Lelystad, 9-7-2013
Bij de grote sluis van Lemmer liggen al wat langer meer dan tien plezierboten te wachten. Wij naderen achter alweer een vrachtschip, dat natuurlijk voorrang heeft. De sluiswachter is het gejengel van die vrijetijds-vaarders zat, laat twee vrachtschepen in de sluis, verzoekt één broodvaarder om te wachten en sommeert het bootjesvolk om de rest van de kolk op te vullen. Gretig varen we allemaal op. Terwijl de zeilers voor de brug wachten, begrijpt een motorbootje dat hij onder de brug door kan.
We krijgen een groen licht onder het rode. De voorste zeilboot, een huurder, ziet hierin het sein: invaren. Helaas, de brug moet nog een stukje. Terwijl de windmeterschoepjes het peloton om de oren vliegen, wordt de kapitein van boot nummer drie beschoten door een windex-pijl. De huurder gooit de achteruit er op en gaat met de sluiswachter een discussie aan over lichtseinen. De achtervolgers moeten in de remmen. Dat geeft het motorbootje alle tijd om een extra ererondje te maken en met hun meertouwen een tweede aanval op de muurbolders van de sluis te doen. De huurder heeft het pleit verloren en is zijn borg kwijt: we kunnen weer in de vooruit.
De sluiswachter schreeuwt zijn stem hees: “Doorvaren, doorvaren.” Maar meerdere bemanningen laten hun éénmaal veroverde houvast niet meer los en doen alsof het geroep voor iedereen is behalve voor hen. Op een Bavaria, ook een huurder, zit alleen voor een meerlijn vast en de bemanning bewaakt die verbinding met hun leven. De kapitein denkt, de sluiswachter roept het immers, dat ie door moet varen en geeft gas. De bemanning hangt aan de veroverde muurverbinding en het schip zwenkt met de kont naar 't midden van de sluis, waar ik klaar sta met een stootwil. Voor knapt het touw en met nog een beetje gas er bij varen ze terug en rammen daar een solozeiler, die met opzet als laatste de sluis was ingevaren om een beetje buiten de hectiek te blijven.
“Blijf zo maar liggen”, roepen meerdere kapiteins, met in het achterhoofd hun mooi geverfde rompen. Intussen zijn onze voorburen een metertje opgeschoven en kunnen wij ook vast maken. Onder het schutten gaan achter in de sluis de verzekeringspapieren over en weer. Als de deuren naar 't IJsselmeer open gaan varen we snel weg, om ruimte te maken voor de botsboot om te draaien en de sluiskolk in de goede richting te verlaten.
Alle zeilen gaan omhoog en met ruime wind zien we al snel Lelystad opdoemen. Als Cees de marifoon overschakelt naar het Houtribsluizen-kanaal, komt er een stem door met de mededeling dat de brug over de sluis is gestremd. Een auto is bij de laatste brugopening door de rood-witte boom gereden. We meren af aan de wachtsteiger en zetten koffie. Lekker in het zonnetje wachten we kalm de vorderingen af. Soms zijn er van die dagen dat het sluiswachters ook niet mee zit.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
We hebben voor Kiel-Holtenau 2uren rondjes gedraaid tot dat er een vrachtschip zo vriendelijk was ons voor liet gaan. We voeren helemaal alleen. Kennis van ons heeft na ons vier uren daar rond gedaaid met vele watersporters. Zelfs duiters begonnen de sluiswachter voor rotte vis uit te maken. Als een Duitser een land genoot uit scheld dan is het wel .....
Een reactie posten