Loupian, Frankrijk, 10-4-2015

Barcelona, Spanje

Afgelopen zaterdag hebben we, met de bus, een dag Barcelona gedaan. Vertrek na de koffie, over de camping en dan, met gevaar voor eigen leven, een halve kilometer langs de snelweg naar de halte van de buslijnen 94 en 95. Een Spaanse meneer staat ons al op te wachten en begint direct te praten. Ons Spaans bestaat uit één woord, gracias, maar we begrijpen wel dat ie ons kaartjes wil verkopen voor een rondrit door de stad. Hoe hij aan de kaartjes komt blijft onduidelijk. Nee, gracias, we zien in Barcelona wel wat we doen.

Lijn 94 komt als eerste voorbij en is zo vol dat we ons een half uur staande proberen te houden met een bij -tig haltes abrupt afremmende buschauffeur. In Barcelona steken we direct over naar het Placa Catalunya en gaan in de rij staan bij het officiële kaartenhokje voor de City-Tour-Bus. We zijn hier jaren terug ook al eens geweest en hebben toen zo wat rondgewandeld, deze keer gaat onze trip in het teken staan van Gaudi. De kaartjes zijn één dag geldig, er zijn ook 2-daagse maar twee dagen stad trekken we niet. Ze geven meerij-recht op de Oostelijke route, hebben we later op de dag nog zin, dan kunnen we gratis overstappen op de Westelijke.

Via ingeplugde oordopjes op het cijfertje 8, heet een warme Nederlandse vrouwenstem ons welkom, draait haar reclameverhaaltje af en belooft dat ze onderweg meer zal vertellen over wat er zoal te zien is. Ze zal ons vertellen bij welke halte we zijn, waar we de bus kunnen verlaten en later weer instappen in één van de volgende toeristenbussen. Verder wijst ze ons er op dat Barcelona een stad is zoals alle andere hoofdsteden, een paradijs voor zakkenrollers. We zullen er om denken, Cees ontfermt zich over onze rugzak en ik heb de buskaartjes en de portemonnee. Ik ga Barcelona bekijken met één hand in mijn zak, de hand op de knip.

Bij halte 11 is ons eerste Gaudi-object. De zwoele mevrouw is na drie keer iets herhaald te hebben over een schoorsteen in de industriewijk, die we nooit gezien hebben, blijven hangen in het groefje van halte 10. De Sagrada Familia, het levenswerk van Gaudi, kunnen we zonder haar ook wel vinden, zo’n groot en hoog gebouw is het. De lange, lange rij wachtenden voorspelt niets goeds. “Hoort u bij een groep? Heeft u toegangsbewijzen via internet besteld en gedownload? Nee, dan lukt het vandaag niet meer”. We doen een rondje om de kerk. Bij mij dringt het woordje “te” zich op, overal tierelantijnen, hoekjes, torens en torentjes, beelden en beeldjes. Had Gaudi nu geleefd dan had ie heel goed gepast in ons Nederlandse tv-programma Showroom.

Terug in de rij voor de bus naar de volgende stop. Andere bus, zelfde vrouwenstem. Ze draait haar vaste riedeltje: reclame, zakkenrollers, uitstappen bij de halte. Nummer 13 deze keer, rechtsaf naar de roltrappen en dan helemaal boven ligt het Park Güell. Oorspronkelijk opgezet als een bijzondere woonwijk, Gaudi had de ingang met mozaïek-huizen en zuilenpartij al klaar, maar er kwamen geen kopers voor de percelen. De gemeente heeft het toen overgenomen en er een park van gemaakt dat nu op de werelderfgoedlijst staat. De lange rij wachtenden maakt dat we over het hek moeten kijken en weer een rondje gaan maken, door het vrij toegankelijke deel van het park om Gaudi zijn werk heen.

Via straatartiesten, restaurantjes en winkeltjes terug naar de bus. Instappen. Verd…. ben ik de kaartjes kwijt. Dat moet gebeurt zijn tussen uitstappen, betalen voor een mozaïek-hagedis, het handelsmerk van Gaudi, foto’s maken van de parkparkieten en het kijken bij de straatartiesten. Geen kaartjes, geen bus. Terwijl ik nog zoek in vakjes van de rugzak waarvan ik ook wel weet dat ik ze er niet in gedaan hebt, regelt Cees een taxi: “Het zij zo, niet meer over zeuren, we hebben ons geld, betaalpasjes en paspoorten nog”.

Na inlevering van 10 Euro stappen we uit op Placa Catalunya. We lopen een rondje om het plein om ons te oriënteren en pakken in de juiste zijstraat lijn 95. Andere bus, andere route de stad uit. Ik krijg een zitplaats aangeboden. Heeft Barcelona me zo’n stuk ouder gemaakt dat men voor mij opstaat? Bij de campinghalte aan de snelweg is de Spaanse meneer er niet meer. Logisch, die is natuurlijk voor zijn handel van morgen, in de stad kaartjes aan het rollen.

Geen opmerkingen: