Dokkumer Nije Silen, 30-9-2011

Lepelaarplassen
Via Almere, Oostvaardersplassen-haventje, Trintelhaven, Langwar, Tsjûkemar, Earnewâld, Raard en Kollum zijn we weer in Jachthaven Lunegat aangeland. We hebben alles kunnen zeilen. Natuurlijk moesten de stadsgrachten op de motor, maar de sluis van Terherne, die bijna altijd open staat, is deze keer ook weer zeilend meegenomen. Wel hebben we naast het sluiswachtershokje even de motor op stationair bijgezet, omdat we bij vorige passages al een paar keer op de regels zijn gewezen: “Motor aan en zeil naar beneden!” Deze keer hebben we de sluiswachter niet gezien, maar dat komt misschien ook omdat we de andere kant opkeken.

Twee maal hebben we gewinkeld. In Lemmer om een verjaardagscadeau voor Gerke en in Almere voor de broodnodige aanvulling van de provisiekast. Daar in het natuurgebied ten noorden van de stad, liggen we erg graag. Even door de sluis in de Blocq van Kuffeler, zo'n vier en een halve meter zakken, en dan is er altijd wel een mooie ligplaats te vinden, midden in de natuur, met fietspaden naar zowel de Albert Hein in een buitenwijk van de stad, als een fietsroute zonder druk autoverkeer in de omgeving van de Lepelaarplassen.

Waar zijn de fietssleutels? Voor we uit onze thuishaven wegvoeren, heeft Cees de Kia naar de garage gebracht en de sleutels, dus niet alleen die van de auto, afgegeven. Nu moet het reservebakje met “kaaien”op de kop. Om al die losse sleutels te bundelen pak ik een sleutelhanger uit de kast achter het toilet. Dat is zo'n dolfijntje met een lichtje en geluidje, die we gebruiken om bij te lichten voor het aflezen van de daar hangende thermometer. Met een sensor in de achterbank, kun je dan zowel kijken of het onder nul wordt in de achterste kajuitbank, alsmede of de motorruimte niet boven kookpunt komt bij lang op de motor varen. Erg handig.

Met een volop schijnende zon bij windstil weer, belanden we al snel in de schaduw van vogelkijkhut De Lepelaar. Het is er druk en het kost nogal wat tijd en moeite om een plaatsje bij het raam te bemachtigen. Tenslotte zit ik op de eerste rij met camera in de aanslag klaar en geen vogel te zien, als er een piepend fiedeltje klinkt. Alle hoofden gaan, met gespitste oren, 360 graden in het rond. Eén vogelaar stapt zelfs naar buiten om te kijken of dit vogeltje ook op het dak van de hut zit. Niets te zien. Onze aandacht wordt afgeleid als er een Havik voorbij komt.

Daar is het piepende riedel-vogeltje weer terug. Hé ik ken dit geluidje! Ik zie zelfs door iemands broekzak een lichtje schijnen. Ik probeer de veroorzaker, die zich duidelijk verveelt, met wenkbrauwsignalen te laten stoppen. Tevergeefs. De fanatieke vogelkijker is al weer naar buiten gelopen maar kan niets ontdekken. Als hij terug komt, lukt het zijn vrouw wel om hem in een mum van tijd met gebaren duidelijk te maken hoe de vork in de steel zit. Om hun grijnzende gezichten te verbergen, ziet de rest plotseling iets heel interessants verder op de plas. We moeten maar eens weer opstappen.

Geen opmerkingen: