Het waait stevig. We varen in de scheren noord van Oskarshamn met alleen de fok er op. Cees rolt de fok nog meer in en toch gaan we nog steeds met een gang van 7 mijl tussen de stenen door. Dit gaat te gortig. Weer reven. Er blijft een fokje van zakdoekformaat over, maar we blijven te hard gaan. Als de windmeter windstoten van meer dan 14 m/sec noteert is het tijd om een plekje in de luwte te zoeken. Bij Figeholm, in een baaitje met vakantiehuisjes rondom, gaat het anker er in.
Terwijl de één met de moederdag-puzzelboekjes
bezig is en de ander even een knippertje doet, gaat het alarm af. Het anker
krabt. Het is maar een klein stukje en het lijkt dat ie nu betere houvast heeft
gekregen. De kok begint met de warme maaltijd en ondertussen komt op de Navtex
het weerbericht voor de nacht binnen. Stormwaarschuwingen, onweer, regen en
meer van dat alles waar we niet op zitten te wachten met een anker dat de
neiging heeft om te krabben. Toch maar naar de kade van de jachthaven.
Vuur onder de aardappelen uit, motor aan en
stroom op de ankerlier. Hij komt een eind naar boven, maar dan is het ho. De
kapitein roept naar achteren: “Motor vooruit, motor in de achteruit!” We zitten
vast en blijven vast zitten. Zit het anker achter een steen of hebben we die
ene kabel gevonden die niet op de kaart staat? Het anker komt net niet ver
genoeg omhoog om te kunnen zien wat hem in de greep houdt. Werkoverleg!
Anker zo ver mogelijk omhoog lieren. Dan met een rotvaart laten vallen, terwijl met de motor in de vooruit gang gemaakt wordt. Met een schietgebedje hopen dat ons onderwaterobject zo gauw niet door heeft wat er gebeurt en het nakijken heeft. Het lukt! De wandelaars op de kade kijken met verbazing naar de manier waarop die Hollanders varen en dan negeren ze ook nog de Zweedse methode van aanleggen met achter-afmeerboeien, maar gaan pontificaal langs de kade liggen. Wij zijn er gelukkig mee. Stevig vast aan de kade, boot mooi met kop op de wind en morgenvroeg broodjes van de warme bakker.
Anker zo ver mogelijk omhoog lieren. Dan met een rotvaart laten vallen, terwijl met de motor in de vooruit gang gemaakt wordt. Met een schietgebedje hopen dat ons onderwaterobject zo gauw niet door heeft wat er gebeurt en het nakijken heeft. Het lukt! De wandelaars op de kade kijken met verbazing naar de manier waarop die Hollanders varen en dan negeren ze ook nog de Zweedse methode van aanleggen met achter-afmeerboeien, maar gaan pontificaal langs de kade liggen. Wij zijn er gelukkig mee. Stevig vast aan de kade, boot mooi met kop op de wind en morgenvroeg broodjes van de warme bakker.
2 opmerkingen:
Jullie hebben wat met kabels
Ja, we hebben wat met kabels, maar 't is geen liefdesrelatie.
Een reactie posten