Zoutkamperril, 15-10-2011

Lauwersmar
De oude plakboeken zijn uit de kast gehaald en we zoeken het bouwnummer van ons vorige schip “Antje S”. Bij toeval kwamen we vorige week al googlend op de site van de Breehornclub. Het hoofdstukje “De Kast” trok onze aandacht. Vroeger op de Breehornwerf, toen nog in Ealahuzen, hield de eigenaar Laus van den Berg op de achterkant van de meterkastdeur de bouwnummers en namen van toekomstige eigenaren bij. De club wil graag meer weten over het reilen en zeilen van deze schepen. Bij nummer 26 is de naam Boonstra doorgestreept en op 31 weer ingevuld.

De koopakte van 31-8-1988 hebben we nog: Levering polyester casco (kleur donkerblauw) van een Breehorn 37 met losse ondiepe kiel en motor, incl. b.t.w. voor 56.600 gulden. Levertijd mei '89. Dat gaf ons een hele winter voor het uitwerken van de plannen: tekeningen maken van betimmering, materialen uitzoeken en bestellen. Eerst maakten we ons huis en tuin in orde, zodat daar het komende jaar niet veel aan hoefde te gebeuren. Eind september, tijdens het schilderen van de kozijnen, gaat de telefoon: Laus! Een klant heeft de order geannuleerd, reden weten we niet meer, en wij kunnen dat blauwe casco krijgen, wel zo snel mogelijk ophalen.

Nog niet eens echt met de bouw begonnen en daar gaat onze gedegen planning, maar we nemen haar. Naast ons huis op De Trieme komt het casco op een botenkar, voorheen gebruikt om boomstammen te transporteren, gehaald met een geleende tractor uit Emmeloord, te staan. Het budget laat geen dure transportkosten toe, dus het vervoer van de werf naar Dokkumer Nije Silen doen we ook in eigen beheer. Laus stelt een dekschuit ter beschikking en wij gebruiken de acht meter lange motorkajuitschouw van Cees z'n vader als sleepboot.

Oktober is al weer een mooi eindje op weg, als de herfst besluit in alle hevigheid los te barsten. Lekker comfortabel achter het roer, beschut tegen regen en stormachtige wind, met de “Vrijheid” varen we naar Warns om de dekschuit op te halen. Cees is de kapitein en ik ben de dekknecht en zit dik ingepakt in regenkleding midden op die ijzeren bak om bij te sturen. Zo voor de wind slaan de golven over me heen en er moet gas bij, anders haal ik Cees in. De nog droge sleepbootkapitein roept dat ik bij de haven van Ealahuzen de eerste de beste paal moet pakken om af te meren. Ik wou dat ik door al de stormachtige slagregens en opspattende golven een paal kon zien.

De volgende morgen, als de wind even is koffiedrinken, wordt het casco overgetakeld. We zetten kratten bier, Fryske droge worst en oranjekoek af voor het personeel. Betalen en vertrekken. Het regent niet meer, maar de wind doet er nog een tikje bij. Twee zwagers zijn nu de opstappers en Cees en ik gooien vanaf ons droge plekje broodjes en andere hartversterkers over. Voor de wind racen we op de Jeltesleatbrêge, er was toen nog een brug, af. Zo'n snelle opening hebben we nog nooit gehad. Op de Snitser Mar wordt het al schemerig. Met de dwarswind moeten we steeds dichter naar de bakboordtonnen, om met de sleep de groene stuurboordtonnen vrij te varen. De sluis van Terherne gaat op rood, ze gaan hem dicht doen met dit opstuwende hoge water. Gelukkig ziet ie op tijd dat we in het donker geen kant op kunnen en draait de deuren snel weer open. Tijd om de wal op te zoeken.

Vroeg in de morgen weer op pad, over het Prinses Margrietkanaal richting Ljouwert. Na de Foanejachtbrêge is de koers pal west, maar de wind is te sterk. Onze sleepboot kan het niet aan, we gaan langzaam achteruit in plaats van richting stad. Omkeren maar. De enige haven die voor de wind te bereiken was, is Noardburgum aan de Zwemmer. We lenen de oude blauwe Ford tractor, hij doet het nog prima maar heeft soms wat schakelproblemen, van mijn vader en het laatste stuk naar De Trieme gebeurt over de weg.

Het gaat in wandeltempo met ik er achteraan in de auto, knipperlichten aan, richting Kollumersweach. Op de spoorwegovergang, een mooie verhoogde hobbel, wil Cees een versnelling terug schakelen, als de versnellingspook grappig begint te doen en blijft vastzitten. We blokkeren zowel trein- als autoverkeer. Ramptoeristen volop. Een tegenliggerauto kijkt zo achterom dat hij de spiegel van onze auto er af rijdt. Cees blijft rustig en begint te sleutelen. Tegelijk met het herstarten, springt het licht op rood en klinkt het spoorwegalarm. Gas geven! De overwegboom valt mooi achter onze Breehorn neer. Met trillende benen ruk ik de loshangende spiegel van de auto af en zet na de trein de achtervolging in. De afbouw en tewaterlating van “Antje S”was verder een makkie.

Het bouwnummer hebben we jammer genoeg niet gevonden, maar op de boot moet nog een plaatje zitten met het juiste nummer.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Wat een prachtig stukje historie, sommige dingen leken wel te gaan als hier. Ik ben inmiddels in Manado en heb de korte broek weer aan.

Sampai jumpa! (tot ziens)

Hennie

Anoniem zei

Wij zijn sinds 4 jaar eigenaar van jullie Antje S. Ze heet nu Zwarte Haan en ze is in goede handen!

Ytje van der Hoek en Taco Bruin