Als Sund, Denemarken, 31-7-2019

Avernakø, Denemarken

Het eiland Avernakø is populair bij watersporters. We zorgen er dan ook voor dat we er vroeg op de middag zijn, in de hoop nog een ligplaats te vinden. Smalle ingang, dan een klein kommetje, één middensteiger met boxen, waar we niet in passen, en langs de rand van de haven ligt iedereen al dubbel. Helemaal achterin is een stuk steiger vrij en achteruit doen we een poging. Verschrikt grijpt iedereen naar de stootwillen en roepen ons toe dat we niet bij hun langszij kunnen en dat het daar erg ondiep is. Zonder iemand te raken pakken we de haakse hoek en proberen iedereen gerust te stellen door te roepen dat onze diepgang maar 1,50 mtr is. Een prachtige plek, met uitzicht op zee, waar de dieptemeter 1,70 mtr aangeeft. Cees neemt de pluimpjes van de stootwillen-opruimende schippers in ontvangst voor zijn staaltje stuurmanskunst.

De volgende dag waait het hard, niemand vertrekt. Er wordt alleen op de fok voor de wind gezeild. Een enkeling worstelt er tegenin en laat zich nat sproeien door overkomend water. Een zeilboot die op de motor tegen de flinke golven in stuitert heeft onze haven als reisdoel uitgezocht. Vanaf het westen vaart ie ruimschoots rond de gevarenton die de droogte voor de haven aangeeft. Haalt de groene ton op die voor de haveningang aan de oostkant van het ondiepe stuk ligt. Dan draait de stuurman zijn boot en vaart regelrecht over de droogte naar de veerboothaven die juist aan de westzijde ligt. Roepen en schreeuwen, gebaren en wijzen, niets helpt.

Op de wal heeft iedereen het idee dat men niet eens door heeft dat ze nu niet meer schuin liggen door de golven, maar omdat ze vastzitten en schuin op het zand zijn geschoven. Onze Deense voorbuurman krijgt de opdracht om de reddingsdienst te bellen. Twee mannen proberen de gestrande zeilboot te bereiken met hun rubberboot. Als de buitenboordmotor uitvalt stappen ze uit het bootje, trekken het met zich mee en lopen over de harde zandbodem naar de zeilboot. Van de vier opvarenden wil niemand overstappen. Ze wachten liever op de officiële redders.

Meer staand dan zittend in de kuip, half hangend aan de zeerailing wachten ze af. De veerboot keert voor de zekerheid terug naar zijn steiger. Een helikopter verschijnt na 40 minuten en dan komen ook 2 kleine reddingsboten aangevaren. De poging om ze los te trekken wordt gauw opgegeven. De bemanning moet hun zeilboot verlaten. Door de golven die breken op het obstakel raken ze te water en worden moeizaam in de reddingsboot gehesen. Ons medelijden gaat uit naar de mevrouw, al in de laatste weken van haar zwangerschap, die zo over de hoge rand van de reddingsboot moet klimmen.

We zijn niet, zoals velen, gaan kijken bij de steiger waar de drenkelingen aan wal zijn gebracht. Deze mensen hebben al ellende genoeg meegemaakt, daar heb je geen kijkers bij nodig. Wel vinden we het onbegrijpelijk dat deze zeilers zijn vertrokken terwijl het weerbericht windstoten van 7 Beaufort voorspelde en dan ook nog naar een haven die altijd overvol is en waarvan je met harde wind kunt verwachten dat er weinig ligplaatsen zijn vrijgekomen. De redders laten de gestrande zeilboot liggen. Als wij de volgende morgen zelf vertrekken ligt het wrak er nog.

Geen opmerkingen: