Laboe, Duitsland, 28-5-2011

Nord-Ostsee-Kanal, Duitsland
Afgelopen weekend wilden de mannen met de elektronische kaart, in onze Raymarine C80 buiten in de kuip, van Nederland overschakelen op de kaart van Denemarken met daarop ook de Elbe. Dat lukte dus niet. Gelukkig waren de opstappers alle drie IT-deskundigen en deden we het niet zelf. Dan denk je al gauw, wat doen we fout? Als je het nodig hebt, doen die elektronische dingen het weer niet, gevolgd door wat krachttermen, die ik hier niet zal vermelden. Nu we pake en beppe zijn, willen we het goede voorbeeld geven en proberen als alternatief de wat zwakkere term “sapperdeflap” te gebruiken.

Maar ja die kaart van Denemarken was nog geen jaar oud en deed het dus niet! Had je hem thuis maar moeten proberen! Dat hadden we, maar met zo'n gratis bij een bestelling gekregen hebbedingetje: de kaartlezer. Daarin plaats je de kaart en kunt hem dan bekijken op je laptop, lekker binnen bij de kachel. Wij hebben alleen de index bekeken met het overzicht van het bereik van de kaart. Natuurlijk niet gekeken of de betreffende kaart met details ook echt aanwezig was. Is ook niet nodig, we doen de tochtplanning per dag altijd op de avond er voor. Zo proberen we alle mogelijkheden om met de wind mee te gaan, open te houden.

Op deze CF-module ontbreekt dus één gebied helemaal en daardoor wil hij buiten op de C80 ook niet opstarten. Maandag direct met de leverancier SVB, Bremen gebeld. Geen probleem, komt allemaal goed (vrij vertaald). Stuur maar op. Dus tussenstop in Rendsburg gemaakt. Kaart in originele doosje, wie wat bewaard heeft nog eens wat. Extra verpakt in dat bubbeltjesplastic, wat kinderen zo leuk vinden om tussen hun vingers de luchtbelletjes te laten knappen. In een dubbele enveloppe, laten wegen, juiste aantal postzegels er op en afwachten maar.

Elke dag bellen we even met SVB. We leven tenslotte in een snelle tijd, met geld pinnen zodra je maar wil op elke hoek van de straat. Internet bijna overal, behalve in de jachthavens die wij bezoeken, dag en nacht tot je beschikking en de post die, tenminste in Nederland, garandeert dat je vandaag geposte brief morgen aankomt. Onze Duits-Deense kaart, doet er nu vier en een halve dag over om van hoofdpostkantoor Rendsburg, waar ik zelf heb gezien dat ie in de desbetreffende postzak werd gegooid, naar Herr Mannott bij SVB in Bremen te komen. Hemelsbreed is dat 160 kilometer. Langzamerhand steekt het twijfelduiveltje zijn kop op of kaart nummer 45XG XL9 ooit nog weer boven water komt.

Koersbericht

20-5: Lauwersoog - Norderney, af: 5:00 uur, aan: 14:15 uur, afstand: 68 nm
21-5: Norderney - Cuxhaven, af: 6:00 uur, aan: 15:40 uur, afstand: 75 nm
22-5: Cuxhaven - Brunsbüttel, af: 12:00 uur, aan: 16:30 uur, afstand: 22 nm (1:45 uur gewacht voor de sluis)

Lúnbert, Fryslân; Cuxhaven, Duitsland, 21-5-2011

Lauwersoog
Antje C is er weer helemaal klaar voor. De afgelopen weken hebben we hard gewerkt en konden we verscheidene dingen van de klussenlijst wegstrepen. Luitzen is in de mast omhoog geweest en heeft daarboven alles eens goed gecontroleerd. Verder heeft hij de windex vervangen door een roestvrijstalen exemplaar en van de elektronische windsnelheid- en richtingsmeter het hele opzetstuk vervangen. De kolonie Zwarte Kraaien zit het liefst met z’n allen zo hoog mogelijk, maar de plastic onderdelen in het topje van onze mast kunnen dat gewicht niet dragen.

Zodra we ze horen aankomen, jagen we ze weg. Dus als jullie ons in de kuip horen schreeuwen, op de verstaging zien slaan, uitgebreid in de handen horen klappen of ’s morgens vroeg half aangekleed en tierend uit de kajuitdeur zien rennen? Niks aan de hand, alleen maar een vogelverschrikkersactie. Jammer genoeg helpt het maar een paar keer en dan zijn ze daar ook weer aan gewend. Vogelvriendelijke tips zijn welkom.

Eén nachtje hebben we op de wal gestaan. De antifouling zag er nog zo goed uit, dat alleen het bovenste stuk, waar we deze winter het ijs hebben geraakt, is bijgeverfd. Het zwaard en de zwaardkast hebben eens wat extra aandacht gekregen. De anodes zijn schoon gepoetst of vervangen en bij het schroefraam zijn twee magnesiumanodes gezet. De band boven de waterlijn is van gelig weer wit gerubbed.

Vragen, opmerkingen, aanwijzingen, praatjesmakers en de lolligsten thuis kwamen voorbij. We zijn weer helemaal bijgepraat door de medeliggers van het voorste deel van de haven. Nu zijn we een paar dagen gescheiden van tafel en bed. Ik ben met vakantie in het huis van onze jongste en doe alleen maar waar ik zin in heb. Cees is met drie opstappers op zee voor het mannen-familiezeilweekend.

Dokkumer Nije Silen, 23-4-2011

Villequier, Frankrijk
Na 8.500 kilometer zijn we weer terug. Iets eerder dan gepland; we waren een beetje aan het kwakkelen. Maar het is net hetzelfde als bij zeeziekte, je knapt weer op als je de haven ziet. Zo ging het bij ons ook, het is heel prettig om weer van het gemak van Antje C te genieten. Even kijken wie allemaal al weer in het water liggen en of ze de winter goed zijn door gekomen. Morgen willen we direct weer gaan varen. Natuurlijk kijken of de Zeearenden er nog zijn en eens proberen of het nieuwe haventje op Senneroog diep genoeg voor ons is.

Varen en afmeren is ook een stuk gemakkelijker dan kamperen. Neem bijvoorbeeld het aanleggen, met de boot is de keuze niet zo groot. Als je een box krijgt toegewezen, kun je er voor- of achteruit in varen. Krijg je een langssteiger dan kun je aan stuurboord of bakboord afmeren. Meer keuzes zijn er niet. Met de caravan aangekomen op een camping, moet er eerst logistiek overleg volgen. Omdat we buiten het seizoen reizen, kunnen we nog uit de diverse plaatsen kiezen. Het moet een veldje zijn dat niet te ver van het toiletgebouw af ligt, maar het mag er ook weer niet zo dichtbij zijn, dat we vanuit onze sleurhut het bioritme van de andere kampeerders kunnen volgen. Is het terrein een beetje vlak of niet en hoe zetten we de caravan dan neer met zo weinig mogelijk gedoe met oprijblokken zodat de wasbak ook leeg wil lopen.

Kunnen we met onze stroomkabel en verlengsnoer het stopcontact wel bereiken? Zijn er veel bomen op het terrein, dan komt het handkompas er bij om vrije schotelontvangst te zoeken. Verder willen we natuurlijk liever dat de wind niet op de deur staat, maar ik wil hem ook niet op het raam bij de tafel, tegenover de deur, hebben. Kan het raam tenminste nog eens open als er wat te fotograferen valt. Dan is de zon aan de beurt. Omdat we overdag vaak te toeren zijn, willen we morgen- en avondzon.

Als we het eens zijn geworden en alles is genesteld, is er tijd voor koffie en lezen we de campingregels die de receptie heeft meegegeven. Buiten de ook in havens gebruikelijke geboden over lawaai maken, barbequen en zo verder, kent men op de camping de drie meter regel. Men is verplicht om zijn woning op wielen zo te plaatsen dat er altijd drie meter afstand tussen de jouwe en de omringende caravans is. Als ze dat in de watersport gaan invoeren, worden de boxen een stuk ruimer en komt er nooit meer iemand bij je langszij.

Telgruc-sur-Mer, Frankrijk, 16-4-2011

Telgruc-sur-Mer, Frankrijk
Vijf dagen staan we nu al op camping Armorique in Telgruc-sur-Mer. Het is een zogenaamde terrassencamping. Dat heeft niets te maken met lekker buiten zitten en dan een drankje bestellen. Nee, het betekent dat de beheerder met zijn huis onder aan de weg woont en de kampeerveldjes achter zijn huis omhoog langs de helling van een uit de kluiten gewassen heuvel liggen.

Met vier grote S-bochten en een hellingspercentage van 9 % zoeken we in de eerste versnelling onze weg naar boven. Daar zijn de kampeerplaatsen gelukkig wel redelijk vlak gemaakt. Met één enkel oprijblok onder het linker wiel, staan we bijna waterpas. Exact helemaal recht hoeft ook niet, op de boot zijn we niet anders gewend en zo lijkt kamperen toch een beetje op varen.

Op de kasteelcamping Des Tilleuls in Port-le-Grand bij Abbeville was het net andersom, de weg was goed te rijden en te lopen, maar de staanplaatsen hadden zoveel helling dat het niet meer op varen maar op omslaan leek. Achteruit reden we langzaam de caravan op het scheve terreintje, tot de achterkant van Flipper de grond raakte. De voorste poten moesten zelf op dubbele blokken om een beetje in de buurt van een vlak bed te komen. Het disselwieltje zweefde ergens in de lucht.

Met grote stenen voor de wielen probeerden we wat vertrouwen in het staan blijven van Flipper op te bouwen. Voor de zekerheid bonden we, zoals we gewend zijn, de caravan nog met een dik touw aan een betonnen paal vast, voor als er eens harde wind zou komen. Een extra hoofdkussen maakte het geheel leefbaar. Een beetje redelijk buiten zitten met een kopje thee op tafel zat er niet in.

Toch was er bij dat kasteel meer te beleven. Er waren rondom de oude gebouwen veel vogels en vlinders te vinden. Hier is niet zo veel drukte. Ik denk dat ze het te ver vinden, om naar deze hoogte te vliegen; boven in een flatgebouw kom je ook niet veel bezoekers van buiten tegen. Al maken de twee Smaragdhagedissen die een paar meter van onze tuinstoelen vandaan zitten, heel veel goed.

Grève du Vougot, Frankrijk, 9-4-2011

La Passage, Frankrijk
Bretagne is een heel mooi gedeelte van Frankrijk. Waarom dat zo is? Ik denk vooral door de afwisselende kust. Direct na Le Mont-St-Michel rijd je door polders zoals wij ze in Nederland kennen, al zit er lang niet zo veel water in de sloten en wordt er hoofdzakelijk groente verbouwd. Hier komt 's winters de temperatuur nauwelijks onder nul, zodat de bloemkool gewoon op het veld kan blijven staan. Vooral de grote velden met artisjokken vallen op.

Verderop heb je een stuk wat vlakkere kust, die overgaat in hogere rotsen met losse stenen of hele, hele grote stenen. Dan rijd je weer naar het uitkijkpunt op een hoge kaap en bij de afdaling ontdek je lage met gras bedekte duinen waar een mooi, nu nog leeg, strand voor ligt. De boven het water uitstekende rotspunten met of zonder staken en kleine eilandjes met vuurtoren of kapelletje zorgen voor afwisseling in het uitzicht. Overal zie je de boten van de zeilscholen met grote groepen kinderen.

Vissersboten liggen aan de witte boeien of hangen bij laagwater tegen de kademuren. Brengt de één voornamelijk de Grote Mantel-schelpen aan wal, zo neemt een ander “alles” mee wat gevangen wordt. Bij Iliz-Koz kwam een boot binnen die zo'n twintig verschillende vissoorten aan boord had. Oestervelden duiken overal op, maar de echte Fransman zoekt met een kleine harkje zijn eigen “Fruit-de-Mer”.

Of vinden we Bretagne toch het mooist om de taal? Vanwege de geschiedenis met de Kelten, is men hier wat meer Engeland-minded. Op de uitlegbordjes bij de toeristische trekpleisters staat een, voor ons toch beter leesbare, korte Engels uitleg. Of voelen we ons hier op ons gemak omdat de plaatsnaamborden, net zo als thuis, tweetalig zijn. Eerst de Franse naam en daar onder de Bretonse. Hebben wij het toch beter voor elkaar, bij ons staat de Friese bovenaan.

Plouézec, Frankrijk, 2-4-2011

St-Brieuc, Frankrijk
Het valt niet mee om in het voorjaar campings te vinden die al open zijn. Natuurlijk kunnen we gebruik maken van de als paddenstoelen uit de grond schietende camperplaatsen, maar het mag eigenlijk niet en het is er ook niet altijd gezellig. Het verschil tussen caravanners en campermensen is net zo groot als tussen zeilers en motorbootvaarders. Men dult elkaar, maar echt omgang heeft men niet met de ander. Ook vinden we dat de campers vaak dicht op elkaar moeten staan op nauwe plaatsen van asfalt en aan de doorgaande weg. Dan is het op de camping toch anders.

Neem nou bijvoorbeeld het kampeerterrein waar we nu staan. Gisteren is ie voor 't eerst dit jaar open gegaan en toen we hier vanmiddag aankwamen was het heel rustig met mooie grasveldjes omzoomd door hagen en struiken. De boom zit nog dicht, de receptie ook van 't zelfde, maar de vlaggen zijn wel uit en aan de lengte te zien, zijn ze de hele winter ook uit geweest. Geen mens te zien, maar op de deur hangt een papiertje met daarop een telefoonnummer.

Na even de Franse zinnetjes te hebben geoefend, bel ik het nummer. Hij gaat over, een mevrouw neemt op, hoort mij aan en legt weer op. Gezakt voor mijn examen Frans! Na wat opbeurende woorden, doe ik een tweede poging: “Do you speak English?” Nu klinkt er wat gerommel en wordt de telefoon doorgegeven aan een man. Ik ga over op mijn Frans; de aanhouder wint. Uit zijn antwoord maak ik op dat ie er direct aankomt.

We lopen een ronde over de camping, hangen nog wat voor de deur rond en gaan tenslotte maar weer in de auto zitten. Ik begin nu zelf ook een beetje aan mijn Franse taalvaardigheden te twijfelen en pak de gids met campings er maar eens bij. De volgende is 50 km verderop. Dan komt er een wit bestelautootje het terrein opracen. Een wat oudere man stapt uit en met wijd gespreide armen komt ie op ons af, terwijl hij roept: “Le première cliente.” Even denk ik dat ie ook nog gaat zoenen, maar onze Friese stugge koppen weerhoud hem daarvan. Onder constant uitroepen van: “ De eerste klanten, de eerste klanten”, opent ie de boom en mogen we een plek uitzoeken waar we maar willen.

Ondertussen hebben we het gevoel dat we de Franse staatsloterij hebben gewonnen. Hij blijft maar lachen, vrolijk roepen, breed zwaaien en haalt de sleutel van het toiletgebouw. Als het op betalen aankomt, is het het normale tarief van dertien Euro: weg hoofdprijs. De kampbeheerder keert huiswaarts en laat ons alleen op een lege camping. Als de zon verdwijnt is het hartstikke donker op de camping: hij heeft de elektriciteitsschakelaar toch wel op AAN gezet? Na twee douche-munten komt er nog geen warm water uit de kraan. Onze loterijprijs zakt naar een “eigen geldje”. De volgende keer toch maar op een camperplaats overnachten? We hebben ook vrienden met motorboten, dan zal het met die camperlui ook wel lukken!

Courtils, Frankrijk, 26-3-2011

Passe d'Isigny, Frankrijk
De route langs de Normandische invasiestranden van 1944 is lang; van Caen tot St-Vaast-de-la-Hougue. Vooral het stuk Omaha Beach is indrukwekkend. Duizenden doden en veel wapentuig langs de weg. Dit alles vertaalt zich dan snel naar de actualiteit van Libië en ook Afghanistan. We discussiëren wat af, maar komen er niet uit. Van deze omgeving worden we niet vrolijk, zelfs een menuutje bij de Mac maakt ons niet happy. Morgen maar weer verder. Nu de kaart er maar bijgepakt en de kortste route terug naar Flipper.

We zitten vlakbij de grote inham van Carentan; pakken we de weg daar op de rand van de polders en het droogvallende gebied toch nog even mee? Dan kunnen we morgen wel direct omhoog langs Utah Beach. Zullen we wel of zullen we niet? Vrouwen winnen altijd, dus gaan we de meer dan vijf kilometer, één auto brede, doodlopende weg op naar wat ze hier Marais noemen. Al gauw komt er een witte reiger met heel duidelijke grote witte kuif in beeld. Toet, toet, een Fransman met haast wil dat we doorschuiven, zodat hij op een breder stukje voorbij kan. Weg mooie witte kuif.

Even later vliegt een Torenvalk met ons op. Hij kiest steeds een paaltje zo'n zeven meter voor ons uit. Daarbij let hij, of zij, er wel op dat ie voor het fototoestel precies achter de spijl van het voorraam of de spiegel blijft. Dan maar niet. Op het einde, na twee Wulpen, is een lang parkeerterrein, de auto wordt gedraaid. “Nou”, zeg ik, “dan wil ik ook helemaal tot het einde”. Halverwege zien we een roofvogel, maar door de verrekijker blijkt het een Uil te zijn!

Mooi op een paaltje wacht ie tot de grote lens tot het raam uitsteekt en dan pakt ie zijn vleugels. Hij gaat jagen. Met de kleinere lens, op goed geluk, druk ik constant af. Nu zijn er zelfs twee! De ene verdwijnt achter de dijk en de andere zoekt een paal uit achter de auto. Keren; hij zit er nog steeds! Fototoestel in stelling; daar gaat ie weer! Met de verrekijker, en weer gekeerde auto, volgen we hem nog lange tijd en zien hoe hij geregeld op een prooi valt. Tenslotte blijft hij helemaal aan de andere kant van de polder op een hek zitten uitbuiken.

Jammer, kans verkeken. De twee camera's met lenzen worden opgeruimd, keren en terug naar Flipper. En daar, vlakbij zit de tweede ons eens uitgebreid te bekijken! In record tempo uitpakken, grote lens er op en dan draait ie de rug naar ons toe. Ik dacht even te zien dat ie stiekem lachte? Misschien heeft ie medelijden met me gekregen want hij gaat niet zo ver van ons af in het gras zitten en laat zich uitgebreid bekijken. Was zeker toch het wijfje. Intussen is het al bijna donker, ik maak nog meer foto's. Bedankt Velduilen het was een fijn kat-en-muis-spelletje waar ik weer helemaal opgewekt van ben geworden.

Toutainville, Frankrijk, 19-3-2011

Seine, Frankrijk
Tussen Toutainville en Pont-Audemer hebben we een camping gevonden die een beetje centraal ligt om dit weekend de Seine te verkennen. Het was trouwens ook de enigste die al open was in maart en dat is vast niet algemeen bekend, want we staan er alleen. Dus zijn de wc's en douches helemaal voor ons. Maar warm water uit de kranen laten lopen is nog niet gelukt. Verder is het hier heerlijk rustig, is er internet beschikbaar dat we met onze antenne in de caravan oppikken en houd de beheerder overdag toezicht op Flipper.

De monding van de Seine ligt ten zuiden van Le Havre. Door het kilometers lange industriegebied zien we de eerste brug al van verre. Het is de Pont de Normandie, met een totale lengte van 2.141,25 mtr. Het is een tuibrug, vrije overspanning 856 mtr, de langste in zijn soort van Europa. De twee pilaren, hoogte 214,77 mtr, wegen elk 20.000 ton en worden met 184 kabels op hun plaats gehouden. De vrije doorvaarthoogte is ruim 80 mtr en men heeft berekend dat de brug bestand moet zijn tegen windsnelheden van 300 km/uur. De bouw heeft 7 jaar geduurd; in 1995 is het lint doorgeknipt. Om dit moois over te rijden moet voor een auto 5 Euro worden betaald.

De Seine slingert tussen krijtrotsformaties met hele grote bochten verder het in land. Omdat de rivier nu in zijn huidige bedding wordt gehouden door bedijking en in de dorpen betonnen walbeschoeiïngen, zijn er veel boerderijtjes in het oude overstromingsgebied ontstaan. We zien melk- en slachtkoeien, landbouw en veel fruitboeren. Ook de châteaux, iets hoger gelegen, ontbreken niet.

Na nog twee hoge bruggen, komt de Seine na 120 kilometers vanaf zee, in Rouen aan. Zolang varen er ook grote zeeschepen; in de havens telden we er meer dan tien en ééntje, een rode tanker, voer de hele route met ons op. In Rouen zelf zijn de bruggen veel lager en zien we alleen nog binnenvaartschepen. Deze trekken verder de rivier op, maar een dikke 20 km voorbij Rouen vinden ze de Barrière met Ecluses op hun pad. Deze sluizen vallen ons enorm tegen. Het is er een rommeltje op de weg, er wordt onderhoud gedaan, maar het geheel ziet er verwaarloosd uit. Omdat de Seine hier onder “controle” wordt gehouden, verliezen wij onze belangstelling en keren de koplampen richting zee.

Port-le-Grand, Frankrijk, 12-3-2011

Zuydcoote, Frankrijk
Maart roert zijn staart en dat is in één week bewezen. In Appelskea was het overdag fris maar de zon maakte dat het veel warmer aanvoelde. Je had echt het idee dat de lente was begonnen. 's Nachts vroor het echter vijf graden. En ja, dan bevriest de waterleiding van de caravan. Er is één voordeel met die zon overdag; het ontdooit ook weer vanzelf.

Toen kwam er wind, zo'n windkracht 6 tot 7. In heuvelachtig gebied wordt die wind in de dalen versterkt, wat een slingerende moeizame koers oplevert. Het brandstofverbruik verdubbelde. Daar wordt je met de huidige dieselprijzen niet vrolijk van. Op de lange dam die voor Duinkerken ligt, was het helemaal bar en boos. Het is een mooie route, maar je vraagt je wel af of het wijs is om met zoveel wind een weg, met aan beide kanten alleen water, uit te zoeken.

Na één dag veel zon, kwam de bewolking en de regen, en het regent nog steeds. De fietsen kunnen op het rek blijven en de wandelschoenen zijn verruild voor laarzen. Gelukkig blijft de temperatuur overdag rond de tien graden. 's Avonds kruipen we lekker bij de kachel en kijken televisie.

Wat een verdriet daar in Japan! Een aardbeving van 8,9 met veel sterke naschokken! Een tsunami die 3 tot 10 km het land intrekt en alles verwoest wat maar in de weg staat! Een kerncentrale waar radioactieve straling vrijkomt! Een hoeveelheid doden dat in de duizenden moet lopen! Wat dat voor de mensen daar allemaal betekent, valt hier niet te begrijpen in onze aangename omstandigheden.

Appelskea, 5-3-2011

Appelskea
We gaan weer op weg met Flipper en dit eerste weekend gaat onze kleinzoon van drie mee. We zijn nog druk met de laatste dingen; het bed afhalen, aangebroken etenswaar meenemen, een doekje door de koelkast en de deur op slot. Gerke wordt om half negen in de haven afgeleverd en samen met mij geeft ie in de caravan zijn knuffels een plaatsje. Het duurt hem te lang, opent de deur en een galm klinkt door de haven: “Pake, opschieten, opschieten!”

Snel nog even een plaspauze in het toiletgebouw en we kunnen. “Waar zijn we nu?” “Nog voor de jachthaven Lunegat.” Waar zijn we nu-u?” “In Kollum.” “Ik moet poepen!” Het eerstvolgende parkeerterrein is de onze, halen hem uit de veiligheidsriemen, maken de caravan open, trapje er uit, helpen met de spijkerbroek. “Ik hoef niet meer!” Oké, de hele procedure omgekeerd nog een keer, terug in het autostoeltje en we kunnen weer.

“Waar zijn we nu?” “Bûtenpost.” “En nu-u?” “Surhústerfean!” Ik diep van onder een stapeltje cd's ééntje van Sesamstraat op. Tot en met het Tandenborstellied zingen we mee. “Ik wil mijn mem bellen.” Omgekeerd op mijn knieën op de voorstoel zoek ik in zijn weekendtas de speelgoedtelefoon. De lichtjes branden en er komen geluidjes uit; bellen maar. Hij houdt een heel verhaal. “Mem wil weten waar we zijn?” “Drachten.”

“Beppe, vertellen van grutte fûgel!” Of te wel een grote-vogel-verhaal. Beppe heeft niet zo veel inspiratie en neemt haar toevlucht tot het makkelijke: “Grote Vogel gaat op reis en neemt mee om te eten?” Als eerste noemt ie steevast: ijsjes. kindercola is tweede, soms verwisseld met pannenkoeken. Altijd zitten er bij de eerste drie antwoorden, appels. Het bord van Donkerbroek komt voorbij. We werken verscheidene waarom-vragen af. Hij denkt een poosje na, kijkt wat om zich heen en vraagt: “Waar zijn we nu-u?” “Bijna in Appelskea, Beppe ziet de camping met de speeltuin al!”

Dokkumer Nije Silen, 28-2-2011

Dokkumer Nije Silen
Fototoestel kapot. Nou heb ik er gelukkig twee, maar omdat ik erg klungelig wordt in het wisselen van de lenzen, is het makkelijk om de ene met een grote lens en de andere met de kleinere klaar te leggen. Eind vorig jaar heeft Cees mij die tweede camera cadeau gedaan, hij was het gezeur, en een enkel vloekwoord, bij het omzetten zat.

Nu heeft de oudste camera besloten dat ie niet meer automatisch wil scherpstellen. Jaloers? Hij wordt altijd zomaar in een jaszak, rugzak of fietstas gepropt. De nieuwe met een 500 lens komt altijd netjes in de meegekochte tas. Scherpstellen kun je natuurlijk ook handmatig doen, maar dan moet ik de leesbril er bij pakken en er zijn weinig vogels of vlinders die zeggen: “Doe maar rustig aan, ik heb vandaag toch niets beters te doen, ik wacht wel tot je zover bent.”

Wat is wijs? Repareren of is een nieuwe kopen, goedkoper. Toch maar eens bij een fotozaak vragen. Eerst laad ik in de auto de batterij nog even helemaal vol, doe hem in de camera en stap de winkel in Leeuwarden binnen. Vriendelijke mensen, ze helpen me direct. Ze maken de ene foto na de andere met mijn ouwe makker, ze verschuiven wat knopjes, had ik ook al geprobeerd, en komen terug naar de balie. Of mevrouw wel weet waar alle knopjes voor zijn, met het apparaat is niets mis. Ze lachen me nog niet uit, maar gnuiven er lustig op los.

Mijn argument dat ie het gisteren echt niet deed, heeft geen zin. Ze blijven vriendelijk, ach ze hebben wel vaker klanten die wat vergeten, helemaal geen moeite, altijd bereid om ouderen te helpen. In de auto koel ik mijn woede op het gaspedaal, maar ach wat zou het, mijn fototoestel doet het weer. Thuis geef ik direct een demonstratie: Automatisch scherpstellen? Vergeet het maar! Ik kan afdrukken wat ik wil, hij stelt niet meer scherp. Intussen is de batterij leeg. Dat gaat wel heel snel. Met een gloednieuwe, naamloze batterij werkt ie weer als vanouds. Moet ik nu terug gaan naar de winkel en lachend garantie vragen op de officiële Sony batterij?

Dokkumer Nije Silen, 15-2-2011

Lauwersoog
Vanuit Zeeland is bericht gekomen van vogelopvang De Mikke over onze Kerkuil die we vorig jaar oktober in Paal uit het prikkeldraad hebben gehaald. Zij was snel helemaal hersteld, maar om haar in november niet direct de vrieskou in te sturen, hebben ze haar langer asiel verleend. Toen er ook nog een Kerkuil van het andere geslacht binnenkwam, hebben ze die twee bij elkaar gezet. Nu de winter voorbij is zijn ze, met nestkast, uitgezet bij een boerderij op het platteland. Je kunt dus zeggen dat onze Kerkuil is uitgehuwelijkt.

Intussen is hier bij ons in Friesland de winter ook voorbij. Nog een enkele nachtvorst en in de eerste week van februari vijf dagen stormachtige wind om de winter af te sluiten. Bij zo veel dagen harde wind gebeurt er van alles in de jachthaven, tijd om een rondje door ons deel van de haven te lopen. Iemand zijn giek was los, van twee boten waaiden de vlaggelijntjes over de steiger, op een andere boot hadden de meertouwtjes het begeven, enkele kuiptenten hadden een los hoekje en er dreef een blauwe stootwil rond. Cees vist hem op en na het vergelijken van grootte en touwkwaliteit, denken we dat ie aan de goeie boot is teruggeknoopt.

Er is ergens een stag losgewaaid en op verschillende boten klapperen vallen tegen de mast. Voor onze rust, pakken we de ergste kabaalmakers aan door de staaldraden zo vast te binden, dat ze de mast niet meer kunnen raken. Met al die tuigage's om ons heen, wonen wij dus eigenlijk in een tuigdorp. En, daar komen we eerlijk voor uit, we liggen hier prachtig met de boot en het voldoet prima. We hopen wel, dat in de categorie hoofddeksels onze beide zuidwestertjes niet onder de hoofddoekjes vallen.

De Pomp, 31-1-2011

De Pomp
Vakantie! We zitten een midweekje in een boerderijtje in De Pomp. Dit landelijk gelegen vakantiehuis met jacuzzi, ongeveer zes kilometer van de boot verwijderd, werd ons gratis aangeboden. Daarvoor verzorgen we wel vijf paarden, twee honden en wat katten. Hoeveel katten het er precies zijn weten we niet, overdag zijn ze op jacht en komen pas 's nachts hun bordje leegeten. De honden, vooral de kleinste, geven het meeste werk.

De puppy, Sinne genaamd, heeft vandaag de laatste van zijn acht broertjes en zusjes zien vertrekken. Als klap op de vuurpijl besloten zijn baasjes om op vakantie te gaan en nu heeft zij een beetje heimwee naar al dat bekende. Om haar niet al te lang alleen te laten, gaat ze mee naar de stad Groningen.

Daar willen we een slagroomtaart bij onze zoon en schoondochter bezorgen. De puppy slaapt direct, maar de taart heeft het over verkeersdrempels en in de bochten moeilijk. Gelukkig smaakt hij er niet minder om. Nynke krijgt het stuk met 100 km er op en Luitzen komt het stuk met de 200 km tekst toe. Daar op de Weissensee in Oostenrijk is dan niet de echte Âlvestêdetocht, de prestatie is er niet minder om. Natuurlijk is de medaille niet het begeerde “kruisje”, maar het kan nog dit jaar, het vriest tenminste al weer een beetje.

Sinne vindt het tuingras in de stad niet aantrekkelijk en doet zijn boodschappen op hun plankenvloer, keurig midden op een brede plank. Het wordt tijd om op te stappen. Nu zit ze opgesloten in de kennel, maar met constant geblaf maakt ze duidelijk dat dit niet de bedoeling is. De moederhond doet met haar gejank ook mee aan het feest. Het belooft een lange nacht te worden.

Dokkumer Nije Silen, 15-1-2011

De Pomp
Al weer twee weken van het nieuwe jaar om en wat hebben we in die tijd gedaan? De nieuwjaarsborrel van de jachthaven bezocht, de griep afgewerkt en geprobeerd vreemde vogels te vinden. Ook zijn we extra vaak bij onze dochter Jitske langs gegaan. Haar Friese Stabij heeft negen pups, 't is een gezellige drukte. Voor het maken van foto's kunnen ze nog niet lang genoeg stil zitten. Er is slechts nog ééntje te koop. Liefhebbers voor een Stabij met de zeldzame kleur zwartschimmel en papieren? Kijk op de site http://www.kennellauwerswald.blogspot.com/ of bel 06-13205652.

Cees heeft de klussenlijst weer opgepakt. Als eerste is het plafond aan de beurt. Wat lastige latjes in vervelende hoekjes waren nog steeds niet aangebracht en de teakafwerking aan de binnenkant van de dekluiken was ook niet naar de zin. Dat wordt weer zaagsel in de borden en bekers en leven in een lak-lucht. Gelukkig is het nu overdag rond de tien graden, de deur kan open!

Zelf probeer ik onze site een beetje op orde te brengen. De Friese namen opzoeken en bij te veel foto's staat nog “Naam Onbekend “. Tips zijn meer dan welkom. Verder is er weer een album bijgekomen. De betreffende foto's ga ik nu eens niet zelf maken, maar is voor jullie eigen natuurfoto's, en dan bedoel ik niet die van mensen die geen geld hebben om kleren te kopen, maar dieren en planten. Onze kinderen hebben alvast in “Ingezonden”een beginnetje gemaakt, maar we rekenen ook op foto's van al die mensen die ons hebben aangesproken: “Zag laatst een … en 't lukte om er een foto van te maken!”.