Rengerspôlle, 2-7-2013
We zijn weer varende. Zaterdag zijn we met extra bemanningslid Gerke vertrokken. Hij weet wat je met een hengel doet en zelf heeft ie klompen, maar de combi brug/hengel/klomp blijft hij gek vinden. Oké, het geld moet in een klompje. Omdat ie weet dat wij geen klompen aan boord hebben, heeft ie zijn eigen van huis meegenomen. In Dokkum staat de brugwachter al klaar om de vijf Euro, ja boten zijn de enige vervoermiddelen die bij de poort van de stad tol moeten betalen, in ontvangst te nemen. Samen vangen we de klomp. Gerke gaat dat eens uitgebreid bekijken, intussen vaart het schip door. Gelukkig zijn brugwachters lenige mensen met lange armen.
De aanlegplaatsen onderweg zijn te ondiep, liggen al vol of hebben geen verbinding met de openbare weg. Ook bij Raard, onze vaste stekje, is de kade vol met drie forse sleepboten. Bij de Klaarkampsterbrug, geen bruggeld, is de hele oever en wachtsteiger vrij en is liggen mogelijk in overleg met de brugwachter. Door zijn raam geeft ie toestemming. Ik meen dat ergens in zijn antwoord het woordje even voorkwam, maar Cees heeft niets gehoord. Op het uiterste hoekje, met de voorpunt voorbij het riet stekend, settelen we om vier uur 's middags.
Als we onze kleinzoon met z'n mem hebben uitgewuifd, gaat Cees een tukje doen en loop ik een rondje. Rond zeven uur stapt de brugwachter op mij af. Wat de bedoeling is? Nou blijven liggen voor de nacht natuurlijk. Nee dat kan niet, ja om acht uur mag het tot negen uur morgenvroeg omdat de brug dan gesloten is, maar nu mag het nog even niet! Eerst haal ik maar eens diep adem, gaan we de discussie aan over hoe lang het woordje even is. Wijs ik hem er op dat er bijna niemand het laatste uur is langs gekomen, dat er vermoedelijk ook geen kop meer voorbij komt en dat dus al die meters en meters kade, behalve de tien meter die wij bezetten, vrij blijven? Ga ik zeggen dat ie niet zo moet zeuren?
Nee, je wordt tenslotte wat ouder en misschien iets wijzer. Al knikkend en buigend: “Oh wat jammer, dan heb we elkaar verkeerd begrepen. 't Is zo'n mooi plekje, anders moeten we door naar Birdaard en daar is het vaarwater zo smal. Misschien voor deze ene keer? Morgenvroeg voor negenen zijn we weg.” Hij strijkt zich over het hart en we mogen deze ene keer, alleen deze ene keer, bij hoge uitzondering blijven liggen. 't Is een brugwachter zonder klompje-afleiding!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
dat is goed gelukt dat ompraten, in het fries gesproken?
Een reactie posten