Arzal, Frankrijk, 28-5-2009

Arzal, Frankrijk
Het Hemelvaartweekend hebben we doorgebracht op Ile d’Yeu. En druk dat het daar was. Een driedaagse wedstrijd in de driehoek La Rochelle/ Sable D’Olonne/ Ile d’Yeu, plus nog eens alle lang-weekend-vaarders. De enige remedie is dan, blijven liggen en je goede ligplaats vast houden. Met de uittocht op zondag, verlaten ook wij het eiland, in noordelijke richting.

Hoog aan de wind en de zon er bij, op naar Ile de Noirmoutier. Van de meeliggers hebben we niet lang kunnen genieten: mist. Van de wind hebben we ook maar twee uren profijt gehad: motorwerk. In het nauwe stukje voor de aanloop van het eiland trekt de mist even op. Lang genoeg om alle bakens te controleren, we zitten goed. Met een bocht van meer dan 180 graden draaien we de haven in. Lekker, even zicht in die nauwe invaart. Bovenop de mist komt die nacht een pittig onweer, de hele hemel is vuur en donder. Maar daar weten jullie alles van, ca 24 uur later waren deze buien in Nederland.

De volgende dag: zon, wind west 4/5, kortom mooi zeilweer. Samen met onze Duitse buren met een snelle Deense Luffe 44 gaan we naar Pornichet. We gaan er een wedstrijdje van maken. Ze hebben alles er eerder bijstaan, maar zij zijn met z’n vieren. Inhalen is ook makkelijker dan voorblijven. En dat lukt aardig. Omdat ze, voor het zicht, achter onze fok zitten, maken we een draai vlak achter hun langs. Nu hoeven we niet steeds te bukken en te draaien om ze in het vizier te houden. Vier kopjes vliegen omhoog. Wat is er aan de hand? Ligt er wat in het water? Niet goed op de kaart gekeken? Zit er toch een ondiepte? Het is een komisch gezicht, die verwarring. Maar dat duurt niet lang, weer mist, maar nu ook helemaal potdicht.

Met geen mogelijkheid kunnen we de radar op gang krijgen. We proberen van alles. Het enige wat draait is het icoontje van de radar, maar beeld, ho maar. En net nu we de Loire-monding moeten oversteken. Terug? Maar we schieten al zo lekker op, de wind blijft gewoon windkracht 4, schuin van achteren. Dan doorzetten en hopen dat het nog wat optrekt. Dat doet het dus niet. De koers wordt verlegd, nu moeten we maar officieel recht de vaargeul oversteken, bij een groene en rode boei.

We zitten elk op een kant met de oren open. Een, vermoedelijk, vissersschip komt schuin achter ons langs. Dan horen we een wat zwaardere motor, rechtsvoor. Hij gaat mooi voor ons langs, nu horen we hem linksvoor. Even later opzij, nog later linksachter. Wie vaart nu een vreemde koers, hij of wij? Vanaf rechtsachter komt hij op ons afvaren: de kustwacht. Nou daar zit je nu op te wachten, al die papierwinkel en door zijn motor horen we geen anderen. Hij gaat met ons meeliggen en vaart met ons op. Dat is toch wel gemakkelijk, hij vaart vast niet dwars de geul over als er verkeer is. Ze spreken ons niet aan en vertrekken weer. Intussen zijn we de vaargeul bijna over. Toch wel beste jongens, die kustwacht.

Pas voor de haven zien we de Duitsers terug. Vier uren lang, vlak bij elkaar gezeild, maar nooit gezien. Als de elektronische kaart op een kleinere schaal wordt gezet, doet de radar het plotseling ook weer. Beter laat dan nooit. De laatste drie dagen is het weer omgeslagen. De mist is helemaal weg, steeds wind uit het oosten en volop zon. We gaan eindelijk bruin worden. We gaan vakantie vieren, hier op de rivier La Vilaine.

Geen opmerkingen: