Dokkumer Nije Silen, 15-9-2014

Dokkumer Nije Silen

Na het wegkuchen van een zomergriepje, we rekenen er op dat we nu genoeg antivirussen hebben verzameld om de wintergriep aan onze kajuitdeur voorbij te laten gaan, wennen we langzaam weer aan het jachthaven- en familieleven. Het zeezout van de roerig Noordzee is weggespoeld met zoet water, de wasmachine heeft overuren gemaakt en binnenin is het luie vakantiestof weggeboend. Hoogste tijd om de vaarbalans van onze trip naar de Ålandeilanden in Finland op te maken.

In 15 weken, het waren om precies te zijn 106 nachten, hebben we 66 keer afgemeerd in een haven, 2 x aan een boei en 26 x achter het eigen anker gelegen. Met achteranker 5 x aan een steiger, 6 x aan een rots en 1 x zorgde een boom voor vastigheid. Aan havengeld betaalden we 339 Euro, 1630 Deense Kronen en 5760 Zweedse Kronen. Omgerekend komt dat op een totaal van 1210 Euro, dat is een gemiddelde van 18,33 per haven. De boeien, eigen anker, steigers in natuurgebieden, rotsen en bomen waren natuurlijk gratis.

De totale vaartijd was 387 uur. Als starttijd van een tocht schreven we bij vertrek de starttijd van de motor op en de aankomsttijd was het moment dat de motor weer uit ging. Aanleggen, vertrekken, ankeren en de toeren die uitgehaald moesten worden om houvast te vinden op rotsen, zijn dus bij de vaartijd meegerekend. Totaal maakten we 210 motoruren en werd de dorst van onze Perkins motor gelest met 722 liter dieselolie, gemiddeld 3,4 liters per uur.

Over de grond, dus met de voordelen of nadelen van stroom mee of tegen is geen rekening gehouden, hebben we 1762 zeemijlen afgelegd. In de tijd dat we mijlen maakten, hebben we 49 % alleen op de motor of motorsailend afgelegd. Dat betekent dat we 51 % van de reële vaartijd op windkracht hebben afgelegd.

Na bijna zes weken warm weer, moesten er een dag of vijf de handschoenen aan en de sjaal om, daarna keerden de temperaturen van 25 graden en meer terug. De laatste drie weken stonden in het teken van wind- en regenstaarten van Atlantische orkanen. Met alleen een losgelaten reguleerlijn van de kotterfok en afgebroken lazyjacks, was het een geslaagde zomer.

Dokkumer Nije Silen, 29-8-2014

Dokkumer Nije Silen

Na een winderige week met regen en hagelstenen zijn we weer in de thuishaven. Onze Luitzen is afgelopen dinsdag met de auto naar Cuxhaven gekomen en nadat ze mij op een nachtje in een hotelletje hebben getrakteerd, zijn ze woensdagmorgenvroeg net na drieën vertrokken. Wind west 5. De golven zijn nog zo hoog dat ze Antje C danig afremmen en de  motor op hoger toerental dan normaal moet om toch enige vaart te maken.

Zelf rijd ik met de auto in de zon, lekker warm, door het polderlandschap naar Norddeich. Daar even wachten op een telefoontje vanaf zee of de mannen doorvaren naar Lauwersoog of dat ze er bij Norderney genoeg van hebben. Het wordt het Duitse eiland en dus parkeer ik de auto en neem de veerboot. Cees en Luitzen liggen er al. Het was een rottocht volgens de mannen. Ik wil het wel geloven, van al het lekkers dat was ingeslagen voor hun overtocht, hebben ze bijna niets gegeten. Gelukkig is het havenrestaurant open en halen we de schade in. Dan krijgt Luitzen mijn veerbootretourtje en ’t parkeerkaartje van de Kia. Voor elven kan ie weer thuis in Groningen zijn.

Na een boerennacht vertrekken we drie en een half uur voor hoogwater vanaf Norderney. Ondiepste stukje, direct naast Juist, is twee meter en zeilend met op het laatste stuk de motor toch nog bij om het wantij tegenover de Eemscentrale te halen, is het bij aflopend water ook daar een dikke twee meter diep. Binnendoor via de stad Groningen, ze verdienen een pluim voor de snelle brugbedieningen, is de planning om een paar dagen op ’t Lauwersmeer te aklamatiseren.

Dan komt er een telefoontje van Luitzen binnen. Zijn bemanning voor de wedstrijd “Kruis van Heeg” voor zaterdag, dat is morgen al, heeft afgezegd. Of heit zin heeft. Nou dat heeft ie. Het anker gaat direct op en vanmiddag om één uur zijn we na een dikke drie maanden terug in jachthaven Lunegat.