Enkhuizen, 15-9-2011

Enkhuizen
Even een dikke week vakantie. En wat het mooiste is: de zon schijnt en het is al drie dagen bijna helemaal droog geweest. Hadden we dinsdag en woensdag nog stormachtige wind, vandaag was het ideaal zeilweer. Vanuit Harns was Koarnwertersân bezeild en konden we zo door naar de steiger bij de vrachtschepensluis hier in Enkhuizen. Alleen maar vrolijke gezichten op 'e Iselmar.

Zelfs de sluiswachters hadden er zin in. Drie sluizen zijn we de afgelopen dagen gepasseerd en in een onvoorstelbaar tempo. Het begon in Dokkumer Nije Silen al direct goed. Aan beide kanten van de kolk stonden de sluisdeuren open. De brugwachter zag ons aankomen en gooide direct de bomen dicht en de brug de hoogte in. Doorvaren maar. Geen stootwillen uithangen en geen snelheid minderen, recht zo die gaat.

De zeesluis van Harns deed ook z'n best. In de grote sluis lag al een sleepboot met een bak langszij en wij mochten er zo maar bij. Nog voor het blauwe werkschip van Waddenbeheer. De deuren gingen vlot daarop dicht. Even wat water er bij, sluisdeuren op de andere kant open en ondertussen vast de brug draaien, niks niet wachten op busdienst of wat voor verkeer dat anders altijd precies moet passeren als wij daar in de sluis liggen. Het ging zo snel, dat we niet eens tijd hadden om tijdens het schutten koffie te zetten. Geeft niet, komt het bakkie troost wel in de sluis van Koarnwertersân.

We zijn nog buiten de havenkom aan het aftuigen, als in de Afsluitdijk alle bruglichten op groen springen. Als de wiedeweerga bijdraaien, haveningang invaren en het gas er vol op. “Die brugwachter wacht echt niet op ons, dat duurt te lang” Maar hij doet het wel en zo racen we de kom tussen brug en sluis binnen. Drie stuks bruine vaart, twee motorboten en vier zeiljachten voor ons. Alles moet in de grote sluis: dat wordt passen en meten. “Doorschuiven, aansluiten” klinkt het uit de omroepinstallatie. Maar dat is moeilijk voor de meeste vaarders, ze zijn blij als ze met hun touw ergens op de sluismuur hebben vastgemaakt en staan die vastigheid niet zo maar af.

Het mooie droge zonnige weer maakt ook sluiswachters mild. Alleen voor ons gaat de kleine sluis open. We liggen nog niet eens vast of de deuren gaan al dicht. Snel koffiewater opzetten. Daar klinkt het bekende belletje dat de deuren open gaan. Voor dat de grote sluis kan uitvaren hijsen wij het grootzeil al weer. Prachtige zeildag, koffie met slagroom drinken we voorbij Makkum en vanavond hebben we buiten gegeten. Enkhuizen zorgde met vuurwerk voor het toetje.

Dokkumer Nije Silen, 31-8-2011

Dokkumer Nije Silen
Cees is bezig een gat in de kuip te zagen. In de achterkajuit, door ons altijd het hok genoemd, maar nu omgedoopt tot slaapkamer van Gerke, komt een patrijspoort die open kan. In de zomer, niet die van dit jaar, is het er bij warm weer te benauwd om te slapen. Eerst uitrekenen waar het gat moet komen en of je er met de decoupeerzaag ook nog bij kunt; dan zagen en weer passen en meten en dan moet de afwerking binnen nog zo gemaakt worden alsof het altijd al zo geweest is. Cees heeft er erg veel werk van en om solidair over te komen, ben ik begonnen met elke dag één kastje op te ruimen en schoon te maken.

Dat solidair wezen is natuurlijk maar kletspraat, de echte reden is dat er aan boord altijd een stuk of vier memorysticks rondslingerden van computertas naar pennenetui, brillenbakje, fruitschaal, handtas en alle andere rommelhoekjes. Een paar maanden terug is in een opruimende bui besloten om die sticks een vast plaatsje te geven. Zo gezegd zo gedaan. Maar ja, welke logische plek was dat ook al weer? Ik begin met de voor de hand liggende makkelijke kastjes. Geen succes, maar wel vind ik een stukje teakhout onder in het kastje met de vulkranen van de watertanks.

Twee jaar terug, ergens op zee, brak op de rand van de teakhouten kuipbank een grote splinter van 15 cm lengte af. Omdat ie met z'n halve cm breedte erg kwetsbaar was en niet direct terug gelijmd kon worden, zochten we een goed en veilig plekje om hem heel te houden. Jammergenoeg waren we dat goede plekje later vergeten. Maar nu hebben we hem weer! Cees zegt nog: “Direct er op lijmen, dan raken we hem niet weer kwijt.” Achter aan de langsbank, wat ongemakkelijk bij het roer, precies boven de kuipafvoer, passen we het ontbrekende stukje en … laten het vallen! Ja precies in de loospijp.

Met een zaklamp en twee hoofden boven een buisdiameter van 63 mm proberen we of we hem kunnen zien. Als ik de vloekwoorden weglaat? We zeiden niets! Eerst maar koffie. Als we zo en als we zus? Hebben we niet ergens nog zo'n grijpertje aan een flexibel stukje draad? En het belangrijkste: Op welke logische plek is die dan opgeborgen? Gereedschap is Cees z'n pakkie an. En zo komt het dus dat Cees zich door de nauwe opening van het achterluik wurmt op zoek naar heel goed weggezette gereedschapskistjes en ik op m´n knieën moeilijk bereikbare rommelkastjes leeg haal in de hoop geheugen terug te vinden.