Diken, 17-9-2017

Birdaard

Tussen Dokkum en Ljouwert zoeken we een plaatsje aan een Marrekrite steiger om te overnachten. Het is erg druk, maar bij de laatste steiger net voor de stad hebben we geluk, er ligt maar één motorboot. Wel ligt ie precies in het midden. We varen op hem af, de eigenaar loopt door zijn gangboord en doet of hij ons niet ziet. Dat lijkt niet veelbelovend. Op mijn vraag om op te schuiven, kijkt ie of ik een onbekende taal spreek. Zijn Nederlandse vlag doet mij de vraag opnieuw stellen in mijn beste ABN en goed articulerend. Hij schudt zijn hoofd met een krachtig “Nee”. Omdat ons motto altijd is geweest: Als de buren ons niet aanstaan, varen we gewoon weg, draaien we weer af. Zijn vrouw komt uit de kuip en er volgt onderling overleg. Iets over normen en waarden of vaaretiquette? Dan staat ie naar ons te wenken en roept wat. Wij zijn al zoveel verder gevaren dat we hem niet meer verstaan.

Tot de Ee-brug en daar is het om 16.15 uur stop, de brug heeft zijn zondagse spitsuur. Achter ons meert een Engelse motorboot aan. De eigenaar, een solovaarder met hond, komt vragen wanneer Ljouwert weer open gaat en of we door de hele stad heen gaan. Hij denkt dat als we met zijn beiden zijn, de bruggen sneller draaien en hij wil Grou nog halen. We hebben een prettig gesprek, zeggen hem toe dat we wel mee gaan, behandelen zijn vakantiereis naar Berlijn en de onze naar de Poolse Oder. Bespreken de prijzen van voedsel en de havengelden in Nederland en Engeland en debatteren over de Brexit en Schotland en Ierland. Het licht gaat op groen voor we het door hebben. De stad gaat vlot en we nemen hartelijk afscheid van 'man met hond' in het Van Harinxmakanaal, waar hij wel onder de bruggen door kan en wij op een opening moeten wachten.

Een paar dagen later, zeilend op de grote fok, in het Prinses Margrietkanaal bij Grou, wil een motorboot ons inhalen. Wij varen netjes aan stuurboord, maar hij vaart zo dicht mogelijk tegen de linker wal. Pas naast ons herkennen we de nee-zeggende motorbootvaarder van de Dokkumer Ee. Hij krijgt een stijve nek van het recht voor zich uitkijken. We kunnen niet eens vriendelijk naar hem wuiven. Maar het kan ook zijn dat ie kramp in zijn nek krijgt van het lachen. Hij zit lekker warm en droog achter het raam, wij staan buiten in winterkleren met regenpak, terwijl het water uit ons haar drupt door een overtrekkende plensregen.

Door naar Snits. Helemaal alleen aan een mooie Marrekrite steiger net voor de stad. De volgende morgen komt er een mailtje binnen van de 'buren' aan de overkant van het water: Vripack Yachting, een ontwerpbureau van jachten. Ze hebben ons zien liggen, waren nieuwsgierig naar het ontwerp, keken op Marinetraffic of we AIS hadden, onze naam opgezocht op internet en zo op onze site gekomen. Er gaan wat mailtjes heen en weer. Ik heb jaren terug als secretaresse bij Jachtwerf Akerboom in Burgum gewerkt en wij bouwden toen de Doggersbank, een ontwep van Vripack. Als we terug komen uit de stad Snits is 'onze' steiger bezet, we moeten een ander plekje zoeken. Wij krijgen een prettig mailtje dat als we even doorgeven dat we in de buurt zijn, zij de motorboten voortaan zullen wegjagen. Uitslag van de Vriendelijk Mensen tegen de Onvriendelijke Mensen: de Vriendelijke Mensen hebben met 2 tegen 1 gewonnen!

Geen opmerkingen: