Als Sund, Denemarken, 4-8-2017

Troense Denemarken

Wind en buien hebben ons deze week geholpen, geplaagd en versteld doen staan. Op het traject Nyborg – Troense komt ons halverwege een bui tegemoet. We horen het rommelen en de bliksemschichten gaan loodrecht naar beneden. In plaats dat die bui netjes voor ons langs gaat, omarmd ie ons over een gezichtsveld van 180 graden. We doen wat de andere 15 zeiljachten om ons heen doen. Als de bliksem de zeilen opruimen en motorkracht vol vooruit de haven van Lundeborg in, waar we toevallig vlakbij zijn. De eerste de beste plek pakken waar onze nieuwe buren de duimen omhoog steken: precies op tijd binnen. De bui gooit een paar spatten naar beneden, rommelt nog even boven het land en dan kijkt iedereen verbaasd om zich heen. Waar is die bui zo snel gebleven?

Na een uurtje stroomt de haven weer leeg, iedereen heeft er weer vertrouwen in en ook wij zetten door naar de ankerplek in de bocht van Troense. Ruimte zat, maar drie mede-ankeraars, koffie in de kuip en een paar zwarte wolkjes aan de lucht. Eén zo'n wolkje van niks blijft boven de ankerplek hangen en pakt uit. Het is niet mooi meer, stormwind van meer dan 8 Bft, plensregen die als hagelstenen op het dek valt en een zicht tot de punt van de boot. Cees stelt snel het ankeralarm in, als ons anker dit maar houdt? Deze bui heeft geen haast, laat regen door de zonneventilatoren naar binnen spatten en vindt dakluiken op ventilatiestand ook interessant. Het goede nieuws is; het dek is brandschoon, daar kan geen dekborstel tegenop en het anker heeft het gehouden. Vannacht kunnen we rustig slapen.

De volgende dag laten we de harde wind aan ons voorbij gaan in Svendborg en dan gaat het richting Faaborg. Drukkend heet, nauwelijks wind, meer dan 30 graden in de kajuit. Als we een mooi plekje aan de kade veroverd hebben, kijken we naar boven naar de kleine zwarte wolkjes. Kom maar op, we kunnen wel wat verkoeling gebruiken. Lachend trekken ze over.

Faaborg – Divig. Mooie wind, krap bezeild, zonnetje erbij. De wind heeft er zin. Al gauw moet er gereefd worden, is het niet meer bezeild en moet er een lange slag gemaakt worden. Plagerig ruimt de wind weer, stelt zijn kracht wat bij: reven er weer uit. De regen doet lekker mee. Gooit meer dan een handvol druppen omlaag, laat ons regenpakken aantrekken en geeft het zonnetje weer voorrang. Zo wordt het een hele drukke dag: reef er in, reef er uit, regenpak aan, regenpak uit. We geven ons niet gewonnen en maken, daar waar iedereen er de brui aangeeft en verder op de motor verder gaat, een slag van meer dan drie mijl om Divig aan te kunnen zeilen. Dat doorzetten kunnen wind en regen wel waarderen. Ze laten ons netjes ankeren, het dek opruimen, koffie zetten en dan pas komen ze met de ankertest en luikenproef. Geslaagd!

Voor de wind uit en met een bui op de hielen gaat het alleen op de fok zuidwaarts richting Augustenborg. Achter ons verdwijnt het zicht, maar dat geeft niet, daar zijn we al geweest. Met een gang van 8 mijl worden we niet ingehaald. Maar bij het zoeken naar een ligplaats en het afmeren, krijgen ze ons wel te pakken. Met voor nog geen spring vast duiken we naar binnen. De wind is een slechte verliezer en waait gemeen al het vieze stof van de kade op ons dek en laat daarna de regen het lekker kleverig maken. Oké, maken we morgen wel schoon.

Vandaag heeft de wind ons uitgedaagd om een zeilvoering te vinden die past bij 7 Bft en meer in smal vaarwater. Het is de kleine fok met de grote fok uitgerold tot het zelfde zakdoekjesformaat als de kleine geworden. In Mijlen snelheid gaat het één cijfer hoger dan de Beauforts van de wind. Bij deze zuidwesten wind is liggen in Sønderborg niet zo aantrekkelijk en daarom pikken we een boei op in de Ale Sund. De combinatie harde wind en pittige stroom uit een andere richting maakt dat we gieren als de pest. We bedanken de wind voor het testen van de houvast van de boei in alle richtingen en prijzen de regen voor de plensregen die het dek weer schoon heeft gewassen.

Geen opmerkingen: