Iedereen die we onderweg spreken zegt ons dat Gibraltar met eigen auto niet te doen is. Je kunt hem nergens parkeren, de douane is erg vervelend en controleert overdreven paspoorten en autopapieren en als je je heilige koe buiten de rots op Spaanse grond parkeert, kun je er zeker van zijn dat er wordt ingebroken. Voor ons is overslaan geen optie, het rotslandje ligt op onze kustroute. We nemen onze voorzorgsmaatregelen, laten alle waardevolle spullen in de caravan en nemen de rest mee in twee rugzakken: gaan we de auto buiten parkeren en lopend naar Gibraltar. Om het vrachtverkeer een beetje te ontwijken, gaan we op een zondag en vroeg, al voor de koffie.
We sluiten aan in de file. Ik schil even een sinaasappeltje, dit zal wel even duren. De rij rolt toch aardig door en tot onze verbazing rijdt iedereen de parkeerterreinen voorbij en door naar de douane. Wat gaan Cees en Anneke doen? Dan ook maar mee naar Groot-Brittannië. De douane wenkt de auto’s voorbij, maar bij ons gaat de hand omhoog: parkeren, daar bij de collega. Cees begint over Shengen en ik geef de paspoorten af. Vrije grenzen in de EU daar heeft ie niks mee te maken, maar als de pas-scanner geen alarmbellen laat rinkelen, knikt onze man in pak vriendelijk en wenst ons: “A nice day in Gibraltar”. We staan voor we het weten, ze rijden hier gewoon rechts, al bij de benzinepomp om voor 1,06 Euro de liter dieselolie te tanken.
Het gaat allemaal zo snel, dat het fototoestel nog in de rugzak zit, als we in een drukke straat een geparkeerde auto voorbij komen met twee apen op het dak. Het is allemaal éénrichtingsverkeer, we kunnen niet terug. Dan maar door naar de zuidelijkste punt, Europa Point genaamd. Langs de weg allemaal geparkeerde auto’s, geen plaatsje vrij. Als er vlak voor ons een auto vertrekt, gooit Cees onze Kia er met een snelle zwaai tussen. Door een doffe knal schrikken we beide op. Waar zijn we tegenaan gereden?
Op het trottoir staan drie mannen, twee lachend, gierend en brullend en ééntje heel beteuterd. Het zijn Zweden, op golf-trip in Spanje, de beteuterde geeft uitleg. De auto, die hier voor ons stond, had een grote hond bij zich, die nodig een grote bruine boodschap moest doen. Netjes pakten de baasjes alles in een plastic zak, maar toen ze geen prullenbak konden vinden, gooiden ze de zak, denkend dat niemand het had gezien, onder hun auto en reden snel weg. Zolang het niet de nieuwe golfbroek is, zien de andere twee mannen er de lol wel van in.
Door naar de stillere oostkant van Gibraltar. Bij een restaurantje staan de baas, de kok en de ober aan de weg ksst-bewegingen te maken. Een aap op het muurtje langs de weg. Snel hun parkeerterrein op en, met een nu wel klaar liggend fototoestel, foto’s maken. De mannen weten dat de klant koning is en stoppen voor mij met wegjagen. Die aap is ook niet gek en pakt dat moment om een spurt naar hun openstaande keukendeur te doen. Roepen, schelden en vloeken helpt niet. De verwijtende blikken gaan mijn kant op. Hoogste tijd om verder te rijden.
Misschien zitten die andere twee nog op het
autodak. We kunnen ze niet terug vinden en raken in een wirwar van smalle éénrichtingsweggetjes
met aan beide zijden auto’s geparkeerd en hellingpercentages boven de 12 %. We
zien geen uitweg meer en vragen twee oudjes die net de boodschappen uit hun
auto pakken, hoe we dit land langs de kortste weg kunnen verlaten. Gelukkig,
het zweet van het hoofd vegend, terug op breder en vlakker terrein.
Ik zie op een kerkgebouw een Engelse vlag. Daar moet ik eigenlijk een foto van hebben om op de site te zetten. Die hoort er toch bij nietwaar? Cees slaat af. Die verrekte smalle en steile éénrichtingsweggetjes. De oudjes passeren we als ze de tweede lading boodschappen uit hun auto halen. Voordeel is nu wel dat we de knelpunten en de route kennen. De Spaanse douane staat niet bij de grens. Het was “A verry nice day” op Gibraltar.
Ik zie op een kerkgebouw een Engelse vlag. Daar moet ik eigenlijk een foto van hebben om op de site te zetten. Die hoort er toch bij nietwaar? Cees slaat af. Die verrekte smalle en steile éénrichtingsweggetjes. De oudjes passeren we als ze de tweede lading boodschappen uit hun auto halen. Voordeel is nu wel dat we de knelpunten en de route kennen. De Spaanse douane staat niet bij de grens. Het was “A verry nice day” op Gibraltar.
2 opmerkingen:
Pensionado's die over een zakje poep heen rijden met hun Kia terwijl er nietsvermoedende mensen op het trottoir staan toe te kijken, vind ik wel heel erg benidorm bastards. Komen er nog beelden van de verborgen camera op de site?
Zoiets als Benidorm Bastards hadden we altijd al een keertje willen doen. Je denkt dus wel dat het een goede auditie was?
Een reactie posten