Dokkumer Nije Silen, 10-9-2012

Dokkumer Nije Silen

Na 116 dagen terug op de basis. Totale afstand: 1648 zeemijl, waarvan ongeveer 1400 zeilend zijn afgelegd. Dat kon ook wel, want er was deze zomer vaker te veel wind dan te weinig. Door die windsterktes van vijf Beaufort en meer, hebben we maar 20 nachten kunnen ankeren. Voor de overige 96 nachten hebben we beschutting gezocht in 61 verschillende havens, wat ons 1.665 Euro heeft gekost. Dat was een koopje, want 17 nachten konden we geen havengeld betalen omdat de automaat kapot was, het havenkantoor gesloten was of zelfs de havenmeester het te slecht weer vond om langs te komen. De 7 nachten in vissershavens waren gratis.

De dekwashpomp heeft het onderweg begeven en van de mast is één voetsteuntje afgebroken. De schade die de Duitse botsboot in Gislövs Läge maakte, is zo goed mogelijk bijgeholpen en het monteren van een nieuwe kopanode heeft de geluidsoverlast bij de schroef verholpen. De fietsen wachten nog op hun restauratie aankomende winter. Het oliealarm hebben we na het Nord-Ostsee-Kanal op de heenweg, niet weer gehoord en onze Nederlandse driekleur met Friese toegift moest, door het stormachtige gewapper, onderweg twee keer ingekort worden.

In alle havens die we bezochten konden we zonder moeite een ligplaats vinden. Omdat we maar 133 uur de motor hebben gebruikt, hebben we niet veel hoeven tanken. De zon heeft ons lang genoeg verwend om ons met een bruin kleurtje en boordevol energie aan de caravanherfst te laten beginnen. Dus al met al een zeer geslaagde zomer.

Koersbericht, 9-9-2012


8-9 Cuxhaven – Norderney, 7.15 – 19.30 uur: 77 mijl
                           op de motor, golfhoogte 2 mtr

9-9 Norderney – Dokkumer Nije Silen, 7.00 – 18.40 uur: 74 mijl
                           gezeild tot Hubertsgat en daarna op de motor

Cuxhaven, Duitsland, 6-9-2012

Weiche Dückerswisch, Duitsland

Vanavond komen de jongens om samen met Cees onze Antje C terug te zeilen naar Nederland. We hebben de afgelopen twee dagen dan ook hard gewerkt. Alles opgeruimd, gestofzuigd, de logeerbedden opgemaakt, motor nagekeken, navigatieverlichting gecontroleerd en tassen vol eten en drinken aan boord gesjouwd. Buitenlucht maakt hongerig en dorstig, nietwaar.

We hadden daar tijd genoeg voor, we waren een beetje aan de vroege kant terug bij Holtenau voor het Nord-Ostsee-Kanal. Daardoor hebben we, voor het eerst in al die jaren dat we naar de Oostzee varen, vijf dagen over het kanaal gedaan. Omdat de oude sluis voor groot onderhoud buiten gebruik was, rekenden we op lange wachttijden voor het meeschutten met de vrachtschepen door de grote sluis. Dat viel mee, na een half uurtje lagen er 15 pleziervaarders te wachten en werd er een schutting, alleen voor de vakantievierders, tussendoor gedaan. Voor twaalven lagen we al in de Flemhuder See. Ik naar de wal voor een tochtje door de bossen, Cees op onderzoek uit naar waar het kabaal onder de boot vandaan komt. De kopanode van de schroef zit los.

Toen door naar Rendsburg om een botenkraan te zoeken. Bij de jachthaven in de buurt van Borgstedt is er ééntje, maar daar zag de baas veel problemen. Cees bepleite nog dat alleen de achtereind maar eventjes boven water hoefde. Nee, misschien zou het tussen de andere afspraken door kunnen en ons schip was ook niet te zwaar, maar vanwege de verzekering mochten ze alleen schepen zonder mast takelen. Ja en dat is nou typisch bij een zeilboot, er zit een mast op. Door naar de stad waar we voor 100 Euro achterstevoren op een soort van botenkar bij de helling werden opgetrokken tot de schroef net boven water is. Cees rolt z'n broekspijpen omhoog en zet al plonsend de reserve anode er in een kwartiertje weer op.

De volgende stopplaats is aan de steigers voor de sluis aan het Gieslau-Kanal. Je mag daar twee nachten liggen, maar na één zijn wij er flauw van. Nu de diepgang van de vrachtschepen steeds groter worden, veroorzaken ze in het ondiepere zijkanaal een tsunami-golfje. Op de heenweg schiet je vooruit, dan krijgt de golf keer op de sluis en dan op de terugweg trekt ie je net zo krachtig weer terug. Zes meertouwen hebben we nodig om de krachten wat af te remmen. Het is trouwens een prachtige plek om te liggen. Op de steigerleuning kruipt een geel-wit-zwarte rups, rent een bruine kever met een lange snuit en in de wegberm zie ik een kleine slang.

Bij de camping van Wieche Dückerswisch overnachten we tussen de palen. Er staan drie rijen palen en de bedoeling is dat je voor en achter een paal neemt en dan gebroederlijk met z'n zessen naast elkaar gaat liggen. De afstand tussen de palen is voor ons te klein en daarom gaan we er dwars tussen liggen, we zijn toch helemaal alleen. Later op de avond komen er twee zeilers bij, maar die kunnen de andere rij palen wel nemen. We liggen prachtig. De zon blijft maar schijnen en vanuit de kuip hebben we direct zicht op de kanjers in het kanaal. Van boeggolven of getrek in de touwen merk je bijna niks. We eindigen met een overnachting in de haven van Brunsbüttel. Ligplaats genoeg, er hoeft zelf niemand meer bij ons langszij te liggen. Je kunt zien dat de vakanties langzamerhand voorbij zijn.

Flemhuder See, Duitsland, 30-8-2012

Schlei, Duitsland

Deze laatste week van augustus is het op de valreep nog mooi, lekker warm gaan zomeren. De wind is wat aan de zwakke kant en daardoor was het of op de motor of de boot onder zeil laten drijven en een lange lijn met paravaan en aantrekkelijk hapje, met gemene haak, achter ons aan te slepen. Vissen hebben we niet gevangen, maar we laten in de Oostzee wel een vis achter met in zijn maag een plastic kunstvisje.

Als je zo'n weerscadeautje krijgt, dan geeft het niet dat je in Kappeln op zondagmorgen om 7 uur wordt gewekt omdat ze precies voor de punt van de boot met veel kabaal de kraampjes voor de grote maandelijkse markt opzetten. En als er dan rond de middag één lange heftige stortbui over komt, dan eet je met evenveel plezier de uit het centrum meegebrachte pizza, voor dat ie doornat en koud wordt, op onder de luifel van een luxe kledingzaak.

Je blijft lachen als je de volgende dag in het lekkere zonnetje, op de fiets, al een aardig eindje onderweg naar Arnis bent en een klapband krijgt. Wel een reserve binnen- maar geen buitenband hebt en met een half opgepompte achterband, stompend op de velg, terug hobbelt. Nog een dag later in Maasholm besluit dan maar fietsen te huren voor de natuurroute langs de Schleimonding. Onderweg van fiets ruilt omdat mijn damesfiets een onmogelijk stuur heeft. Cees dan op de trappers gaat staan en zo hard trapt dat de ketting er af vliegt en het achtertandwiel van de naaf breekt.

Maar het mooiste is wel dat het lekker weer is om te zwemmen. Cees is dan ook hier in de Flemhuder See, een ankerplek zuid van het Nord-Ostsee-Kanal, in het water gegaan. Onze schroef maakt erg veel kabaal en misschien is ons aasvisje dichterbij dan we dachten. Nee, de kopanode van de klapschroef zit los. Onder water is dat niet weer vast te zetten en zo door varen naar Dokkumer Nije Silen is onverantwoord lawaaierig. Er zit niets anders op dan morgen in Rendsburg een botenkraan te zoeken. Maar het blijft mooi weer!