Koersbericht

Denemarken
25 juli - Anholt
        40 mijl - jachthaven
26 juli - Grenaa
        29 mijl - jachthaven
28 juli - Øer Maritime Havn
        24 mijl - jachthaven
30 juli - Hov
        21 mijl - jachthaven
31 juli - Kolby-Kås
        12 mijl - jachthaven

Träslövsläge, Zweden, 24-7-2016

Träslövsläge, Zweden

We hebben Noorwegen al weer verlaten en zijn ondertussen ook al een mooi eind langs de Zweedse westkust afgezakt. De steeds maar aanhoudende harde wind waren we helemaal zat. We moesten elke dag reven, maar meestal was alleen de fok genoeg om 6 tot 7 mijl snelheid op de teller te krijgen. Het aantrekkelijke van deze scherenkust is dat je ankert tussen de rotsen of voor vastmaakt aan een steen met achter het hekanker, maar door die stormachtige wind zijn echt goed beschutte plaatsen moeilijk te vinden of zijn ze al door een ander ingepikt. We hopen het zomerweer nu wat meer naar het zuiden te vinden.

Iedereen zegt dat Noorwegen duur is, maar deze keer was het voor ons een koopje. De vier overnachtingen in havens waren allemaal gratis. In Halden was de haven redelijk vol. De enigste plek waar we zouden kunnen liggen was langszij een Nederlander, maar die stond ons nu net niet enthousiast te wenken. Voor een fabriek aan de kade is een privé ligplaats vrij en omdat de eigenaar met vakantie is kan hij ook geen havengeld ophalen. In Fredrikstad liggen we twee nachten achter de olieboot. Dat is de eigen werkkade en valt niet onder het havengeld-betaalsysteem. De laatste plaats die we aandeden was het kleine haventje van Vikerhavn met twee gastenplekken. Als we er aankomen ligt een snelle motorboot zo pontificaal in het midden dat we er niet voor of achter kunnen. Terwijl we overleggen waar Cees mij zal afzetten om dat ding te verhalen, roept een visser dat we wel aan het eind van de visserijkade mogen liggen. Voor die enkele gast die hier komt nemen ze de moeite niet om havengeld op te halen. De Noorse kosten bestonden totaal uit twee witte broden, 20 Noorse Kronen per stuk en dat is ongeveer 4,50 Euro totaal.

Vikerhavn ligt in het Noorse natuurgebied Ytre Hvaler en samen met het Zweedse Kosterhavet vormen zij, volgens hun reclamefolder, één van de eerste officiële zeenatuurgebieden. In en om de 247 mtr diepe zeetrog onderscheidt men ongeveer 6000 verschillende soorten zeeleven, waarvan 200 alleen in dit gebied. Daarvan hebben wij natuurlijk geen beest gezien. De oversteek van het Noorse naar het Zweedse is niet bezeild en het waait ook weer eens hard. Twee keer gereefd komen we hoog aan de wind in Strömstad uit. De volgende morgen gaan we vroeg op weg. De Koster-eilanden zijn populair bij watersporters en om met onze lengte een ligplaats te vinden moet je er vroeg bij zijn. We kijken de overnachters hun koffie uit de kopjes, totdat er twee boten vertrekken en we mooi langs de steiger kunnen liggen. Op de trappers gaan we het hele zuidelijk eiland rond, maar onze score van dit unieke zeelevengebied blijft bij één heel klein vlindertje tussen het gras.

Vandaag zijn we hier in Träslövsläge, 6 mijl ten zuiden van Varberg aangekomen. We hebben het korte-broeken-weer gevonden, het is zeer warm en het waait ook al drie dagen niet. Vanuit hier kunnen we langs deze kust verder zuid gaan en dan via Kopenhagen richting Kielerkanaal of we steken over naar het Deense Anholt en dan via de oostkust van Denemarken richting Duitsland. Volgens de weerberichten komt er morgen een zuidoost windje van 4 tot 6 mtr/sec, maar daar geloven we niets meer van. De afgelopen weken waren hun voorspellingen vaker fout dan goed. Het waaide meestal harder, maar de richting hadden ze wel goed, die was steeds zuidwest tot west. Morgen kijken we zelf wel hoe de vlag er bij hangt of dat ie lekker wappert.

Koersbericht

18 juli - Kalven
         27 mijl - rots met achteranker
19 juli - Skärhamn
         6 mijl - jachthaven
20 juli - Marstrand
         9 mijl - anker
21 juli - Björkö
         10 mijl - jachthaven
22 juli - Vassholmen
         10 mijl - anker
23 juli - Varberg
         40 mijl - jachthaven
24 juli - Träslövsläge
         6 mijl - jachthaven

Hasseløsund, Zweden, 17-7-2016

Ulön-Dannemark, Zweden

Het weerbericht heeft harde wind voorspeld, dus hebben we ons anker met de motor stevig in de grond getrokken in de baai van Ulön-Dannemark. Dat het meer dan hard waait blijkt wel als er schuin achter ons een boot met zijn anker aan de haal gaat. De eigenaars merken niets en Cees blaast een serenade op onze koperen scheepstoeter, zodat ze tijdens hun avondeten ook even naar buiten kijken. Het helpt. Net voor ze de rotsen raken kunnen ze de motor starten. Ook als even later een tweede schip los raakt, alarmeert Cees zijn getoeter een verderop gelegen buurman met rubberboot en kan ook deze wegdrijver de stenen ontlopen.

Omdat de weersverwachtingen omhoog worden bijgesteld naar storm met windstoten, besluiten we om 's nachts toch maar ankerwacht te houden. Ik neem de eerste beurt. Het is even na énen als ik wat meen te horen. Als ik uit het raam kijk zit er op onze voorpreekstoel een lichtje dat wij daar niet hebben aangestoken. Terwijl Cees uit bed wordt geschreeuwd, begin ik alvast met afduwen. Een kleine snelle motorboot ligt dwars voor onze punt. Geen mens te bekennen, maar als we heftig op zijn dak slaan verschijnt er een naakte meneer buiten. Krachtig vertelt Cees hem dat ie de motor pas mag starten als we hem van ons ankertouw, dat als rekker dienst doet, hebben weggeduwd en dat ie niet weer voor ons kan ankeren omdat daar te veel plantengroei is en zijn anker dus helemaal geen houvast krijgt.

Wisseling van de wacht om half drie. Om vier uur klinkt er een geluid dat we al eerder hebben gehoord. Deze keer is het een zeilboot van een kleine 13 meter. Weer begint het afduwen en ditmaal slaan we met de pikhaak op het dek om de zeilers wakker te maken. Zes schaars geklede jongemannen lopen paniekerig heen en weer. Cees neemt de leiding. “Jullie twee, afduwen! Jij en jij, touw vastmaken en trekken! Jij, motor starten en wachten tot ik het zeg!” Zo gaat de botsboot langzaam terug in de richting waarvan hij gekomen is en kan zijn motor hem nog meer bij ons vandaan trekken.

Helaas, zijn anker zit al aan de onze vast en hij trekt ons mee. We nemen de nachtbraker langszij. Het waait ongeveer 8 Beaufort en wij zijn al een stukje naar achteren opgeschoven in de richting van iemand die aan een SXK-boei ligt. De mannen moeten hun ankerketting kappen en ons zo spoedig mogelijk verlaten. Ze knopen hun rubberboot aan de ketting om hem zo bij betere weersomstandigheden terug te vinden en de achterbuurman roept dat hij ze wel langszij neemt, dat kunnen die boeien van de Zweedse watersportvereniging wel houden.

Verder is het een schommelende nacht. De volgende morgen na de koffie als het even wat stiller is, gaan we aan het werk. Cees voorop en ik doe het roer, geef motorkracht en stuur bij met de boegschroef. Met heel veel moeite haalt Cees ons anker omhoog met behulp van de ankerlier. Het buitenlandse anker en die van ons zitten als een verliefd stel in elkaar verstrengeld met daaromheen een ketting gedraaid zoals een boeienkoning zou doen. Met touw en pikhaak en een enkel vloekwoord, ontward Cees de knoop. Als het vreemde spul weer naar de bodem zinkt, blijkt dat ons eigen anker ook nog een steen heeft meegenomen. We maken aan een boei vast om de hele zooi aan dek weer op te ruimen.

Vanuit de kuip kijken we toe hoe onze nachtelijke bezoekers hun anker en ketting weer ophalen. Degene die in de rubberboot springt en het begin van de ankerketting weer boven water moet halen, heeft wel geleerd dat als dit ooit weer gebeurt, hij de rubberboot aan het einde van de ketting vastknoopt. Nu moest ie bijna 40 meter zware ketting uit het water omhoog trekken. Na twaalf wuivende handen en het in ontvangst nemen van vele “thanks” blijven we nog een stormachtige nacht aan de boei liggen. Houden weer ankerwacht omdat we niet weten hoe een boei, bedoelt voor schepen tot 8 ton, het zal doen als er bij zulke harde wind een schip van 20 ton aan hangt. Vandaag is de wind afgezwakt naar 6 Beaufort en zijn we naar Hasseløsund gezeild . Nu liggen we langszij een 100 jaar oude viskotter. We worden door de Zweedse eigenaars warm onthaald op koffie, maar we kunnen niet lang blijven. Er moet heel wat verloren slaap worden ingehaald.

Koersbericht

12 juli - Vikerhavn
         12 mijl - visserijkade
Zweden
13 juli - Lagunen
         12 mijl - anker
14 juli - Nordkoster
         7 mijl - jachthaven
15 juli - Ulön-Dannemark
         28 mijl - anker
16 juli - Ulön-Dannemark
         0 mijl - SXK-boei
17 juli - Hasseløsund
         10 mijl - langszij

Fredrikstad, Noorwegen, 10-7-2016

Lagunen, Zweden

Deze week waren we nog in Zweden maar het voelde al als Noorwegen. Overal boten met de Noorse vlag en bijna geen enkele Zweedse. Veel meer motorboten dan zeilers. Heb je net een open stuk in de scheren met de daarbij horende deining gehad, belandt je in een horde snel motorkabaal met golven waarbij het koffiefilter niet op de thermoskan blijft staan en het water aan dek komt om het open slaapkamerluik op te zoeken.

In Strömstad, de laatste stad van enige omvang voor de grens, is het helemaal een gekke boel. We zijn er in het weekend en laat dat nu net de tijd zijn waarop de Noren, het is maar twee uurtjes varen met hun pk's, boodschappen gaan doen in het veel goedkopere Zweden. De haven is propvol. We veroveren een plekje in het buitenste gedeelte van de haven door een vriendelijk verzoek aan twee andere boten om elk een meter op te schuiven. Rustig liggen is er niet bij. Als het de aantrekkende wind niet is, dan zijn het wel de af en aan varende kooplustigen.

Volgens ons nieuwe havenhandboek kunnen we rustig ankeren, vlakbij de stad, in een baai Lagunen genaamd. Het is een grote baai, maar de wind zit vast in de zuid- zuidwesthoek en mooi achter hoge stenen, ook nog eens begroeid met hoge dennen, vinden we volop luwte en stilte. Dat duurt niet lang. Verderop is een camping en zo aan het begin van het weekend is het benzinegeld nog niet op. Kleine raceboten, waterscoorters, grote raceboten, rubberboten met buitenboordmotor en waterskieërs genieten op hun manier van de baai zolang het nog licht is. En het is hier lang licht in de zomer.

De volgende morgen worden we weer vroeg gewekt door het bekende geluid van golven die tegen onze romp aan klotsen. “Die (...) varende kampeerders! Ga slapen!” vloekt Cees en stapt uit bed. Het duurt even en dan roept ie “Anneke, kom snel kijken.” Een haag van kleine visjes zwemt rondom onze boot. We schatten in: 5 visjes van 5 tot 6 cm lengte per 10 vierkante centimeter, dat over een breedte van ongeveer een halve meter en 30 cm diep langs 2 x de lengte van de boot, geeft een som van 5 x 5 x 3 x 2 x 150 = 22.500. Dus zo rond de 25 duizend kleine visjes.

Of ze vinden onze boot erg mooi, of het water is rond de boot net iets warmer dan verderop, maar vermoedelijk zoeken ze beschutting voor een aanvallende overmacht aan makrelen. Dwars op de boot kun je de moordende golf op snelheid zien komen en dan is het happen maar. De golf met daarin opspringende visjes en een enkele makreel die zijn aandacht teveel bij zijn eten heeft, breekt tegen onze romp. Dat gaat zo door tijdens ons ontbijt, tijdens onze koffie met een koekje en pas als we anker op gaan laten we de moordpartij achter ons. De visjes overleverend aan een tweede vijand, die daarvoor niet zo dicht bij onze boot durfde te komen, de zeemeeuwenkolonie. In het drukke Strömstad kopen we bij de visboer, ik sta tiende in de wachtrij, gerookte makreel.

Koersbericht

04 juli - Grebbestad
         15 mijl - jachthaven
05 juli - Alevikkilen, Killingen
         10 mijl - anker
07 juli - Lagunen
         17 mijl - anker
08 juli - Lagtunen
         4 mijl - anker
Noorwegen
09 juli - Halden
         23 mijl - fabriekskade
10 juli - Fredrikstad
         20 mijl - stadskade

Ulön-Dannemark, Zweden, 3-7-2016

Björkö, Zweden

Het mag dan wel officieel zomer zijn, het weer in Zweden weet daar niets van. Elke dag wind, west tot zuidwest in maar drie sterktes 5, 6 of 7 beaufort. We zeilen alleen met de grote fok en halen dan nog een gemiddelde van 6 knopen. Omdat je pas in Zweden in de scheren bent geweest als je je anker hebt uitgegooid tussen al die steenhopen en dat het met deze harde wind echt zoeken is om een beschut stekje, hebben we in Björkö een nieuw boek, koste een dikke 70 Euro, gekocht met daarin mooie zonnige foto's en duidelijke tekeningen van alle aanleg- en ankermogelijkheden aan deze westkust. Hamnguiden 5 Göteborg – Svinesund.

Na Marstrand komt het boek, het moet binnen blijven want het regent weer eens een keertje, op tafel. We zoeken een inham uit en, dat is zo gemakkelijk met dit boek, noteren het vermelde way-point voor het aanvaren van de door ons gewilde ankerplek. Invoeren op de plotter en … komen midden op het land uit. Er gaan wat woorden heen en weer over 'in de scheren mag de navigatie niet verslappen' en als je een positie overschrijft doe dat dan nauwkeurig, maar hoe we het ook controleren het waypoint blijft midden op het gele land zitten. Potver ... hebben we de eerste de beste keer direct de enigste fout in het boek gevonden. We varen door naar de volgende haven, die staat tenminste duidelijk op onze eigen kaart.

Twee dagen later, even voorbij Skärhamn, pakken we het nieuwe boek er weer bij. Het heeft een hele gemakkelijke indeling: overzichtskaarten en overnachtingsmogelijkheden genummerd op volgorde van zuid naar noord. Elke plek heeft één hele bladzijde met duidelijke situatietekening, overzichtelijke windstille foto en uitgebreide uitleg. Die is jammer genoeg wel in het Zweeds, maar een klein stukje Engels maakt dat weer goed. Skärhamn is nummer 72 en zo bladeren we verder. Potverdorie … missen er 6 bladzijden. Dat zijn wel 12 plekken minder. We varen een stukje terug naar een haven die we net met eigen ogen gezien hebben. Zodra we vast liggen zoek ik uit het oud papier de aankoopbon op: “Dat boek gaat op de terugweg terug naar de winkel!”

In de buurt van Lysekil raadplegen we toch maar weer het boek. Nummer 146 Tjuvsund, Småholmarna. Een hele mooie baai om te ankeren. Het binnenvaren is goed aangegeven en de aangegeven plantenvrije ankerstrook klopt precies. Bij een kop koffie in de kuip met uitzicht op een Vos die langs de oever op zoek is naar prooi, bladeren we wat verder in 't boek. En sapperdeflap ... daar vinden we de ontbrekende pagina's terug. Ze zitten weliswaar ergens verstopt, maar ze zijn er wel. We blijven twee nachten liggen; is het boek, in een haven betalen we tussen de 30 en 40 Euro, meteen terug verdiend.

Ook nummer 161 Keö is goed te vinden. De beloofde stalen ogen zitten op de juiste plek in de stenen en de kabels onder water liggen waar ze moeten liggen, uit onze buurt. Ruimte genoeg om het achteranker te laten vallen. Dat 's nachts de wind onverwacht 180 graden draait, aantrekt tot 8 beaufort en we onze steen snel moeten verlaten en daardoor in ons ondergoed doornat zijn geregend, kan het boek niet helpen. Langzamerhand begrijpen wij en het boek elkaar. Nu is onze enige hoop nog dat het weer gaat lijken op de foto's in ons nieuwe havenhandboek.