Dokkumer Nije Silen, 15-2-2015

Groningen

De alarmbellen gaan af op alle vogelsites; er is een vreemde vogel in de stad Groningen gezien: een Grijze Junco. Met zo’n naam denk je direct aan een één april grap, maar ’t is nog maar begin februari, toch maar eens kijken of er de volgende morgen ook nog meldingen binnenkomen. En dat is zo. Het is een prachtige zonnige dag en ik krijg Cees zover dat we ’s middags afrijden naar Groningen. In de wijk Beijum zoeken we naar een dikke mus, van boven iets paarsblauwer en met een witte borst. Zodra we meerdere mensen met fototoestellen voorzien van grote lenzen zien, stap ik uit en volg de spottersoptocht. Cees zoekt een parkeerplaatsje.

Rond de volkstuintjes van Beijum hangen en slenteren een kleine 100 mensen. Plotseling rennen ze allemaal naar de zelfde hoek. Ik sluit mij aan. “Daar, achter de boerenkool, daar zit ie!” Het enigste wat ik zie, met of zonder verrekijker, is boerenkool en daar achter nog meer boerenkool. Zo duwend en trekkend om een plaatsje met vrij uitzicht te bemachtigen om een klein vogeltje te zien, is me te benauwd. Ik zoek het nu lege pad weer op.

Er komt een vogeltje aanvliegen. Aan de overkant van de sloot, vijf meter bij me vandaan, in een boompje, daar zit ie. We zitten mekaar aan te kijken, ‘k heb de lensdop nog niet eens van de camera. Dan komt de hele groep spotters op mij afgestormd. Mevrouw Junco gaat er snel vandoor en de op hol geslagen kudde passeert hijgend op het pad of uitglijdend in de modderige, het gras is gisteren al helemaal vertrapt, berm. Wat een gek gedoe en daar doe ik aan mee?

Terwijl de meute zoekend door de wijk rent, blijf ik achter op ’t verlaten pad, voor de zekerheid het fototoestel in de aanslag. Boven mij, hoog in de boom fluit een vogeltje een voor mij onbekend deuntje, ze verstopt zich tussen de takken. Weer geen foto. Als de rest de buurtmarathon heeft afgerond zoekt de Grijze Junco de beschutting van de boerenkool weer op.

De zon is intussen achter de bomen verdwenen. Tijd om op te stappen. Cees vind ik, slapend in de auto, terug op ’t parkeerterrein van de Hornbach. “Ja, wel twee keer gezien, maar geen foto’s. Die Grijze Junco is een grapjas. Morgenmiddag, ga ik een nieuwe poging wagen, ga ik ook meerennen met mijn medevogelliefhebbers. Lukt het niet om een foto te maken, dan is het in ieder geval goed voor de lijn".

Dokkumer Nije Silen, 31-1-2015

Dokkumer Nije Silen

Het is vandaag zaterdag, heit-en-mem-kunnen-ons-wel-even-helpen-dag. Na de koffie maken we op De Pomp een paardentrailer achter onze Kia vast. Door naar Lúnbert. Daar moet een nieuw zitameubelement naar binnen worden gesjouwd, de oude komt in de meegebrachte verhuis-trailer. Terug naar de nieuwe, helpen met uitpakken, monteren en poten er onder zetten

Intussen pakken we een vuilwatertank van een scheepstoilet, stond bij Popke op zolder en hebben we verkocht via Marktplaats, in en laten een krachtig woord horen omdat het al te laat geworden is om het pakket ook nog naar het postkantoor te brengen. Terug naar De Pomp. Boven het bouwland zien we al van ver spreeuwen in grote getale mooi in de zon bij de Lauwersmar vliegen. Even tempo maken, kan ik straks nog wat spreeuwenwolkenfoto’s schieten.

Terwijl we bij Jitske het erf opdraaien komt ons een pony tegemoet. Uitgebroken. Er is niemand thuis. Met paardenbrokjes lokken we de uitbreker naar zijn stal. Daar zijn de twee andere viervoeters, die het gat in de landomheining niet konden vinden, het niet mee eens, ze draven als gekken rond. Oké, jullie mogen ook mee naar binnen, maar daarom hoeven jullie ons niet helemaal onder de modder te spatten.

Intussen zijn de eigenaars ook weer thuis en wordt er nog even geholpen met ’t meubelsjouwwerk. “Koffie? “ Nee, ik sleur Cees mee naar de spreeuwen. We zien ze in grote drommen ronddraaien, maar ik wil dichterbij. Op de laatste parkeerplek aan de Kwelderweg snel uit de auto en dan naar boven klimmen en glijden op de modderige heuvel voor het beste plekje. Niets te zien. De “protters” waren het gedans zat en hebben met z’n allen in de bomen hun nachtplek vast opgezocht.

Terug aan boord moet ik me tevreden stellen met de foto’s en uitleg in het maandblad Roots. Zij denken dat de spreeuwenzwermen zo’n fascinerende schouwspel bieden, omdat vogels niet eenvoudig sneller en langzamer kunnen vliegen. Om niet op hun voorganger te botsen moeten ze een beetje uitwijken en daardoor verandert de zwerm van vorm. Morgen gaan we een nieuwe fotopoging wagen.