Harns, 23-7-2013

Koarnwertersân

Deze maand hebben wij en internet niet zo'n goeie klik. Van onze smartphone maak je, via instellingen en verbinden, een wifipunt. Dan verbinding maken met de laptop en voila: internettoegang met de computer. Omdat het dak van Antje C goed is geïsoleerd, leggen we de telefoon op het muggenrooster in het dakluik. Na het lezen van de mail en de positie op de blogspot veranderen, trek ik 't muggengaas omlaag, dat is erg glad en de telefoon schiet er af. Als een ware circusclown vang ik hem nog net voor dat ie de grond raakt. Daarbij is er een toets ingedrukt dat niet had gemoeten. Internet wil niet meer en ook Wordfeud is uit de lucht. Gelukkig hebben we de kinderhulp-telefoonlijn! Stap voor stap legt Popke uit hoe we alles kunnen herstellen.

We kunnen weer. De laatste nieuwe foto's worden in de diavoorstelling geladen en tegelijk als backup opgeslagen op een externe schijf. Ver..., wil dat rotding niet meer opstarten. Alle foto's van vijf jaar opeens onbereikbaar. De kinderhulp-telefoonlijn weet ook geen oplossing. Even maar niet gebruiken, als we terug zijn zullen ze er naar kijken en anders moet ie naar een speciaal bureau die misschien alles weer terug kan toveren. Rustig blijven is het advies.

Bij de Lepelaarsplassen heb ik een Purperreiger gezien, een nieuwe soort! Als ik 'm op de site wil zetten lukt het niet. Blijkt dat Google voor mijn albums, met foto's van alles wat vliegt, kruipt, groeit en bloeit, niet wil samenwerken met onze Samsung smartphone. Ik denk dat het mij via een omweg wel lukt. Dom, dom, dom. Ik verander een link, download een Wilde Planten-foto op mijn manier, typ de naam en vindplaats erbij en druk op publiceren. Er gebeurt niets. Nee, er gebeurt juist heel veel. Google accepteert niet dat iemand slimmer wil zijn als zij zelf en wist alle bloemenfoto's die er de laatste jaren zijn opgezet. De kinderhulp-telefoonlijn! Luitzen zoekt het uit en belt een dag later terug: Het is niet meer te herstellen.

Door al dat geklooi met 't internet is ons mb-maandtegoed als sneeuw voor de zon verdwenen. Daarom blijft het op 't moment een beetje stil op onze blogspot. Begin augustus gaan we terug naar de haven. Ga ik één voor één alle foto's, moet de externe schijf het natuurlijk wel doen, waar nu een stopbord-achtig-iets staat in plaats van een bloem, terugzetten op de site. Antje C-blogspot helemaal bijwerken en de jongens van de kinderhulp-telefoonlijn gaan de relatie Samsung/Google uitzoeken. O ja, mijn 300 mm lens is ook nog kapot gegaan, maar online kun je zo een nieuwe bestellen. Moet je natuurlijk wel internet hebben.

Gouwzee, 16-7-2013

Gouwzee

In het Markermeer rondom Pampus zijn verschillende ankerplaatsen die we altijd al eens wilden bezoeken, maar waar we nog nooit hebben gelegen. Vanaf De Blocq van Kuffeler kiezen we een bezeilde koers en zo komen we aan in De Nes. Dat is een voormalige werkhaven aan de zuidkant van de dijk naar Marken. Al van verre zie we de twee grote windmolens op de dam. Er is een aanlegsteiger, maar die is vol met vaste wildliggers: op de meeste daarvan staat als thuishaven Amsterdam. Wij ankeren in twee meter diep water, beschut voor alle windrichtingen, behalve zuidelijke. Later op de avond komen er nog twee mede-ankeraars binnen. Het is windstil en als de toeristenbussen terug over de dijk het eiland hebben verlaten, liggen we er mooi rustig.

De volgende dag drijven we naar de haven van Muiderzand, bootboodschappen doen bij Kniest. Daarna willen we aanleggen of ankeren bij de eilandjes richting Muiden. Alles vol. Ze liggen aan de kades twee- en driedubbel, kampeerders hebben de radio meegenomen en alle beschutte ankerstekken zijn bezet. Daar tussendoor racen rubberboten, sloepen en miami-vice-achtige glimmers. Dit is ons te veel van 't goede en we varen door naar het PEN-eiland.

Op de kaart staat dat deze kom verboden is, maar we hebben van diverse zeilers gehoord dat er toch altijd schepen liggen. Voorzichtigjes varen we richting centrale. 't Is niet overal even diep, maar wij scharrelen er goed doorheen. De ingang is door midden gedeeld met een damwand. Rechts is het verboden, maar aan de linkerkant staan geen borden. Met een bocht kom je dan in een kom, beschut tegen alle winden. Er liggen zo'n tien vaste liggers voor anker. Vermoedelijk komen sommige niet zo vaak bij hun boot, ééntje zijn giek hangt tussen de verstaging, het grootzeil is al weggewaaid, maar de zeilhuik zit nog aan één kant vast en doet nu dienst als wimpel.

Er is plek zat voor ons en nog zes andere bezoekers. Er zwemt een groep van meer dan vijftig Krooneenden rond. Van de A1, die er langs loopt, merken en horen we nauwelijks iets. We begrijpen waarom niemand aan de Dienst der Hydrografie doorgeeft dat het verkeerd op de kaart staat, het zou zonde zijn om de rust hier te laten verstoren door de groep die nu bij de eilandjes tussen Muiderzand en Muiden ligt. We blijven er twee nachten, om ons voornemen van één dag zeilen, één dag klussen, waar te maken.

Lelystad, 9-7-2013

De Lemmer

Bij de grote sluis van Lemmer liggen al wat langer meer dan tien plezierboten te wachten. Wij naderen achter alweer een vrachtschip, dat natuurlijk voorrang heeft. De sluiswachter is het gejengel van die vrijetijds-vaarders zat, laat twee vrachtschepen in de sluis, verzoekt één broodvaarder om te wachten en sommeert het bootjesvolk om de rest van de kolk op te vullen. Gretig varen we allemaal op. Terwijl de zeilers voor de brug wachten, begrijpt een motorbootje dat hij onder de brug door kan.

We krijgen een groen licht onder het rode. De voorste zeilboot, een huurder, ziet hierin het sein: invaren. Helaas, de brug moet nog een stukje. Terwijl de windmeterschoepjes het peloton om de oren vliegen, wordt de kapitein van boot nummer drie beschoten door een windex-pijl. De huurder gooit de achteruit er op en gaat met de sluiswachter een discussie aan over lichtseinen. De achtervolgers moeten in de remmen. Dat geeft het motorbootje alle tijd om een extra ererondje te maken en met hun meertouwen een tweede aanval op de muurbolders van de sluis te doen. De huurder heeft het pleit verloren en is zijn borg kwijt: we kunnen weer in de vooruit.

De sluiswachter schreeuwt zijn stem hees: “Doorvaren, doorvaren.” Maar meerdere bemanningen laten hun éénmaal veroverde houvast niet meer los en doen alsof het geroep voor iedereen is behalve voor hen. Op een Bavaria, ook een huurder, zit alleen voor een meerlijn vast en de bemanning bewaakt die verbinding met hun leven. De kapitein denkt, de sluiswachter roept het immers, dat ie door moet varen en geeft gas. De bemanning hangt aan de veroverde muurverbinding en het schip zwenkt met de kont naar 't midden van de sluis, waar ik klaar sta met een stootwil. Voor knapt het touw en met nog een beetje gas er bij varen ze terug en rammen daar een solozeiler, die met opzet als laatste de sluis was ingevaren om een beetje buiten de hectiek te blijven.

“Blijf zo maar liggen”, roepen meerdere kapiteins, met in het achterhoofd hun mooi geverfde rompen. Intussen zijn onze voorburen een metertje opgeschoven en kunnen wij ook vast maken. Onder het schutten gaan achter in de sluis de verzekeringspapieren over en weer. Als de deuren naar 't IJsselmeer open gaan varen we snel weg, om ruimte te maken voor de botsboot om te draaien en de sluiskolk in de goede richting te verlaten.

Alle zeilen gaan omhoog en met ruime wind zien we al snel Lelystad opdoemen. Als Cees de marifoon overschakelt naar het Houtribsluizen-kanaal, komt er een stem door met de mededeling dat de brug over de sluis is gestremd. Een auto is bij de laatste brugopening door de rood-witte boom gereden. We meren af aan de wachtsteiger en zetten koffie. Lekker in het zonnetje wachten we kalm de vorderingen af. Soms zijn er van die dagen dat het sluiswachters ook niet mee zit.

Rengerspôlle, 2-7-2013

Dokkum

We zijn weer varende. Zaterdag zijn we met extra bemanningslid Gerke vertrokken. Hij weet wat je met een hengel doet en zelf heeft ie klompen, maar de combi brug/hengel/klomp blijft hij gek vinden. Oké, het geld moet in een klompje. Omdat ie weet dat wij geen klompen aan boord hebben, heeft ie zijn eigen van huis meegenomen. In Dokkum staat de brugwachter al klaar om de vijf Euro, ja boten zijn de enige vervoermiddelen die bij de poort van de stad tol moeten betalen, in ontvangst te nemen. Samen vangen we de klomp. Gerke gaat dat eens uitgebreid bekijken, intussen vaart het schip door. Gelukkig zijn brugwachters lenige mensen met lange armen.

De aanlegplaatsen onderweg zijn te ondiep, liggen al vol of hebben geen verbinding met de openbare weg. Ook bij Raard, onze vaste stekje, is de kade vol met drie forse sleepboten. Bij de Klaarkampsterbrug, geen bruggeld, is de hele oever en wachtsteiger vrij en is liggen mogelijk in overleg met de brugwachter. Door zijn raam geeft ie toestemming. Ik meen dat ergens in zijn antwoord het woordje even voorkwam, maar Cees heeft niets gehoord. Op het uiterste hoekje, met de voorpunt voorbij het riet stekend, settelen we om vier uur 's middags.

Als we onze kleinzoon met z'n mem hebben uitgewuifd, gaat Cees een tukje doen en loop ik een rondje. Rond zeven uur stapt de brugwachter op mij af. Wat de bedoeling is? Nou blijven liggen voor de nacht natuurlijk. Nee dat kan niet, ja om acht uur mag het tot negen uur morgenvroeg omdat de brug dan gesloten is, maar nu mag het nog even niet! Eerst haal ik maar eens diep adem, gaan we de discussie aan over hoe lang het woordje even is. Wijs ik hem er op dat er bijna niemand het laatste uur is langs gekomen, dat er vermoedelijk ook geen kop meer voorbij komt en dat dus al die meters en meters kade, behalve de tien meter die wij bezetten, vrij blijven? Ga ik zeggen dat ie niet zo moet zeuren?

Nee, je wordt tenslotte wat ouder en misschien iets wijzer. Al knikkend en buigend: “Oh wat jammer, dan heb we elkaar verkeerd begrepen. 't Is zo'n mooi plekje, anders moeten we door naar Birdaard en daar is het vaarwater zo smal. Misschien voor deze ene keer? Morgenvroeg voor negenen zijn we weg.” Hij strijkt zich over het hart en we mogen deze ene keer, alleen deze ene keer, bij hoge uitzondering blijven liggen. 't Is een brugwachter zonder klompje-afleiding!