Vanuit Brabant zijn we afgelopen dinsdag weer wat naar het noorden getrokken, onze útfanhûzer kwam. Op de camping bij Nunspeet vindt hij het maar zozo. Er is volgens hem te weinig te beleven. Daar heeft ie wel een beetje gelijk in, op de natuurcampings van Staatsbosbeheer zijn de rustzoekers met weinig eisen te vinden, een bejaardencamping dus. Het enige wat we beleven is dat hij een klapband krijgt. Dan komen die “oude” kampeerders goed van pas, ze hebben alle tijd om het bandenplakverhaal aan te horen en hebben voor alle klussen dubbele setjes gereedschap bij zich.
Na een drukke dag Dolfinaruim, we trekken
Gerke uit de speeltuin mee naar de dolfijnenvoorstelling, naar de kunstjes van
de zeeleeuwen, de geregisseerde rondjes van de bruinvissen en de balspelletjes
van de dolfijnen, verkassen we de volgende morgen naar De Paalberg bij Ermelo.
Als hij het kleine speeltuintje op ons veldje ziet, wil hij direct weer
vertrekken: “Dit is ook een camping van niks!” Gelukkig komt er een jongetje
langs die ook gezelschap zoekt en hebben we er geen kind meer aan. Samen doen
ze voetbalspelletjes, genieten van het voorlezen en gaan met de opa, gewapend
met zaklamp, op jacht. Konijntjes vangen in de lichtbundel en dan tellen wie de
meeste vangt.
Zaterdag werd ie weer opgehaald en zoeken wij weer de rust op. Vlakbij Staphorst, nooit geweten dat daar zo veel bos was, bij het plaatsje Punthorst vinden we camping De Dassenburcht. De naam zegt het al, ook wij moeten ’s avonds, als de andere kampeerders al aan hun bedje denken, op jacht. Er is vergeten de zaklamp op te laden, met gevolg dat we in het donker struikelend tussen de bomen door de bosrand opzoeken en na paar kilometer lopen tegen een boom gaan zitten om uitkijk te houden. Er is geen beest te zien. Het verveelt ons al gauw, er is niks te beleven op deze camping.
Zaterdag werd ie weer opgehaald en zoeken wij weer de rust op. Vlakbij Staphorst, nooit geweten dat daar zo veel bos was, bij het plaatsje Punthorst vinden we camping De Dassenburcht. De naam zegt het al, ook wij moeten ’s avonds, als de andere kampeerders al aan hun bedje denken, op jacht. Er is vergeten de zaklamp op te laden, met gevolg dat we in het donker struikelend tussen de bomen door de bosrand opzoeken en na paar kilometer lopen tegen een boom gaan zitten om uitkijk te houden. Er is geen beest te zien. Het verveelt ons al gauw, er is niks te beleven op deze camping.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten