Dokkumer Nije Silen, 30-11-2017

Zoutkamperril

Sinds een paar weken vliegt er in het Lauwersmar de, voor Nederland zeer zeldzame, Grijze Wouw rond. Hij, het is een mannetje, heeft tijdelijk zijn jachtgebied gevonden op de Blikplaat en omgeving. Als je vanaf het meer naar Zoutkamp vaart, houd je dit nauwelijks toegankelijke gebied met daarin De Babbelaar aan stuurboord. Vanaf de uitkijkbult bij natuurcamping De Pomp is ie zittend in een dode boom te zien, maar dat is zover weg dat het op de foto net zo goed een oude witte plastic zak had kunnen zijn. Dat is dus een foto uit de reeks 'die stip daar bij het pijltje'.

Na een paar keer vanaf dit uitkijkpunt mijn ogen gepijnigd te hebben om door mijn verrekijker die Grijze Wouw te vinden, meestal pas na leentjebuur gespeeld te hebben bij iemand met duurdere kijkapparatuur, probeer ik wat dichterbij te komen. Vanaf de parkeerplaats, verderop op de Kwelderweg tegenover die boerderij met de windmolen, gaat het lopend door het natte gras tot uitkijkpunt De Baak. Dat is goed te doen, maar verderop is het pad overgroeid, totaal niet vlak en met schoenen die twee keer zo zwaar zijn van de glibberige modder, kom ik na meer dan een uur tot de ontdekking dat vanaf daar helemaal niets te zien is. Op de terugweg wast de regen mijn broekspijpen en schoenen weer een beetje schoon.

De derde poging om dichterbij te komen. Omdat de zeilen van onze boot nog ingepakt moeten worden voor de winter, trekken we alles omhoog en zeilen, de zon maakt ze ondertussen mooi droog, een rondje over 't meer. Cees vraagt waar zullen we gaan liggen om alles in te pakken en op te ruimen. Ik weet het wel: In de Zoutkamperril aan die steigers daar in 't begin met naar het westen uitzicht op het roofvogeljachtgebied. Tot het donker wordt en de volgende morgen vanaf de koffie staat de camera op het statief klaar in de kuip. Geen Grijze Wouw gezien.

Terug in de jachthaven krijg ik een tip om bij één parkeerplaats eerder dan die van De Baak het wandelpad pal naar het noorden te nemen. Op de eerste de beste dag met volop zon rij ik er naar toe. Rugzak, camera in de aanslag, over een stukje fietspad en door het hekje. Een man komt net terug lopen. Ik vraag hem of hij dat gezien heeft waar ik hier voor kom. Ja, dat heeft ie. Ondertussen kijkt hij naar mijn schone jas en lage sportschoenen. “Dat gaat zo niet lukken” is zijn commentaar. Zelf is ie net een sneeuwpop, maar dan van modder. Deze vierde poging ga ik uitstellen tot de grond hard bevroren is, maar als die Grijze Wouw verstandig is heeft ie dan al zijn vleugels genomen en is terug gevlogen naar waar hij vandaan komt, het warme zuiden.

Geen opmerkingen: