Rengerspôle, 17-9-2013

Heech

De weersvoorspellingen gaven voor de afgelopen week harde tot zeer harde wind op, dus zeilen we meer het binnenland in. Bij Starum gaan we door de sluis. Van die harde wind is nog niets te merken en daarom doen we een wedstrijdje wie kan het snelste drijven met “Het Café” uit Snits. Wij verliezen pas op ‘e Fluezen van deze lichtgewicht en als het dan ook nog gaat regenen, zoeken we een ligplaats op ’t eilandje Langehoekspôle.

In Langwar hebben we over vijf dagen een afspraak met onze Luitzen om hem te helpen bij ’t oplossen van problemen met zijn grootzeilsval. Dus alle tijd om de verschillende aanlegplaatsen rond Fluezen en Hegermar te verkennen. Op de Langehoekspôle liggen we mooi beschut en het is er ook diep genoeg. Dat is anders op de Rakkenpôle, locaal beter bekend als het knineneilântsje. We halen de wal niet en onze rubberboot wordt voor één nacht loopplank. In de Wâldseiner Rakken aan een pas gemaaid Marrekrite-walletje ligt het ook prima, maar het eerste haventje rechts in de Jeltesleat is te ondiep.

Zo belanden we op een eilandje, een eindje verderop, links. De wind heeft de voorspelde windkracht bereikt en met de kop op de wind zoeken we zo veel mogelijk de luwte op. Midden op het eilandje, tussen de bomen, is het een oase van rust en windstilte. De ideale plek om de vlinderjam uit te proberen. Het recept: Men neme een paar dikke eetlepels stroop, naar keuze appel- of perenstroop. Hieraan twee stuks, deels verrot, in stukjes gesneden fruit toevoegen. Als laatste een flinke scheut alcohol. Roeren en enkele dagen laten gisten. De vlinderjam tijdens de schemering met een kwast over een boomstam verdelen.

Om elf uur in het pikkedonker, Cees moet mee omdat ik niet tegelijk de lamp kan dragen en foto’s maken, struikelen we naar de boom met smurrie. En ja, er zijn vlinders. Volgens het recept zorgt de alcohol er voor dat de vlinders wat lomer worden en daardoor rustig blijven zitten als je in de buurt komt. Deze nachtfiguren niet. Omdat Cees midden in het licht staat, komen ze allemaal op hem af. Ze zitten op z’n benen, broek, overhemd, haar en fladderen voor z’n gezicht. Zelf lig ik buiten de lichtkring dubbel van het lachen, zo kan ik nog geen foto’s maken. Het kost heel veel praten en charme om Cees zo ver te krijgen om later die nacht weer op vlinderjacht te gaan. Een derde keer zit er niet in.

Geen opmerkingen: