Sønderborg, Denemarken, 18-6-2022

Kalkgrund

We zitten even in de lappenmand. Gelukkig niet Cees en ik, maar ons materiaal aan boord. Het begon met onze router voor de internetverbinding aan boord. Zodra we Duitsland waren binnengevaren kwam er op het scherm maar één zin te voorschijn: No Service! Een hele avond WhatsApp videobellen met Popke leverde alleen op dat die tekst werd vervangen door 'verbonden', maar daarna ook geen service leveren. Ook de hulp van onze Luitzen en zijn maat Eelko, die alvast hun 'Scapa Flow' naar Denemarken brengen en ons in Schleimünde treffen, brengt geen uitkomst. Allen komen tot dezelfde conclusie, Vodafone heeft iets gedaan waardoor ons internet in het buitenland trager dan traag is.

Bij het uitvaren van het Nord-Ostsee-Kanal blijkt onze wc verstopt. Eigenlijk is de vuilwatertank de boosdoener, hij zit helemaal vol en wil niet meer op zee lozen. Dit hebben we vaker gehad. Als er zeewater in komt en we tegelijk mijlen lang schommelen komt er vermoedelijk aangekoekte rommel los van de wand en die gaat dan precies op het laagste punt voor de afvoer liggen. De makkelijkste oplossing is om naar een vuilwater-afzuiginstallatie te varen, maar hier in de buurt weten we er niet één te vinden. We gaan voor anker net voorbij Holtenau bij Stickenhörn voor de nu verlaten zeilclub van de Engelse militairen. Dan blijkt dat we nog een probleem hebben. Eerst maakt de ankerlier, tijdens het steken van 15 mtr ketting, een raar geluid en daarna is ie oorverdovend stil. Maar terug naar het vervloekte puts-gebruik. In de rubberboot probeert Cees met de dekwash-slang water vanaf buiten door de afvoer te spuiten. Onbegonnen werk.

De volgende dag zeilen we 23 mijl hoog aan de wind, laveren op een bezeilde koers, om in een ultieme poging het vuil al heen en weer schuddend te lozen. Het heeft niet geholpen. Achter Maasholm toch maar weer voor anker, we denken dat we ons niet populair maken in een jachthaven als we daar in de vuilwatertank gaan roeren. Met de luchtpomp van onze rubberboot duikt Cees achter door het luik, haalt boven in de vuilwatertank een toevoer los en probeert al pompend druk in de tank te brengen. Het lukt pas na heel veel pogingen. Met spierpijn van het zitten op een ongemakkelijke plek, een lamme hand van het pompen en een halve vuilniszak vol met stinkende vodden en lappen, bewijzen we met het door de wc pompen van de inhoud van een pak melk dat het vuile water gewoon weer onder de boot naar buiten komt.

Terug naar het ankergebeuren. De ankerlier doet niks meer. Bij Stickenhörn komt langzaam de ketting naar boven door een hulptouw met haak steeds een stuk te verzetten op de ketting en dan met een lier op de mast omhoog te draaien. De ankerketting handmatig door de kluis laten zakken is dan een makkie. Bij Maasholm kiezen we voor de zekerheid minder diep water uit en steken maar 6 mtr ketting. Als de ankerlier vast houdt aan zijn werkweigering, is minder op te halen ketting aangenamer. Cees duikt nu in het voorluik en gaat aan het sleutelen. Zekering oké, op- en neerknoppen krijgen een groen vinkje. Stroomtoevoer ook goed. Het zit hem in de motor. Bellen met Lewmar. “Onderdelen? Ja, die ankerlier is 20 jaar oud. Nee, niks op voorraad in Nederland.” Als er al onderdelen besteld kunnen worden, dan komen die echt niet binnenkort deze kant op. En voor een nieuw type dat op de onder-plaat past durft niemand een leverdatum te noemen. Tegenwoordig met die oorlog tussen Rusland en Oekraïne schijnt plotseling niets meer leverbaar te zijn of is het extreem duur. Cees zoekt uren om eentje, van welk merk ook, die redelijk kan passen en ook nog op voorraad is.

Samen met de 'Scapa Flow' zeilen we vanaf de Schlei naar de Flensburger Fjord. Het is recht tegen de wind in en we blijven slagen maken. De mannen zetten door, zij laten het schip in Sonwik achter, gaan met de bus terug naar Nederland en komen later elk 3 vakantieweken met hun gezin terug. Wij verleggen de koers naar Sønderborg. Er kruipt iets groen over de vloer van onze boot. Ik had vast een extra grote fles afwasmiddel in de aanrechtkast gezet, omdat er nog maar een bodempje in de oude fles zat. Nu staan/liggen er 2 flessen met nog maar een bodempje. Met z'n tweeën op de knieën voor het aanrecht met heel veel aanrechtdoekjes en theedoeken gaan we aan de slag. Het groene spul zit op alles en zelfs in de kookpannen. Eén groot voordeel, het ruikt wel lekker.

Nu zitten we in de zon in de kuip met ons favoriete Deense witbrood met daarop die rozerode Orginele Danske Salami en een beker Yoggi Yordbær Yoghurt. Zal het thuisfront maandag met Vodafone overleggen, doet de wc het nog steeds prima, wordt er vermoedelijk volgende week een nieuwe ankerlier deze kant opgestuurd en kijken we uit op een vrolijk wapperende rij schoonmaakdoekjes.

Geen opmerkingen: