Intussen zijn we terug in de Camargue. Dat is eigenlijk de schuld van Monaco.
Vanaf de camping in Cagnes sur Mer is het via de kustroute ongeveer 40 km naar
Monte Carlo. Nog maar net onderweg komen we in Nice in de file. Met drie auto’s
naast elkaar kruipen we langs bouwwerkzaamheden aan de boulevard. Na de
zoveelste wegversmalling, wegomlegging en een tijdelijk stoplicht, wel met
aftelmechanisme zodat het wachten korter lijkt, komen we eindelijk buiten de
stad.
Dan volgt er een rustiger stukje met mooie vergezichten. Maar dan verspert de gendarme ons de weg bij de toegang van de stad Eze. Niemand mag door de stad. Waarom wordt er niet bij verteld. Omleiding via een smal weggetje de berg op. En daar staat een file! Omkeren zit er niet in, het pad is te smal. Als er eens een auto van de andere kant komt, moet onze rij tegen de muur, in de haag of zo dicht mogelijk tegen het hek van het aangrenzende huis. Na drie uur bereiken we Monaco.
Daar is een man met een zwarte pet met een rood-wit randje die met zijn hand omhoog voor ons de weg opstapt en naar een parkeerplek voor het bord ‘tolere’ wijst. Moeten we tol betalen? Nee, de paspoorten moeten uit de tas. Of deze meneer zijn dienst is net begonnen en zit nog vol ijver, of hij is net aangenomen en moet zich nog bewijzen of wij zien er erg onbetrouwbaar uit. Het duurt heel erg lang voor dat alle mogelijke nummers zijn gecontroleerd en er door zijn portofoon toestemming komt dat we mogen doorrijden. We voegen weer in in de autorij, missen de afslag naar de haven en zijn binnen een mum van tijd weer buiten het land Monaco.
Terug het land in? Weer langs de douane? We hebben langer bij de douane gestaan dan dat we in het land zijn geweest! In het dikke halfuur dat we terug naar de camping rijden zijn we het roerend eens. Wij zijn geen stadmensen. We vinden dit geen fijne kustroute en op de kaart blijkt dat het in Italië gewoon zo door gaat. Te veel gebouwen, auto’s, scooters en mensen. We gaan terug naar de rust en ruimte van de Camargue.
Dan volgt er een rustiger stukje met mooie vergezichten. Maar dan verspert de gendarme ons de weg bij de toegang van de stad Eze. Niemand mag door de stad. Waarom wordt er niet bij verteld. Omleiding via een smal weggetje de berg op. En daar staat een file! Omkeren zit er niet in, het pad is te smal. Als er eens een auto van de andere kant komt, moet onze rij tegen de muur, in de haag of zo dicht mogelijk tegen het hek van het aangrenzende huis. Na drie uur bereiken we Monaco.
Daar is een man met een zwarte pet met een rood-wit randje die met zijn hand omhoog voor ons de weg opstapt en naar een parkeerplek voor het bord ‘tolere’ wijst. Moeten we tol betalen? Nee, de paspoorten moeten uit de tas. Of deze meneer zijn dienst is net begonnen en zit nog vol ijver, of hij is net aangenomen en moet zich nog bewijzen of wij zien er erg onbetrouwbaar uit. Het duurt heel erg lang voor dat alle mogelijke nummers zijn gecontroleerd en er door zijn portofoon toestemming komt dat we mogen doorrijden. We voegen weer in in de autorij, missen de afslag naar de haven en zijn binnen een mum van tijd weer buiten het land Monaco.
Terug het land in? Weer langs de douane? We hebben langer bij de douane gestaan dan dat we in het land zijn geweest! In het dikke halfuur dat we terug naar de camping rijden zijn we het roerend eens. Wij zijn geen stadmensen. We vinden dit geen fijne kustroute en op de kaart blijkt dat het in Italië gewoon zo door gaat. Te veel gebouwen, auto’s, scooters en mensen. We gaan terug naar de rust en ruimte van de Camargue.
1 opmerking:
Leuk verteld .
een volger MMB
Een reactie posten