Langs de Franse uitlopers
van de Jura komen we via de toeristische route in de Vogezen. Daar willen we
voor twee nachten een camping zoeken. Het is een mooi gebied, het rondkijken
waard. De keus valt op een camping met gratis wifi, alleen zit die wel hoog op
een berg, maar niet de onze. Een klere eind dalen, door een onaantrekkelijk
stadje in het dal en dan weer s-bochten makend omhoog naar een camping met een
uitstraling van hier is nog niemand welkom en de wifi doet het ook nog niet.
We parkeren op de schuin afdalende oprit en zoeken de receptie. Gesloten. Op de bel van het woonhuis reageert alleen een binnen zittende mannenstem. Hij schreeuwt iets in het Frans, voor ons onverstaanbaar. Ik interpeteer het als ‘rot op’. Cees zegt we pakken gewoon een plek en dan zien we wel wat er van komt. Er komt nog een klant, een camper. Hij parkeert een stukje achter ons, stapt uit en vraagt: “is de boel hier wel open?” Dan begint de camper te rollen, hij rent er naar toe, vergeet dat in zijn camper de handrem niet in het midden maar aan de bestuurderskant aan de deurzijde zit en grijpt in het luchtledige. De klap klinkt harder dan dat ie is. Tenminste voor ons. Onze fietsen blijven heel, had niet gehoeven, we zijn hoognodig aan nieuwe toe. Het fietsenrek vangt de botsing op. De kunststof verbindingsstukken schuiven uit elkaar en er breekt ook wat af. Voor de camper loopt het minder goed af. De kreukelzone van de motorkap laat zien wat ie kan en links breekt het lampenglas.
De volgende dag, na het invullen van ‘t schadeformulier, vertrekken we richting Luxembourg. Met de Vogezen zijn we nu wel klaar; blijven we wel een nachtje extra in onze Benelux-partner. Maar de leidster van dit kamp is ons te streng. We willen uitslapen, maar net na tienen wordt er geklopt. Half wakker, half aangekleed en een half broodje op ons bordje: “Voor 10.00 uur doorgeven dat u nog een dag extra blijft, of voor 10.30 uur vertrekken!” Vriendelijkheid kost niets, maar we zullen het ergens anders moeten zoeken. Zo vertrekken we nog hals over kop van een bijna lege camping.
Het is zondag. De zondag van de wielerwedstrijd Luik-Bastenaken-Luik. Om file-vrij te blijven gaat de tocht met een omweg door Duitsland naar Nederlands Limburg. Mooie rustige camping bij het plaatsje Reuver. Fietstochtje in een oude munutieopslag, nu natuurgebied, net over de grens in Duitsland. Oud kruid slaat wit uit? Een albino Damhert kruist ons pad. Na twee nachten gaat het richting Veluwe. Vandaag is Gerke gekomen om een paar dagen met ons mee te reizen. Zien we de kinderen en kleinkinderen weer en kunnen we ons eigen internet-mb’s weer gebruiken. In Nederland is het ook erg mooi.
We parkeren op de schuin afdalende oprit en zoeken de receptie. Gesloten. Op de bel van het woonhuis reageert alleen een binnen zittende mannenstem. Hij schreeuwt iets in het Frans, voor ons onverstaanbaar. Ik interpeteer het als ‘rot op’. Cees zegt we pakken gewoon een plek en dan zien we wel wat er van komt. Er komt nog een klant, een camper. Hij parkeert een stukje achter ons, stapt uit en vraagt: “is de boel hier wel open?” Dan begint de camper te rollen, hij rent er naar toe, vergeet dat in zijn camper de handrem niet in het midden maar aan de bestuurderskant aan de deurzijde zit en grijpt in het luchtledige. De klap klinkt harder dan dat ie is. Tenminste voor ons. Onze fietsen blijven heel, had niet gehoeven, we zijn hoognodig aan nieuwe toe. Het fietsenrek vangt de botsing op. De kunststof verbindingsstukken schuiven uit elkaar en er breekt ook wat af. Voor de camper loopt het minder goed af. De kreukelzone van de motorkap laat zien wat ie kan en links breekt het lampenglas.
De volgende dag, na het invullen van ‘t schadeformulier, vertrekken we richting Luxembourg. Met de Vogezen zijn we nu wel klaar; blijven we wel een nachtje extra in onze Benelux-partner. Maar de leidster van dit kamp is ons te streng. We willen uitslapen, maar net na tienen wordt er geklopt. Half wakker, half aangekleed en een half broodje op ons bordje: “Voor 10.00 uur doorgeven dat u nog een dag extra blijft, of voor 10.30 uur vertrekken!” Vriendelijkheid kost niets, maar we zullen het ergens anders moeten zoeken. Zo vertrekken we nog hals over kop van een bijna lege camping.
Het is zondag. De zondag van de wielerwedstrijd Luik-Bastenaken-Luik. Om file-vrij te blijven gaat de tocht met een omweg door Duitsland naar Nederlands Limburg. Mooie rustige camping bij het plaatsje Reuver. Fietstochtje in een oude munutieopslag, nu natuurgebied, net over de grens in Duitsland. Oud kruid slaat wit uit? Een albino Damhert kruist ons pad. Na twee nachten gaat het richting Veluwe. Vandaag is Gerke gekomen om een paar dagen met ons mee te reizen. Zien we de kinderen en kleinkinderen weer en kunnen we ons eigen internet-mb’s weer gebruiken. In Nederland is het ook erg mooi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten