Dokkumer Nije Silen, 15-1-2013

Dokkumer Nije Silen

Het leven gaat in het nieuwe jaar al weer zijn gewone gangetje, de luie feestweken zijn voorbij. De kerstspullen zijn weer ingepakt, maar de kerstboom buiten laten we nog een poosje staan. De boom was een beetje kaal en daarom hangen er, aan mooie witte lintjes met blauwe sterretjes, voor de vogeltjes, 16 vetbollen in. Verscheidene mezen komen een hapje mee-eten, maar een nieuwe soort zit er nog niet bij.

Zodra we opstaan, gaat de blik naar buiten, benieuwd wie er nu weer in onze boom zitten. Ook die morgen. Ik kijk nog eens goed. De hele boom is leeg. Ja, er hangt nog één lintje met daaraan een door de Houtekster leeggegeten groen netje, maar de andere 15 bollen zijn in één nacht allemaal verdwenen. Bij de boom is ook niks terug te vinden. Ik kijk om me heen. Bananasplit? Een humorvolle mede-havenbewoner? Ik zie niemand. Alleen aan de overkant van het grasveld ligt een stuk tak met een lintje en leeg netje. We zijn hier in de haven toch niet een hele grote muizenfamilie aan het voeren?

Nieuwsgierig als we zijn, komen er tegen de avond vier broodjes, verantwoorde bruine grove volkoren, in de boom te hangen. Onze bewegingsmelder, die normaal in de achterstag hangt, er voor op de grond en zelf zit ik op 'e bureaukruk aan de warme kant van de kajuitdeur. Zodra het licht aangaat, ren ik naar het raam en tuur naar buiten. Boomtakjes bewegen zwakjes in de wind, maar niets wat aan een broodje knabbelt. Na drieën in de nacht wint de slaap het van de nieuwsgierigheid. De volgende morgen is de boom weer leeg. Ook de door ons opgehangen maïs en vetbollen aan de overkant van het water zijn weg. Het zijn toch geen ratten?

We proberen het nog eens met broodjes, witte deze keer, met daaraan een dun touwtje, dat over de zeerailing naar het voorluik, boven ons bed, gaat. Op 't eind hangen we kerstklokjes. Cees speelt even voor nachtelijke bezoeker en ik controleer het effect binnen in de boot. Het touwtje blijft niet strak staan en 't geluid is te zacht. En zo komt het dat we die nacht slapen met boven ons hoofd een kerstkrans. Normaal hangt deze met rinkelende belletjes versierde krans in de kerstdagen buiten op de deur. We komen wat moeilijk in slaap, je blijft toch op die krans letten. Alarm! Snel naar het kajuitraam! Niets! Een vlagerige noordwesten wind is opgestoken en een schommelende Antje C rinkelt met de belletjes. Een nacht met koude tripjes naar het raam en weinig slaap volgt. De broodjes hangen er de volgende morgen nog. Zou het een slim marterachtig dier, zoals een Wezel of Hermelijn zijn, die het touwtje naar de boot wantrouwt?

Lange tijd om er over na te denken is er niet: ik heb beloofd een dag te helpen met behangplakken op De Pomp. Het is al donker als ik over de steiger naar de boot terug loop. Onderweg controle van broodjes en systeemtouwtje. Ik ben moe na zo'n slapeloze nacht en een dag hard werken. We kruipen vroeg in bed. Als ik wakker schrik, ligt de kerstkrans naast me op het kussen en hangt het touwtje slap. Het is al licht en de klok heeft twee cijfers nodig om de uren aan te geven. De broodjes zijn weg. Onze tegenstander is een sluwe. Zou het een vos zijn? De komende nachten ga ik in het vooruit slapen en een nieuw plan van aanpak bedenken.