St-Denis-d'Oléron, Frankrijk, 1-7-2008

La Rochelle, Frankrijk
Het centrum van de watersport La Rochelle was bijzonder. In de oude haven, midden in de stad is het altijd feest. Drie nachten hebben we er gelegen en de eerste avond was op zaterdag, uitgaansavond, dus muziek van doedelzak, accordeon tot trommelorkest. De volgende avond had het terras voor ons tv met de EK-finale voetbal. Toen Spanje won, bleek pas hoeveel Spanjaarden er waren; toeterende auto’s, draaiende motoren en vuurwerk tot in de vroege morgen. Maandag was het feest met veel studenten; er werden groepsfotos gemaakt, gedronken en vuurwerk, duizendklappers, afgestoken. De reden van dit alles konden we niet achterhalen, maar we gokken er op dat het de afsluiting van het universiteitsjaar was.

Vanuit de kuip hadden we uitzicht op alles en de wal opgaan om de stad te zien was nauwelijks nodig. Om ons heen gebeurde genoeg. Dat was een gelukje bij een ongelukje, want ik heb het middenhandsbeentje van mijn ringvinger gebroken. De volgende vraag is dan direct, hoe kom je er aan, maar belangrijker is, hoe kom je er af.

Op 12 juni op Belle-Ile, waren we de rubberboot aan het omhoog draaien met de davidliertjes. Terwijl Cees de bijboot vrij houdt van de windvaan, bedien ik de lieren; zet de veiligheidspal vrij en vast en laat de hendel uit mijn hand schieten. Die slaat terug en voordat je je hand weg kunt trekken, geeft ie je dan zo’n bestraffend tikje boven op je hand. Je hoopt dat het bij een kneuzing en een blauwe plek blijft. Dan blijkt dat reuma ook voordelen heeft, want met mijn duim-polssteun pak ik de hand stevig in en doet hij mij ook geen meer pijn als anders.

Stom is het om diezelfde plek in La Rochelle tussen het voorluik te houden; wel weet je dan zeker dat het beentje stuk is. Gips heeft niet zoveel zin meer, het is al bijna drie weken geleden. Ik schrijf mezelf dan ook rust voor en laat me door Cees vertroetelen.

Op de motor, met het grootzeil voor niets erbij, zijn we op het eiland D’Oléron aangekomen. Het was maar een kort stukje van iets meer dan tien mijl, maar we hebben onderweg onze tijd nuttig besteed aan het instellen van de automatische besturing met de windvaan en autopilot. Het begeleidende boekje bevat ongeveer 80 bladzijden met aanwijzigingen “hoe in gebruik te stellen”. We hebben dan ook een slingerkoers gevolgd met afwijkingen tot 25 graden, maar het is gelukt en het werkt.

Als je zo over het water slingert, dan moet je wel opvallen, ook al zijn er verder geen boten in de buurt. Het duurde dan ook niet lang of een boot van de marine verscheen voor ons op ramkoers. Snel overgegaan op handbediening en een super rechte koers. Met een grote boog om ons heen en veel verrekijkers op ons gericht, maken we zeker een goede indruk, want verdere acties blijven uit.

Geen opmerkingen: