Jardeau, Frankrijk, 16-4-2014
Eerst zien dan geloven. Met dit motto rijden we naar de Spaanse provincie Extremadura, volgens folders en reisverhalen, Het Walhalla voor de vogelspotter. Onderweg, in de rijdende auto zweeft een Vale Gier voor ons autoraam met fotolens voorbij. Dom geluk. Op de camping in Cáceres zit ik verstopt achter een wc-gebouw de Blauwe Ekster te zoeken, als er twee verschillende soorten arenden overvliegen. Zit me net af te vragen wat de andere kampeerders denken van dit kiekeboe-gedrag, als Cees roept en wenkt, de Blauwe Ekster eet naast onze caravan ons laatste stuk stokbrood op.
In het National Park Monfragüe kruist het informatiecentrum twee rotsen aan, waar de vogels zitten. Ja, dat zullen ze hier achter de balie weten? Vale Gieren volop, twee soorten zwaluwen en dat blauwe daar, een lijster. Zwarte Ooievaars komen aanzweven. We komen ogen en oren te kort. Bij de volgende rots broedt een Oehoe en een Otter zwemt de Taag over. Een Slangenarend vecht met een Raaf om een prooi. De volgende dag precies hetzelfde. Nauwelijks bekomen van een Koekoek op een paar meter afstand, zitten er 5 Bijeneters op de stroomdraad. Nog napratend over de behendigheid waarmee ze een bij uit de lucht snappen, vangt er een Roodkopklauwier een dik insect naast de auto. De Spaanse Mus is wat te zenuwachtig om mooi te poseren, maar de gieren storten zich massaal op een kadaver midden in de weilanden en mogen in rangorde eten. De Monniksgier draait een rondje boven onze hoofden.
De Purperkoet weet waarschijnlijk dat we net een Ooievaar van haar nest op de vogelkijkhut hebben verjaagd, want hij doet zijn best om tussen het riet verstopt te blijven. Door de verrekijker zie ik zo veel Purperreigers, dat het een hele gewone veel voorkomende vogel wordt. De Klapekster blijkt pas terug op de camping, na studie in de boeken, een Iberische te zijn. De Hop laat zijn beste kant zien en de Kalanderleeuwerik komt even achter het weilandgaas vandaan. Zo gaat het maar door. We hebben vermoedelijk nog andere nieuwe soorten helemaal niet opgemerkt, omdat we nog niet uitgepraat waren over de vorige bijzondere soort.
Na drie dagen en meer dan 1000 foto's, rijden we door naar Frankrijk, naar het volgende Heiligdom. In Lourdes verscheen De Heilige Maagd Maria in 1858 in een grot 18x en alleen Bernadette Soubirous, een arm herderinnetje heeft met haar gesproken. Het water uit de bron heeft, volgens horen en zeggen, een heilzame werking. Met 6 miljoen bezoekers per jaar is het in ieder geval een toeristische trekpleister. Baden in de bron laten we over aan de echte gelovigen en ernstig zieken, maar voor de zekerheid vul ik wel voor ons beiden een flesje met het wonderwater. Daarna wandelen we naar het meer van Lourdes. Er vanuit gaand dat dit hetzelfde water is als uit de geneeskrachtige bron, gaan de schoenen uit. Dat Extremadura een Walhalla is, hebben we zelf ondervonden, misschien komen de verhalen over Lourdes dan ook wel uit.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten