De alarmbellen gaan af op alle vogelsites; er is een vreemde vogel in de stad Groningen gezien: een Grijze Junco. Met zo’n naam denk je direct aan een één april grap, maar ’t is nog maar begin februari, toch maar eens kijken of er de volgende morgen ook nog meldingen binnenkomen. En dat is zo. Het is een prachtige zonnige dag en ik krijg Cees zover dat we ’s middags afrijden naar Groningen. In de wijk Beijum zoeken we naar een dikke mus, van boven iets paarsblauwer en met een witte borst. Zodra we meerdere mensen met fototoestellen voorzien van grote lenzen zien, stap ik uit en volg de spottersoptocht. Cees zoekt een parkeerplaatsje.
Rond de volkstuintjes van Beijum hangen en
slenteren een kleine 100 mensen. Plotseling rennen ze allemaal naar de zelfde
hoek. Ik sluit mij aan. “Daar, achter de boerenkool, daar zit ie!” Het enigste
wat ik zie, met of zonder verrekijker, is boerenkool en daar achter nog meer
boerenkool. Zo duwend en trekkend om een plaatsje met vrij uitzicht te bemachtigen
om een klein vogeltje te zien, is me te benauwd. Ik zoek het nu lege pad weer
op.
Er komt een vogeltje aanvliegen. Aan de overkant van de sloot, vijf meter bij me vandaan, in een boompje, daar zit ie. We zitten mekaar aan te kijken, ‘k heb de lensdop nog niet eens van de camera. Dan komt de hele groep spotters op mij afgestormd. Mevrouw Junco gaat er snel vandoor en de op hol geslagen kudde passeert hijgend op het pad of uitglijdend in de modderige, het gras is gisteren al helemaal vertrapt, berm. Wat een gek gedoe en daar doe ik aan mee?
Terwijl de meute zoekend door de wijk rent, blijf ik achter op ’t verlaten pad, voor de zekerheid het fototoestel in de aanslag. Boven mij, hoog in de boom fluit een vogeltje een voor mij onbekend deuntje, ze verstopt zich tussen de takken. Weer geen foto. Als de rest de buurtmarathon heeft afgerond zoekt de Grijze Junco de beschutting van de boerenkool weer op.
Er komt een vogeltje aanvliegen. Aan de overkant van de sloot, vijf meter bij me vandaan, in een boompje, daar zit ie. We zitten mekaar aan te kijken, ‘k heb de lensdop nog niet eens van de camera. Dan komt de hele groep spotters op mij afgestormd. Mevrouw Junco gaat er snel vandoor en de op hol geslagen kudde passeert hijgend op het pad of uitglijdend in de modderige, het gras is gisteren al helemaal vertrapt, berm. Wat een gek gedoe en daar doe ik aan mee?
Terwijl de meute zoekend door de wijk rent, blijf ik achter op ’t verlaten pad, voor de zekerheid het fototoestel in de aanslag. Boven mij, hoog in de boom fluit een vogeltje een voor mij onbekend deuntje, ze verstopt zich tussen de takken. Weer geen foto. Als de rest de buurtmarathon heeft afgerond zoekt de Grijze Junco de beschutting van de boerenkool weer op.
De zon is intussen achter de bomen verdwenen. Tijd
om op te stappen. Cees vind ik, slapend in de auto, terug op ’t parkeerterrein
van de Hornbach. “Ja, wel twee keer gezien, maar geen foto’s. Die Grijze Junco
is een grapjas. Morgenmiddag, ga ik een nieuwe poging wagen, ga ik ook
meerennen met mijn medevogelliefhebbers. Lukt het niet om een foto te maken,
dan is het in ieder geval goed voor de lijn".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten