Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 22-7-2008

Parijs, Frankrijk
We zijn met vakantie! En die brengen we door in Friesland. Op dit moment logeren we bij onze jongste zoon in Kollum. Omdat hij een huis in Lúnbert heeft gekocht en er nog wat geklust moet worden in de nieuwe aanwinst, hoeft Cees zich niet te vervelen.

De boot ligt in Pauillac. De bedoeling was om naar Bordeaux te varen en daar in het dok een goede ligplaats te zoeken. Maar als je hier wat langer op één plek wilt liggen, dan moet die gereserveerd worden. De havenmeester van Pauillac heeft verscheidene pogingen ondernomen, om dat voor ons te regelen. In Bordeaux kon men ons Frans niet verstaan en Engels kende men niet. Het is uiteindelijk niet gelukt; jullie weten het wel, de verantwoordelijke is met vakantie, de vervanger gaat er niet over, de invaller heeft geen bevoegdheid en de man ter plaatse weet niet of er ligplaatsen van 15 meter zijn.

Dus zijn we gewoon blijven liggen in Pauillac. De getijstroom in de haven vinden we wat lastig, maar de steiger waar we aanliggen is erg ruim met veel mogelijkheden voor extra landvasten. Met stukken slang om de kikkers op de wal, kunnen we tegen een stootje. Dat er bij laagwater niet altijd genoeg water staat is op zich ook geen probleem, de bodem is blubber. Alle onderwaterkranen zijn gesloten.

Verder zijn er alleen maar voordelen. Het is een rustig gebied en de haven wordt niet aangedaan door veel gasten. De havenmeester is erg aardig en verstaat wel zoveel Engels, dat we hem nog eens kunnen bellen. Ook liggen we vlak voor de Capitainerie, zodat hij onze boot veel in het zicht heeft. Het zal wel goed komen.

We reizen met de trein. Eerst anderhalf uur naar Bordeaux. Dan de TGV, in drie uren naar Parijs. Daar gaat het mis. We hebben één uur de tijd om met de Metro van station Montparnasse naar station Gare du Nord te gaan en weer in te stappen in de Thalys. Het is zo druk in de hoofdstad, er staan zulke lange rijen voor de balies en automaten om een metrokaartje te kopen, dat er maar een kwartier loop- en reistijd overblijft. Als ik er dan nog bij vertel dat de wieltjes onder onze koffer in een ongezonde hoek staan, dan weet je vooruit dat deze trein naar Rotterdam zonder ons vertrekt.

Drie uren hebben we de tijd voor het toilet, wat te eten en de treinkaartjes om te boeken. Als je het goede loket daarvoor hebt gevonden, gaat dat vrij gemakkelijk en het is ook nog gratis. Het enige nadeel is dat je geen stoelnummer meer krijgt en op de klapstoeltjes moet zitten bij de bagage. Of hopen dat er passagiers niet komen opdagen.

Boven Brussel is België bezig met renovatie van het spoor. Langzaam kruipen we naar Nederland en het is dan ook logisch dat onze verbinding Rotterdam-Utrecht niet op ons heeft gewacht. Geeft helemaal niets, hoeven we ook niet naar die vieze treintoiletten. In Utrecht hebben we vijf minuten om over te stappen, maar we zijn helemaal onthaast en nemen rustig de tijd er komt vast nog wel weer eens een trein.

Vertrek haven Pauillac: 5.40 uur, aankomst Heerenveen: 21.55 uur. De zeiltochten die we maken zijn zo lang niet eens.

Pauillac, Frankrijk, 15-7-2008

Royan, Frankrijk
In zo’n haven als hier, hebben we nog nooit gelegen. Bij laagwater vallen er grote delen droog; maar als het halverwege hoogwater is, komt de vloed langs de oever onder de loopbrug van het havenkantoor door en stroomt het in de haven net zo snel als buiten op de Garonne. In de praktijk betekent dit, dat je moet afmeren met een dwarsstroom van meer dan drie mijl per uur. Zoveel kracht kan een boegschroef ook niet leveren; daarom is het deze keer heel prettig dat er mensen klaar staan om onze touwen aan te pakken. Jammer is het dat ze vervolgens het touw niet vastzetten, maar menen dat ze onze 20 ton zo wel kunnen vasthouden.

Als de havenmeester de leiding op de steiger overneemt en onze touw-aanpakkers aanwijzigingen in het Frans geeft, liggen we in een mum van tijd op de plek. Omdat er bij laagwater te weinig water blijft staan, moeten we bij hoogwater nog een keer van steiger veranderen. De havenmeester geeft exact de tijd van de slack door, en om precies 18.26 uur leggen we met z’n beiden, zonder moeite, aan op onze nieuwe ligplaats.

Zowel in de haven als op de wal is het één en al rust; het geeft een beetje de indruk van vergane glorie. Dat was in Royan, waar we vier dagen zijn geweest, wel anders. Overal veel vakantiegangers en dagjesmensen; op het strand en de boulevard. Dat trekt ook altijd veel straatartiesten en muzikanten aan, wat een gezellige sfeer geeft. Extra zijn er dan nog kermis, circus, zeilwedstrijden en natuurlijk de feestelijkheden rond de quatorze juillet.

Volgens het Office du Tourisme mochten we de parade niet missen, maar dat soort vertoningen zijn niet aan ons besteed. Het ergste vonden we nog wel dat het volkslied en de begeleidende marsmuziek van een cassettebandje moest komen. De helikopter die laag door de straat overkwam, maakte dat weer een beetje goed.

Het allermooiste was het vuurwerk. Met een enorm snel tempo en heel veel vuurpijlen tegelijk over een breed stuk van het strand, was het spectaculair. Het enige wat we misten, was op het eind, zoals dat vroeger in Burgum door de winkeliersvereniging gebeurde: HIMBO 2008.

St-Denis-d'Oléron, Frankrijk, 8-7-2008

St-Denis-d'Oléron, Frankrijk
Ja het klopt, we liggen al een week in dezelfde haven. Voor mijn hand komt dat heel goed uit, maar het weer werkt ook niet mee. Alles hebben we gehad: hete dagen van boven de dertig graden, koude dagen van amper twintig graden, motregen, stortbuien en wind van niks tot zeven Beaufort. Vanaf morgen zal het beter worden.

Elke morgen gaan we naar de markt en kopen fruit en groente van het land. Meloenen zijn er nu volop, maar voor 3 Euro het stuk, valt de prijs ons niet mee. Nieuwe aardappelen 1,50 de kilo en een komkommer 2 Euro per stuk. Cees waagt zich weer aan droge worst na verschillende soorten te hebben geproefd.

’s Middags houden we siesta of pakken een boek. Altijd komt er wel iemand voorbij voor een praatje. Er liggen nog drie Nederlandse zeiljachten aan onze steiger. Met een vaste ligplaats in Frankrijk verblijven zij in dit gebied ongeveer vier maanden per jaar: juni t/m september. Volgens hun begint de vakantiedrukte na de nationale feestdag 14 juli en duurt tot eind augustus.

De schotel is gericht en zo volgen we elke dag de Tour de France. Die start is in Brest en het is leuk om plaatsen te herkennen waar wij een paar weken geleden zelf nog op de fiets waren. Nu fietsen we nauwelijks; één keer hebben we een rondje buiten het stadje gemaakt. Het hele gebied is gericht op de vakantiemaanden en bestaat voornamelijk uit campings en strand.

Ook Saint Denis moet het hebben van het toerisme. Elke avond wordt er dan ook wel iets georganiseerd. Vanavond is dat de late markt in de jachthaven. Nu eens geen groenten, vis en vlees; maar wijn, hapjes, sieraden, kleding en andere hebbedingetjes. Alle kraampjes zijn versierd met gekleurde lampjes of fakkels. De omlijsting wordt verzorgd door een live band. Deze avond vallen we in slaap met “El Condor Pasa”.

St-Denis-d'Oléron, Frankrijk, 1-7-2008

La Rochelle, Frankrijk
Het centrum van de watersport La Rochelle was bijzonder. In de oude haven, midden in de stad is het altijd feest. Drie nachten hebben we er gelegen en de eerste avond was op zaterdag, uitgaansavond, dus muziek van doedelzak, accordeon tot trommelorkest. De volgende avond had het terras voor ons tv met de EK-finale voetbal. Toen Spanje won, bleek pas hoeveel Spanjaarden er waren; toeterende auto’s, draaiende motoren en vuurwerk tot in de vroege morgen. Maandag was het feest met veel studenten; er werden groepsfotos gemaakt, gedronken en vuurwerk, duizendklappers, afgestoken. De reden van dit alles konden we niet achterhalen, maar we gokken er op dat het de afsluiting van het universiteitsjaar was.

Vanuit de kuip hadden we uitzicht op alles en de wal opgaan om de stad te zien was nauwelijks nodig. Om ons heen gebeurde genoeg. Dat was een gelukje bij een ongelukje, want ik heb het middenhandsbeentje van mijn ringvinger gebroken. De volgende vraag is dan direct, hoe kom je er aan, maar belangrijker is, hoe kom je er af.

Op 12 juni op Belle-Ile, waren we de rubberboot aan het omhoog draaien met de davidliertjes. Terwijl Cees de bijboot vrij houdt van de windvaan, bedien ik de lieren; zet de veiligheidspal vrij en vast en laat de hendel uit mijn hand schieten. Die slaat terug en voordat je je hand weg kunt trekken, geeft ie je dan zo’n bestraffend tikje boven op je hand. Je hoopt dat het bij een kneuzing en een blauwe plek blijft. Dan blijkt dat reuma ook voordelen heeft, want met mijn duim-polssteun pak ik de hand stevig in en doet hij mij ook geen meer pijn als anders.

Stom is het om diezelfde plek in La Rochelle tussen het voorluik te houden; wel weet je dan zeker dat het beentje stuk is. Gips heeft niet zoveel zin meer, het is al bijna drie weken geleden. Ik schrijf mezelf dan ook rust voor en laat me door Cees vertroetelen.

Op de motor, met het grootzeil voor niets erbij, zijn we op het eiland D’Oléron aangekomen. Het was maar een kort stukje van iets meer dan tien mijl, maar we hebben onderweg onze tijd nuttig besteed aan het instellen van de automatische besturing met de windvaan en autopilot. Het begeleidende boekje bevat ongeveer 80 bladzijden met aanwijzigingen “hoe in gebruik te stellen”. We hebben dan ook een slingerkoers gevolgd met afwijkingen tot 25 graden, maar het is gelukt en het werkt.

Als je zo over het water slingert, dan moet je wel opvallen, ook al zijn er verder geen boten in de buurt. Het duurde dan ook niet lang of een boot van de marine verscheen voor ons op ramkoers. Snel overgegaan op handbediening en een super rechte koers. Met een grote boog om ons heen en veel verrekijkers op ons gericht, maken we zeker een goede indruk, want verdere acties blijven uit.