Messanges, Frankrijk, 20-4-2012

Port de Beychevelle, Frankrijk
Deze week waren we op bekend terrein. Drie jaar geleden hebben we met onze blauwe VW Caddy alle toeristenroutes, wegen, weggetjes, zand- en modderpaden tot in de verste hoekjes bekeken. Dat hebben we nu niet over gedaan, alleen wilden we graag nog eens rondkijken in en om Pauillac, het stadje dat toch een hele winter onze woonplaats is geweest.

De velden met druivenstokken liggen er mooi bij. De nieuwe scheuten zijn al weer zo lang, dat ze langs de draden geleid kunnen worden. In Pauillac zijn toch weer meer winkels gesloten. Het centrum ligt er zelfs wat vervallen bij. De jachthaven adverteert met een groot bord om nieuwe liggers aan te trekken. De glorietijd als hoofdstad van de wijnstreek is echt voorbij.

Een speciaal plekje vonden we altijd Port de Beychevelle. Vroeger was dit een haven voor het wijntransport per schip over de Gironde. Nu is het een gewone brede moddersloot. Maar de kade aan de rivieroever is er nog en voor het oude hek van het Chateau de Beychevelle, onder Platanen, met zicht op de Gironde is het een "smûk" plekje. Nieuw is het bord met de toestemming, dat er 24 uur gekampeerd mag worden met camper of caravan. Wij maken daar dankbaar gebruik van.

Het weer is omgeslagen en het begint steeds harder te waaien. Er staat al een camper in de luwte van de bomen. Wij zoeken een plaatsje verderop, maar draaien de steunen van Flipper nog niet uit. Al schommelend in de wind hopen we dat de camper nog vertrekt, zodat wij ook van de luwte van de bomen kunnen profiteren. Na het eten, een wandeling en een paar hoofdstukken in 't leesboek, kunnen we achteruit en schuiven tot aan de boomstammen. Beschut door een rij bomen, met zicht op de lichtjes aan de overkant van de Gironde en helemaal alleen.

Het is al laat op de avond als we in het donker stemmen horen. Bezoek? Nee, het is zondagavond en dit stille plekje is het vrijershoekje van de plaatselijke paartjes. Wij sluiten al onze gordijnen, zij hebben geen pottenkijkers nodig. De wind trekt aan tot stormachtig. Buiten horen we niemand meer, maar wij liggen nog lang wakker door al de zaadballetjes die uit de Platanen los waaien en op het dak van Flipper neerkwakken.

Les Mathes, Frankrijk, 13-4-2012

La Tremblade, Frankrijk
Op het parkeerterrein van een supermarkt zoeken we een plaats voor onze auto met caravan. Het is er erg druk en we hebben al een paar rondjes gereden als er helemaal achterin, naast een grasveldje, twee plaatsen vrij komen. Onze combinatie is langer, maar met de achtereind op een verboden strook, we begrijpen niet waarom dat niet mag, drukken we ons er tussen. Boodschappen gedaan en, dat is lekker makkelijk, direct vanuit de winkelkar alles in de kastjes van Flipper weggeborgen.

Als ik uit de caravan stap zie ik zo'n 100 meter voor me in het gras een bruine vogel met zwart-witte strepen. Een Hop. In Nederland zie je die nauwelijks. Parmantig stapt ie rond. Voorzichtig schuif ik langs Flipper naar Kia zijn achterbank, waar het fototoestel ligt. Ja, ik heb de camera bijna altijd bij me, maar nog net niet mee naar de supermarkt. De Hop wacht mooi tot ik de autodeur open doe en neemt dan de vleugels. Dus wordt er koffie gezet en opgedronken zittend op het opstapje voor de caravandeur. Wij hebben, op de brandweeroprit, wel veel bekijks, maar een vogel met een kuifje laat zich niet weer zien.

Een paar dagen later zoeken we tussen de middag een staanplaats in het bos aan zee bij La Tremblade. Hier vind je een wirwar aan kleine weggetjes, waar je gewoon je auto met caravan langs het pad parkeert. We zoeken het strand op. Het zand is erg rul en 't loopt moeilijk. Na een paar weggezakte bunkers zijn we er flauw van en gaat Cees kokkerellen en slenter ik het bos in. Voor me schiet een Hop omhoog een boompje in. Sapperdeflap, heb ik weer het fototoestel niet stand-by. Jammer, dan eerst maar terug naar mijn kok voor een warme hap.

Na een uurtje, nu helemaal accuraat en alert, schuif ik van boom naar boom en zie er zelfs twee op een stukje gras naar voedsel zoeken. Voorzichtig weer een boom opschuiven, het is nog ver, maar toch maar een keertje afdrukken. Er komt een auto aan. Geeft niet: als die voorbij is, komen ze wel terug uit de boom. Ondertussen vraag ik me af of het meervoud van Hop, Hops of Hoppen is. De auto gaat langzamer rijden en stopt midden op het grasveldje. Geeft niet: misschien moet er even geplast worden. Ik weet het Franse woord voor gluurder niet, maar zo voel ik me wel. Uit de kofferbak komen twee stoeltjes en ook nog twee, veel te dikke, boeken. Geeft wel: kans alweer verkeken.

Saint Julien des Landes, Frankrijk, 6-4-2012

Passage du Gois, Frankrijk
De Passage du Gois is een oude weg, van een kleine vijf kilometer, over de bodem van de zee, naar het eiland Noirmoutier. Twee keer per dag is ie ongeveer drie uren rond het laagwater te berijden. Bij ons is ie vooral bekend uit een aflevering van de Tour de France, toen er aardig wat renners daar over de kop gingen door het slechte wegdek en het gladmakende achtergebleven slib. Een paar dagen geleden waren wij er precies met hoogwater, het laagwater viel toen 's morgensvroeg om acht uur of in de beginnende schemering van de avond. Intussen is die tijd opgeschoven naar vakantietijd, mooi na de koffie.

Vandaag waren we er dan ook helemaal klaar voor. Fotocamera's met ver- en dichtbij lenzen er op, voor het grijpen, klaar liggend op de achterbank. Op zo'n droogvallend waddengebied moet het wel wemelen van de vogels! We zeggen nog tegen mekaar, het is wel verboden om te stoppen, maar stiekem kan veel. Door de polder er naar toe zijn er nauwelijks auto's op de weg. “De onderwater-route zal toch wel open zijn?” Even een versnelling terug voor het nemen van de laatste hobbel, de zeedijk, en dan kunnen we meer zien.

File! Allemaal auto's: op de weg, naast de weg en op de zeedijk. Is hier het jaarlijkse uitje, op Goede Vrijdag, zelf je paasmaal zoeken, geen paaseieren maar Fruits de Mer? Gewapend met emmertje, open gesneden jerrycan of zak en het onmisbare harkje, zwerven zo'n duizend mensen uit over de, zover het zicht reikt, droog gevallen vlakte. Langzaam schuiven we met de rij op. Naast de weg parkeren is er niet bij, het staat helemaal vol. Gelukkig voor hen is het net naast de weg een harde zeebodem, je zakt er maar een beetje in weg en ze zetten hun auto ook allemaal met de voorkant naar de weg geparkeerd. Blijf je vast zitten? Er is altijd wel iemand die even wil trekken.

Het is moeilijk te zien wat ze nu precies zoeken. Ze zijn net begonnen en wij hebben geen hoge laarzen bij ons om een rondje te wadlopen. Het zal wel eetbaar zijn. Ze eten hier in vergelijking met Nederland toch hele andere dingen. Zo kwamen we bij de Loire een visser tegen en waren erg nieuwsgierig wat hij had opgevist. Hij had niet zo'n behoefte aan pottenkijkers. Ook ons beste Frans kon hem niet overtuigen ons een kijkje is zijn vis-bakken en zakken te geven. Zijn hier in Frankrijk ook vangst-verboden en quota's?

Maar de aanhouder wint en uit een van zijn zakken pakt ie een aalachtig iets, van ongeveer één meter, bont gevlekt en een stompe kop met een zuigmond vol scherpe tandjes. Uit wat ie zegt denk ik op te maken dat het een Lamprei is, want dat woord ken ik uit kruiswoordpuzzels. Cees denkt dat het een grote Zeeprik is. Dat zoeken we later wel uit, eerst foto's maken. Het is een sterk beest, maar onze ervaren visser weet precies hoe je hem moet vast houden. Als er meer kijkers komen, houdt ie het voor gezien. In de vis-winkels en tenten hebben we nog gezocht naar deze vis. Wat ie kost en hoe je 'm klaar maakt, maar wij hebben hem niet kunnen vinden.

Guérande, Frankrijk, 30-3-2012

La Grande-Brière, Frankrijk
Het gaat lekker. Iedereen heeft zijn draai weer gevonden en we zijn ondertussen op onze vierde camping in Frankrijk aangekomen. En wat een verschil. Die bij Rouen: direct betalen, zelf een plekje zoeken, geen mens of hond gezien, toiletten en douches van het oude schuurtype en bij vertrek even vragen of de slagboom open mag. Precies zoals we het willen hebben, al is het hebben van de code voor het in- en uitrijden wel veel gemakkelijker, maar voor één nachtje is dat te doen en slaan we de douche maar even over.

Op de camping Du Haras ten noorden van Vannes gaat alles heel anders. Er wordt ons een plek aangewezen lekker dichtbij en met uitzicht op een netjes toiletgebouw. Van onze vijf medekampeerders merken we niet veel, ze zijn achter hoge hagen verborgen, we kunnen alleen hun bioritme, wat betreft de toiletgang, in kaart brengen. Er is internetverbinding op de hele camping voor twee Euro per dag en we kunnen door de slagboom rijden met onze eigen code, als ie het doet. Elke dag wuiven we even naar het eigenaarsechtpaar.

Op een weiland bij Surzur stond al een sobere toiletvoorziening, maar voor de uitstraling is de buitenkant met hout bekleed en de binnenkant betegeld. Elke dag wordt er schoon gemaakt. De hele camping is trouwens keurig netjes. Er staat niemand en de haagjes staan netjes in gelid, maar het er nog aanhangend kaartje toont een uitbundiger struik dan dat ene takje wat er in het echt staat. De slagboom kan zelf bediend worden met het intikken van de vijf cijfers op een apart staande paal opzij van de ingang. De modernere uitvoering is, net als een wifimogelijkheid, in bestelling.

De camping waar we nu staan, kan zo mee doen aan het programma “Ik vertrek”. De nieuwe eigenaars, wel Franse, hebben de camping overgenomen maar niet het woonhuis. Tijdelijk wonen ze in één van de huisje-achtige stacaravans, die ook dienst doet als receptie. Naast de balie staan twee rekken met hun kleren. Ze zijn nog volop bezig met opknappen, aan het verbeteren van de slagboom wordt gesleuteld en het sanitair had al klaar moeten zijn, maar … Oké, er is hier in de buurt nergens een andere camping open, de meesten beginnen pas in april, dan gebruiken we onze eigen wc en douche wel. Hadden ze wel even er bij moeten vertellen dat het water ook nog is afgesloten en dat het punt voor legen van chemische toiletten is afgekeurd.

Volgende week is het de eerste week van april en komt het paasweekend er aan. Gaan we een camping uitkiezen zonder slagboom, met een verwarmd toiletgebouw en wc-papier, met internetmogelijkheid, waar we midden in de natuur helemaal alleen staan, waar de vreemde vogels rond onze caravan hippen en waar de bakker 's morgens met zijn baguettes langs komt. O ja, het weer is prima!