Koersbericht

22 aug : Cuxhaven
           westelijke wind rond 6 Bft met windstoten van 7 en 8
23 aug : Cuxhaven
           westelijke wind rond 6 Bft met windstoten van 7 en 8
24 aug : Cuxhaven
           westelijke wind rond 6 Bft met windstoten van 7 en 8
25 aug : 03.15 uur Cuxhaven - 15.15 uur Norderney
           vaarafstand : 65 mijl
    Kia : 09.45 uur Cuxhaven - 14.05 uur Norddeich
           rijafstand : 204 km, veerboot naar Norderney
26 aug : 09.30 uur Norderney - 17.00 uur Delfzijl
           vaarafstand : 36 mijl
27 aug : 10.30 uur Delfzijl - 17.40 uur Reitdiep
           vaarafstand : 25 mijl
28 aug : 09.35 uur Reitdiep - 13.35 uur Zoukamperril
           vaarafstand : 12 mijl
29 aug : 10.15 uur Zoukamperril - 11.35 uur Dokkumerdjip
           vaarafstand : 6 mijl
            12.40 uur Dokkumerdjip - 13.05 uur Dokkumer Nije Silen
           vaarafstand : 1 mijl

Cuxhaven, Duitsland, 21-8-2014

Bagenkop, Denemarken

Het is vast weer. Windkracht 5/6 uit het westen en in de buien 7 tot 8 Beaufort. Dat alles verpakt in stortregens, afgewisseld met hagelsteentjes en zo nu en dan een knallende donderslag. Verbetering zit er ook de komende dagen noch niet in en dus wordt het weerbericht intensief bestudeerd om net die ene gunstige dag er steeds tussenuit te pikken.

Na een dag winkelen in Svendborg en ’s nachts ankeren in de luwte van Troense, kunnen we de volgende dag kiezen. Gaan we naar Søby op 't noordelijkste puntje van Ærø, dan moet er op de motor tegen de wind in gevaren worden, maar is de volgende dag de koers wel ruimer bezeild. Of gaan we naar Marstal, kunnen we bijna helemaal naar toe zeilen en is de afstand tot Kiel een stuk kleiner. Het wordt één nacht Marstal.

Al voor zevenen verlaten we de jachthaven. Er wordt ’s morgens wel wat hardere wind voorspeld, maar uit een betere richting dan ’s middags. Eén keer op zee staat er een dikke 7. Cees trekt er snel een tweede reef bij. Naast de boot zie ik touwwerk drijven. Met in het achterhoofd het schrikbeeld, touw in de schroef, trek ik de rommel aan boord. Waar komt dat nou vandaan? De lazyjacks zijn onder de tweede zaling afgebroken. Gelukkig, dat is geen groot probleem. De naam zegt het al, lazy of te wel iets voor luie mensen, daar kunnen we ook zonder.

In Holtenau nodigt het witte knipperlicht uit tot invaren van de sluis. Maar onze contante Euro’s zijn op. We moeten eerst in het stadje pinnen, die klote automaat voor het betalen van de passage van het Nord-Ostsee-Kanal wil van buitenlanders alleen maar cash aannemen. De sluisopening gaat onze neus voorbij en we gaan op zoek naar een bank met pinautomaat. Een paar uur later kunnen we alsnog door de sluis. Blijken er zo veel klachten geweest te zijn over die rot automaat dat er weer een mevrouw in een hokje zit waarbij je met creditkaart of als het moet, contant kunt betalen.

Door naar de Flemhuder See. Er zijn veel ankeraars. We liggen tussen de gele tonnetjes van de rand van het ankergebied. Als de wind draait liggen we op ramkoers met een van die tonnen, maar het is vast weer, de wind zit muurvast in de westelijke hoek. De volgende morgen worden we wakker van de regen en het gevloek van buurman catamaran. Om z’n anker zit een koperen kabel, die hij met het vlees-hakmes afkapt, maar bij het hoger ophalen van het anker blijkt er nog meer ijzerrommel om de vloeien te zitten. We kunnen het niet meer aanzien en aanhoren hoe zijn vrouw de schuld krijgt van alle ellende op de wereld en vertrekken naar het Gieselau Kanal.

Na twee stormachtige nachten met tsunami-golven veroorzaakt door de diepgaande schepen in het hoofdvaarwater, gaan we in de regen door naar Brunsbüttel. Weer twee dagen wachten. Van de vertrekkende boten, waarvan het geduld op is, komen er verschillende met de eerst volgende schutting terug van de Elbe. Er lopen golven van 2 tot 4 meter. In een depressie-gaatje, vandaag op motorkracht naar Cuxhaven. Het blijft vast weer, windkracht 5/6 uit het westen en in buien 7 tot 8 Beaufort, hier zijn we direct nog niet weg: “Wy sette ûs nei wenjen”

Koersbericht

15 aug : 09.55 uur Troense - 13.30 uur Marstal
           vaarafstand : 17 mijl
16 aug : 06.25 uur Marstal - 12.20 uur Holtenau
           vaarafstand : 34 mijl - Duitsland
            14.15 uur Holtenau - 16.50 uur Flemhuder See
           vaarafstand : 9 mijl
17 aug : 08.45 uur Flemhuder See - 13.25 uur Gieselau Kanal
           vaarafstand : 25 mijl
18 aug : Gieselau Kanal
           harde wind 5-6 Bft met windstoten 7-8 Bft
19 aug : 07.10 Gieselau Kanal - 11.10 uur Brunsbüttel
           vaarafstand : 21 mijl
20 aug : Brunsbüttel
           harde wind 5-6 Bft met windstoten 7-8 Bft
21 aug : 10.45 uur Brunsbüttel - 14.45 uur Cuxhaven
           vaarafstand : 18 mijl

Troense, Denemarken, 14-8-2014

Agersø, Denemarken

Drie nachten liggen we op Agersø met stormwaarschuwingen, regen en donder. Maar als Windfinder voor de 13de augustus een korte verbetering na 12 uur ’s middags voorspeld, laten we de 4de nacht, die gratis is, op het eiland schieten en varen, één keer gereefd, de haven uit. Zodra het zeil omhoog is en het eerste stuk recht in de wind op gemoterd moet worden, krijgt de wind ons in de gaten. Hij gooit er direct een schepje bovenop tot 7 Beaufort. Snel een tweede reef er bij.

De golven slaan over het dek. Natuurlijk hadden we de luiken uit voorzorg al dicht gedaan, maar die twee boven op het kajuitdak zitten zo hoog dat het nog nooit nodig is geweest. Nu dus wel! Daar komen we te laat achter! Cees offert zich op om gewapend met emmer en dweil, zittend op de kajuitvloer, de wateroverlast te lijf te gaan.

In de luwte van Omø wordt de koers ruimer, komt de fok er bij en gaat de motor uit. Wat gaan we doen? Naar Omø? Hebben we geen zin in. Morgen zal het nog harder waaien, zitten we weer vast op een eiland. Oversteken en wat afvallen naar Nyborg? Nee, wordt de route op een latere dag alleen maar langer van. Boven Langeland langs en dan zuidwaarts maar. De wind krijgt spijt van zijn geplaag met de natte kajuit en laat ons de snelweg van De Grote Belt oversteken met een windje 5.

Voorbij de noordelijke gevarenton op het puntje van Langeland moet er gelaveerd worden. Koers pal zuid, maar we maken op het kompas slagen van 250 of 150 graden. De wind wil nu helemaal weer vriendjes met ons worden en trekt zich terug naar 4 Beaufort. Met nog twee andere schepen gaan we al zigzaggend richting Svendborg. Het wedstrijdje-varen neemt al onze aandacht in beslag. Dat pikt de wind niet. Hij bakt een dikke bui, spat wat met regenwater, laat het zo donker worden alsof het nacht is en draait de windrichting tot pal tegen. De laatste 5 mijl naar ankerplek Troense op de motor, één reef in het grootzeil en tegen de wind in. Alle luiken worden vergrendeld.

Koersbericht

08 aug : 09.55 uur Vordingborg - 14.00 uur Femø
           vaarafstand : 20 mijl
09 aug : Femø
           stormachtige wind met regen en donder
10 aug : 09.50 uur Femø - 12.30 uur Agersø
           vaarafstand : 19 mijl
11 aug : Agersø
           stormachtige wind met regen en donder
12 aug : Agersø
           stormachtige wind met regen en donder
13 aug : 12.20 uur Agersø - 20.00 uur Troense
           vaarafstand : 41 mijl
14 aug : 09.35 uur Troense - 10.25 uur Svendborg
           vaarafstand : 2 mijl
            15.40 uur Svendborg - 16.15 uur Troense
           vaarafstand : 2 mijl

Vordingborg, Denemarken, 7-8-2014

Falsterbo Kanal, Zweden

Onweer. Het was te verwachten na zo veel warme, tropische dagen. Bleef het steeds nog bij een dreigende bui, wat gerommel in de verte of een bliksemflits ver boven land, op onze ligplaats in het Falsterbo Kanal was het helemaal raak.

Gelukkig ben ik niet bang voor onweer. Vroeger wel. Thuis werden we ’s nachts uit bed gehaald of overdag binnen verzameld. Kregen allemaal onze jas aan en dan pakte mem de tas met daarin de belangrijke papieren, de verzekeringpolis en onze spaarbankboekjes. Was beppe er ook, dan kwamen er handdoeken voor de spiegels. Was de bui voorbij, dan zei beppe steevast: “As de mar him mar nimt!” We wisten nauwelijks wat ze bedoelde, maar de toon maakte dat we weer trillend op onze stoelen zaten.

Op Falsterbo Kanal “nimt de mar ‘m net”, even vertalen: het meer neemt ‘m niet, de bui blijft boven land hangen. Falsterbo is een landpunt met ten noorden het water richting Kopenhagen, ten westen de oversteek naar Køge op het Deense Sjælland, ten zuiden De Ostsee en aan de oostkant het kanaal dat dit kleine stukje land afsnijdt van het vasteland. De bui zit boven ons en kan geen kant op. Het licht kan uit, door het bliksemvuur is onze kajuit constant blauw verlicht. De donder is zo luid dat we elkaar nauwelijks verstaan. Het stormt en slagregens en hagelstenen komen door de kleine ventilatieopeningen van de dakluiken en ventilators naar binnen. Soms voelen we binnen in de boot de luchtdruk van de bliksemschichten.

We wagen ons niet buiten. Eerst staat de wind in de richting mee van’t kanaal waar we aan de kade liggen. Al hatseflatsend zetten we in de keukenkastjes de glazen en kopjes weer rechtop. Later draait de wind naar dwars en hangen we alleen maar scheef op onze stoelen. Na een uur is de bui uitgeraasd. Er zijn wat afdekkleden, spatzeiltjes en een enkele buiskap in de haven gesneuveld. Zelf blijven we schadevrij.

Koersbericht

01 aug : 08.40 uur Gislovs Läge - 11.20 uur Falsterbo Kanal
           vaarafstand : 13 mijl
02 aug : Falsterbo Kanal
           rustdag met harde wind
03 aug : Falsterbo Kanal
           rustdag met havenfeest
04 aug : Falsterbo Kanal
           slechte weersvoorspellingen
05 aug : 08.45 uur Falsterbo Kanal - 15.45 uur Klintholm
           vaarafstand : 36 mijl - Denemarken
06 aug : 09.55 uur Klintholm - 13.25 uur Hesnæs
           vaarafstand : 15 mijl
07 aug : 09.10 uur Hesnæs - 14.30 uur Vordingborg
           vaarafstand : 17 mijl

Gislovs Läge, Zweden, 31-7-2014

Gislovs Läge, Zweden

Voor vandaag werd er harde wind voorspeld. We zijn blijven liggen en maken er een rustdag van. Terwijl ik aan een middagdutje begin, gaat Cees de vuilwaterput schoonmaken. Bij het pakken van de puts laat ie het ankerbakdeksel dichtklappen. Om het water uit de rubberboot te laten lopen, ratelt ie de davidsliertjes in het rond en om te kijken of de vuilwaterpomp wel goed werkt, hoor ik lange tijd het gepiep van de pomp. Ik geef het op, al moet ik toegeven dat ie niet zoveel kabaal maakte als laatst onze buurman op de Ålandeilanden.

In Mariehamn liggen we op ’t eind van de steiger. Er komt een Fin naast ons liggen met vermoedelijk twee broers, de koppen komen uit dezelfde mal, aan boord. De jongste van de beide, hij is de leeftijd waarvan men zegt dat het leven begint al ruim gepasseerd, zit in de kuip. De marifoon aan en zicht op de binnenkomende veerboten. Als hij door krijgt dat we uit Nederland komen, wil ie weten of er bij ons ook zulke grote veerboten varen. Met ons antwoord van ja in Amsterdam en Rotterdam, maar niet in onze buurt, verliest ie direct zijn belangstelling weer.

Als we terugkomen van het dagje auto huren, zit ie nog op zijn stekje met de marifoon nog steeds op ’t havenkanaal, geluidssterkte: plezier voor de hele haven. Ik mopper, maar Cees vindt dat ik meer begrip moet hebben. “Net zoals de vogelspotter, daar heb ik ook mee geleerd te leven, maak jij nu kennis met de veel zeldzamere veerbootspotter.” Tijdens de koffie luisteren we mee. De meldingen: we zijn voor de haven, we zijn in de voorhaven, we draaien de boot, we zijn bij de kade, we zijn aan de kade en dan bij vertrek hetzelfde, maar in omgekeerde volgorde. Bij iedere boot hetzelfde.

’s Avonds overstemmen we het geluid met een voetbalwedstrijd op tv. Als we naar bed gaan, de volumeknop op hun marifoon heeft maar één stand, rekenen we er op dat onze veerbootfanaat ook spoedig slaperig wordt. Gelukkig varen er ’s nachts minder boten, maar als ik voor de zoveelste keer wakker wordt, stomp ik Cees aan en probeer hem zover te krijgen dat ie met de buren gaat praten. “Ik hoor niks. Ga slapen. Doe je oren maar onder de dekens” en hij snurkt verder.

Om zes uur komen er weer meer veerboten aan. Dan blijkt maar eens dat wij Friezen heel veel woorden gemeen hebben met de Zweedse taal. Alle scheldwoorden die van de steiger naar de buren geschreeuwd worden, kan ik verstaan. Ook de Fin begrijpt ze en een vredige stilte daalt neer. Cees krijgt een duw dat ie nu op moet houden met snurken en mij moet laten uitslapen. Vandaag gaat mijn inhaaldutje niet door. De vuilwaterpomp blijkt stuk te zijn en Cees heeft bij het vervangen van de membraam een derde en vierde handje nodig.