezen dat als overstromingsgebied moet functioneren. Een groot gedeelte daarvan ligt in België zelf, ten noorden van Bazel en dus ook een polder van ons. Ze protesteren allemaal, de ene voor droge voeten en de andere tegen natte voeten.

Het Verdronken Land van Saeftinge en de oude veerhaven van Perkpolder. Wie, tenminste die van onze leeftijd, kent die plaats niet van het nieuws: “Het veer Kruiningen-Perkpolder is uit de vaart genomen, wegens ...” Nou vul zelf maar in, mist, slecht weer of extra hoog water. De plaatsen Terneuzen en Breskens zijn bekender bij zeilers. De mast van Antje C komt uit Terneuzen, dat is dus even ouwe-jongens-krentenbrood. Bij Nieuwesluis kun je met de auto aan de zeezijde langs de dijk rijden. Hier zijn we weer terug bij de vijf kilometer brede monding van de Westerschelde.