IJsseloog, 3-9-2013

IJsseloog

Toe we de boot bouwden, heeft Cees er direct rekening mee gehouden dat de wc altijd een teer punt is aan boord. Daarom heeft ie het zo gemaakt dat het pompsysteem ook de andere kant op kan werken. Ik bedien de pomp en Cees doet hier afsluiters dicht en daar weer andere open. Alles werkt en in deze afvoeren zit het probleem niet. De verstopping zit in de vuilwatertank zelf. Plan B: Dat betekent dat hij met een waterslang het buitenwater in gaat en dat ik op de boot heen en weer ren van dekwashpompschakelaar naar weer andere afsluiters en kranen. Met een doek om de slang geknoopt probeert Cees de afvoer onder de boot af te dichten en door te spuiten. Gelukkig voor hem lukt het niet en komt ie nog schoon uit het water.

De volgende morgen gaan we over op plan C. In het boerenbedrijf, waar we beiden vandaan komen, heet dit mestmixen. Het waait noordoost 4. Vanuit Pampushaven varen we naar het haventje aan de IJsselmeerdijk tegenover de Oostvaardersplassen. De koers is krap bezeild, maar wij maken laverend korte slagen. We blijven dicht bij de dijk, daar zijn de golven het onrustigst. Andere zeilers kijken verwonderd naar onze zeiltechniek. Hun commentaar zal wel de zelfde zijn als dat in zo'n geval bij ons aan boord gebeurt: “Zijn vast huurders!” We werken hard: door de wind, de fok weer naar de andere kant, hoogste golven opzoeken en zo schuin mogelijk zeilen. Het werkt! We kunnen weer naar het toilet!

Vijf dagen later weer stront aan de knikker. Onze rubberboot is weg. Voor het ontbijt, we liggen voor anker in IJsseloog, ligt ie nog mooi vastgeknoopt aan de rubberen zwemtrap naast de boot, maar na het tweede kopje thee is die plek leeg. Nergens om ons heen drijft een rubberboot met buitenboordmotor rond, kan ook niet, het is windstil en onze bijboot zat met een degelijke knoop vast. Er vaart alleen een grijze rubberboot op volle snelheid bij de groep voor anker liggende schepen vandaan naar het einde van de slenk in de richting van het Ketelmeer.

We vestigen een PR in de discipline ankerop en zetten de achtervolging in. Onze omringende buren schommelend achterlatend op een hekgolf van een kleine meter. We halen hem langzaam in, onze Antje C is sneller, maar we zijn met een achterstand begonnen. Als we het einde van de slenk naderen zien we duidelijk dat het onze rubberboot is en dat er een opblaasbare kano wordt gesleept. Dan draait ie plotseling om en komt op ons afvaren. Hij roept dat ie een rubberboot heeft gevonden en dat ie de eigenaar zoekt. Pas als onze bijboot weer vastgeknoopt zit aan onze zeilboot maken we onze twijfels kenbaar: Dat ie goed zat vastgeknoopt en al een dag en een nacht zo heeft gelegen zonder problemen. En als je de eigenaar zoekt, waarom vaar je dan zo hard? Alle boten liggen bij elkaar voor anker, waar jij naar toe ging liggen helemaal geen boten. De “eerlijke vinder” hoort het al niet meer. Hij heeft geruisloos met zijn kano de peddelbenen genomen.

Met cafeïne spoelen we de adrenaline weg. “Mevrouw Stemband” wat heeft U nu geleerd? Dat we de wc met meer water moeten doorspoelen, dat het rode stopkoordje niet aan de buitenboordmotor mag blijven zitten als je hem niet gebruikt en dat de rubberboot aan de davits hangend het diefstalveiligst is.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Klinkt als een avontuur van de schippers van de kameleon. Ik mis veldwachter zwart in het verhaal.

Gr Gerke en Jitske

Cees en Anneke Boonstra zei

IJsseloog is per fiets niet bereikbaar, daarom hebben we geen contact opgenomen met veldwachter Zwart.

Anoniem zei

Maar wel per waterfiets, dus had veldwachter Zwart wel kunnen komen.....

Groetjes Hennie

Cees en Anneke Boonstra zei

We kunnen ons uit de Kameleon-boeken, vroeger allemaal gelezen en later weer voorgelezen geen waterfiets herinneren. Maar oké, we denken met jullie mee. We nemen aan dat Zwart intussen een mobiele telefoon heeft en de verantwoordelijkheid voor deze zaak overdraagt aan de waterpolitie, die meteen uitrukt. Wat moeten wij dan intussen doen? Het kenteken van de opblaasbare kano opschrijven?