Ile d' Yeu, Frankrijk, 21-5-2009

Ile d'Yeu, Frankrijk
Eén hele week zijn we in Les Sable D’Olonne gebleven. Dat was ook wel nodig. Ten eerste was het rot weer en ten tweede moest er uit Nederland een nieuwe smartkaart komen voor ’t kijken naar de televisie. Nu het ’s avonds nog niet zo warm is, is er in de haven niet veel te beleven. Even tv er bij, geeft dan wat afwisseling en zo blijven we ook een beetje in beeld met het wereldgebeuren. Vorige week melde ik wel, even de schotel richten, maar dat is gemakkelijker geschreven dan gedaan.

Canal Digitaal, die het gebeuren via de schotel verzorgd, heeft volgens ons de afgelopen maanden tijd over, en bedenkt het ene na het andere. Eerst besloten ze vorig jaar november, dat er extra beveiliging ingebouwd moest worden. Er werd te veel illegaal gekeken. In de praktijk betekende dat, dat er slechts vijf ontvangers direct het tv-signaal kunnen oppakken. De overige, waar wij er natuurlijk ook één van hebben, moeten tien tot twintig minuten wachten. Ja zeggen jullie dan, waar zeur je nu eigenlijk over! Maar zodra wij, door de wind of stroming, even één zwiepertje maken en het signaal uit de schotel valt, komt het beeld pas terug na op SBS6 afgestemd te hebben, een kwartiertje wachten, en dan maar hopen dat het programma, waar we naar keken, intussen niet afgelopen is.

We waren er al aan gewend. Maar deze maand is er besloten om ook nog alle smartcards te vervangen. En omdat ze zoveel voor ons doen bij Canal Digitaal, zijn ze zo goed om het grootste deel van de kosten, voor het maken en versturen van de kaart, zelf te betalen en zijn wij met een kleine tien Euro voor een koopje klaar. Alleen leveren ze hem niet af in Frankrijk! Op 18 mei vervalt de oude kaart. Maar omdat er op hun kantoor zoveel tijd over is, doen ze het maar 6 dagen eerder. We hebben dus geen televisie. Ook niet voor een koopje.

Nu is de kaart bij ons binnen, het weer opgeknapt, en zeilen we naar Ile d’Yeu. En zo waar, daar liggen bekenden in de haven. De Zwitsers. Mevrouw krijgen we niet te zien. We hopen maar dat ze vroeger door haar vader niet naar Nederland is gestuurd om daar de taal te leren. De man is net zo vriendelijk als altijd. We informeren zo tussen neus en lippen, of hij veel met de computer op internet zit. Nee, hij heeft er wel één, maar z’n zoon moet eerst langskomen om het allemaal aan te sluiten en uit te leggen. Gelukkig komt die pas over een paar maanden; dan liggen we vast niet meer in dezelfde havens.

Les Sables D'Olonne, Frankrijk, 14-5-2009

Les Sables D'Olonne, Frankrijk
Twee dagen geleden zijn we hier vanaf Ile de Ré aangekomen. Daar lagen we met Engelsen en Zwitsers op een rij. De bedoeling was om allemaal te vertrekken zodra het dok om zeven uur ’s morgens open ging. Natuurlijk na het halen van het onmisbare stokbrood.

Als we willen losmaken, moet onze buurman de Zwitser nog water tanken. Een bijzonder duo, dit echtpaar. De eerste dag heeft de Mevrouw ons uitgebreid haar leven verteld. Als je een kasteelroman zou willen schrijven, was ‘t het ideale verhaal. Dochter van rijke vader wordt heel Europa doorgestuurd, voor het leren van goede omgangsvormen en vreemde talen, in vanzelfsprekend de omgevingen voor het ontmoeten van de goede huwelijkspartners. Op een skivakantie wordt ze verliefd op het hulpje bij de skiliften, ze trouwt met hem. Nu zit Mevrouw al drie dagen met haar kat binnen. Hij is een gezellige prater, als hij niet om boodschappen wordt gestuurd of klusjes heeft te doen.

We besluiten niet op hen te wachten en gaan er tussen uit achter de Engelse motorboot, een Nelson 44, aan. De zee is mooi vlak en van de voorspelde windkracht 4/5 is niets terug te vinden. Het is gewoon windstil. De Engelsman brengt zijn drie motors van 70 pk op zo’n 2000 toeren en haalt een snelheid van rond de 17 mijl. Het duurt dan ook niet lang of hij is uit het zicht verdwenen.

Na 25 mijl komt er wind en gaan de zeilen omhoog. Nu gaat het pas helemaal lekker. We besluiten om Les Sables D’Olonne, dat ongeveer vijf mijl vooruit ligt, voorbij te varen en door te zetten naar Ile d' Yeu, een kleine 30 mijl verder. Rondom ons twee zeiljachten en verscheidene kleine vissersboten. Na een half uur zien we geen andere boten meer: mist.

He bah, dan toch maar de boot laten afvallen en naar de haven zo dicht bij. Als de zeilen zijn opgeruimd, is het zicht weer terug en beginnen we toch weer te twijfelen. Maar vlak voor de haven is de mist in alle hevigheid terug, het zicht is nauwelijks een kwart mijl. Nu is de elektronische kaart ideaal, je kunt er blind op varen.

De jachthaven ligt ongeveer een mijl naar binnen, maar het blijft de rest van de dag en de volgende, mistig. We zien het eind van onze steiger niet eens. Omdat ook het weerbericht voor de komende dagen, veel wind en regen, ons niet aantrekt, zetten we ons naar wonen en richten de schotel.

St. Martin de Ré, Frankrijk, 7-5-2009

Ile de Ré, Frankrijk
De wind is hier meestal noordwest. Dat betekent, dat wij precies in de wind op of heel hoog aan de wind moeten. Omdat van Royan naar La Rochelle ongeveer 70 mijl is, willen we om de tocht niet langer te maken dan nodig is, niet laveren. Dus wachten we op een dag met voorspellingen van zo weinig mogelijk wind, met veel zon, starten de motor en vertrekken rond het licht worden.

Met een stroom van tussen de vier en vijf mijl mee motor-vliegen we de Gironde uit met een gang van meer dan tien mijl. De deining bedraagt ongeveer één meter, vanuit het westen, en dat botst met elkaar tussen de laatste zandbanken langs de rivier. We staan dan ook even behoorlijk op onze kop, maar eenmaal in de Golf van Biskaje wordt het een stuk draaglijker. De zon laat verstek gaan en het is maar nauwelijks vijftien graden. We houden voor de volgende vier uren een koers aan van bijna pal noord, met het grootzeil als steunzeil.

Langzamerhand is er steeds meer wind gekomen en bij de ingang van de baai voor La Rochelle krijgen we dan ook even nog een stuk van hotse-bots. Maar dan zitten we redelijk beschut en als de koers oostelijker verlegd kan worden, gaan de fokken er bij. Als alles bijstaat, beslist de wind om toch het weerbericht te volgen en valt helemaal weg. Wel komt de zon door. Zo moteren we ook het laatste eind, maar wel lekker verwarmd.

Na drie mannen met havenmeestershirtjes aan, in de binnenhaven, die hun wijsvinger van links naar rechts bewegen en daarbij alleen de woorden: “no, no, non, non” uitroepen, zoeken we de jachthaven op. Met meer dan 3000 plaatsen helemaal vol. We vragen nergens meer naar en meren langszij een zeiljacht van onze lengte af. Op het havenkantoor laten we maar een beetje in het midden waar we precies liggen en betalen snel.

De volgende morgen vragen ze ons om weg te gaan. Het is de week van het feest van het “Nautisme”. Wat dus in de praktijk betekent dat gasten nu niet welkom zijn. Wij zoeken tien mijl verder op een plekje in de haven St. Martin op het eiland Ile de Ré. Morgen is een feestdag, 8 mei is de Bevrijdingsdag van Frankrijk. Meer dan een kranslegging bij het plaatselijke oorlogsmonument van de Tweede Wereldoorlog wordt er niet van gemaakt. Vrijheid viert men de veertiende juli.

Royan, Frankrijk, 30-4-2009

Royan, Frankrijk
Eindelijk een andere afzender boven dit kattebelletje. De 24ste zijn we ’s morgens om zes uur vertrokken. Nog donker; maar de zon komt al snel prachtig op. De wind komt ruim van achteren en we hijsen dan ook alle zeilen die we hebben. Om kwart voor tien zijn we al voor de haven van Royan en we wagen het erop, om met nog twee uren afgaand water voor de boeg, binnen te varen. De dieptemeter geeft zo’n 1,80 mtr. als minste aan. Precies op tijd dus.

Na nog één mooie zonnige dag, begint het te regenen. En dat doet het nog steeds. We hebben ons dan ook vanmorgen voor de televisie genesteld om naar Koninginnedag te kijken. Als echte oudjes, halen we herinneringen op. Vroeger ging ik van de lagere school met meester, natuurlijk op een oranje versierde fiets, naar het gemeentehuis in Bergum. Zongen de burgemeester toe; en weer terug naar huis.

Eén keer kwam de koningin, toen nog Juliana, met de auto van Leeuwarden naar Groningen. Mijn lagere school in Noordbergum stond aan die weg. We kregen allemaal een vlaggetje in de hand en stonden langs de straat te zwaaien. Na een hele tijd wachten, kwam er een grote zwarte auto aan en reed met vaart voorbij. “De auto van de begeleiding”, legde meester uit. Helaas kwamen er geen auto’s meer. Het vlaggetje mochten we houden.

Cees daar en tegen mocht met de wielerclub deelnemen aan het defilé bij Soestdijk. Toen het nog donker was, vertrokken ze per fiets vanuit Bergum naar het paleis. Daar aangekomen gelooft ie dat zwaaien naar de koningin wel en zoekt een mooi plaatsje in het gras om al die drukte eens te bekijken en een tukje te doen. Als de anderen weer terug komen van ’t afgeven van het suikerbrood, moet er nog terug gefietst worden. “Ik was de enige die nog fit was.”

We zeggen net tegen elkaar dat Apeldoorn het best leuk heeft georganiseerd. Dat met die open bus en een tegemoet komende optocht is eens weer wat anders. Het is voor het Koninklijke gezelschap ook een geluk dat ze dat zo hebben gedaan, anders was iedereen op dat kuispunt uitgewaaierd om te wuiven en handjes te geven. Was het heel anders afgelopen; en we vinden het nu al erg genoeg voor al die toeschouwers.