Langzaam acclimatiseren we weer in onze
thuishaven Lunegat en in het voor ons gevoel, na de drukte in Zuid
Frankrijk, autoloze Fryslân. In de kuip kruipt vanonder ons tafeltje
een overwinterende vlinder uit zijn beschutte hoekje. Duidelijk een
teken dat ook hier in het noorden de zomer er aan komt. We krijgen
weer zin om te gaan zeilen.
Terwijl ik onze spulletjes van caravan naar boot terug sleep, de wasmachine overuren laat maken en de laatste sleurhutfoto's op de site zet, begint Cees met het poetsen van de boot. Staande op het vlot poetst ie de blauwe romp en boent met een lange bezem het groen van de antifouling. Als we proef gaan varen blijkt dat we bij 1600 toeren niet de snelheid van 6,5 / 7 mijl kunnen halen. Vermoedelijk heeft het onderwaterschip toch te veel aangroei. Ook doet het log het nog steeds niet. Volgende week gaan we de wal op.
Terwijl ik onze spulletjes van caravan naar boot terug sleep, de wasmachine overuren laat maken en de laatste sleurhutfoto's op de site zet, begint Cees met het poetsen van de boot. Staande op het vlot poetst ie de blauwe romp en boent met een lange bezem het groen van de antifouling. Als we proef gaan varen blijkt dat we bij 1600 toeren niet de snelheid van 6,5 / 7 mijl kunnen halen. Vermoedelijk heeft het onderwaterschip toch te veel aangroei. Ook doet het log het nog steeds niet. Volgende week gaan we de wal op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten