Dokkumer Nije Silen, 31-12-2011

Dokkumer Nije Silen














Folle Lok en Seine yn it Nije Jier

De Pomp, 15-12-2011

Iselmar













Maak er een warme KERST van!

En denk er om: "Zit er met Kerst rijp op bomen en daken? Foto's voor de kerstkaart van 2012 maken!"

Dokkumer Nije Silen, 30-11-2011

Dokkumerdjip
De kachel brandt al weer bijna de hele dag en dat is voor ons altijd even wennen. Onze kachel is eigenlijk een fornuis, met een warmtespiraal voor het verwarmen van twee radiators en de boiler en een ingebouwde oven. Het ruikt dan altijd anders in de boot als in de zomer. Ook nu hebben we al een paar keer tegen elkaar gezegd: “De kachel kon wel meer ruiken dan vorige jaren!”

Afgelopen week hebben we alle eetadviezen van gevarieerd eten maar es weer ter harte genomen. Zo stond er in de voorraadkast nog een pak Knorr Wereldgerechten; Taco's. Boodschappenlijstje gemaakt met gehakt, maïs en ijsbergsla er op. Voor het verwarmen van die tacoschelpen de oven vast aangezet. Daarvoor trek je een hendeltje bij de kachelpijp omhoog, waardoor de warme lucht als eerste rondom het ovengedeelte kan stromen en het voorverwarmen tot boven de 200 graden kan beginnen.

Bij terugkomst: “Die kachel ruikt toch echt meer als anders!” Ik nestel me met een puzzelboekje op twee stoelen en Cees begint te kokkerellen. Hij mengt en bakt en daarna moeten die chipsachtige dingen in de oven. Deurtje open: “Die kachel stinkt aller verschrikkelijkst!” Midden op het rooster ligt een donker zwart iets van zo'n 10 bij 15 cm. “Wat is dat?” Het is zo heet dat we het op een boterhambordje schuiven en buiten in de kuip laten afkoelen.

Het eten smaakt goed, de kachel ruikt weer lekker. Tijd om het verkoolde vierkantje uit te pluizen. Het is een platte beurs, zo ééntje met vier ritsen en dus aparte vakken, nog uit de tijd van voor de Euro, om de Duitse Marken, Deense Kronen en Franse Franken apart in op te bergen. Hoe die in de oven komt is ons een raadsel. We hebben hem daar niet verstopt, er zit nauwelijks iets van waarde in. Een paar oude guldens, wat kwartjes, dubbeltjes en losse centen. Ze zijn zo zwart, dat de Gulden voor ons nu definitief in de prullenbak verdwijnt.

Ik denk dat er ook nog een papieren rijksdaalder in zat, gekregen van Cees z'n vader, maar die hebben we niet meer terug gevonden. Het zilveren Juliana-tientje houden we nog maar even, alhoewel tips over een wonder-poetsmiddel dringend nodig zijn. We gaan dit aangebrande verhaal maar niet aan onze kinderen vertellen. Krijg je direct van die bezorgde reacties: Kunnen die oudjes nog wel op zich zelf wonen?

Dokkumer Nije Silen, 15-11-2011

Dokkumer Nije Silen
Halverwege november, het jaar schiet al weer aardig op. Achteraf bekeken, terwijl we niet veel weg zijn geweest, is het jaar toch nog met alle drukte voorbij gevlogen. Wisten we voorheen nauwelijks waar de ingang van het ziekenhuis in Dokkum was, nu met al die bezoekuren kregen we bijna een vaste parkeerplaats. Voor onze dochter is het sowieso fijn dat dit rot jaar er op zit. De laatste kuur is achter de rug. Nu in de feestmaand weer een beetje bijkomen en dan in het nieuwe jaar de blik weer op de toekomst gericht!

November betekent ook dat de boot winterklaar gemaakt moet worden. Dus wachten we op mooie droge zonnige dagen. Dat wordt lang wachten, we lopen al dagen achtereen met ons hoofd in de wolken, zo mistig is het. Alleen het grootzeil is er klaar voor. Net buiten de haven zijn we voor anker gegaan, hebben het grootzeil opgehesen om het goed te laten drogen. Half dode, suffe muggen verwijderd, wat plekjes schoongemaakt en het daarna heel netjes opgevouwen.

Van de zeilhuik zijn wat losse stukjes en gaatjes gemaakt op de naaimachine. Hij heeft zijn beste tijd gehad. Het eerste item, nieuwe zeilhuik aanschaffen, staat al weer op de klussenlijst voor 2012. Verder heeft Cees de blauwe stof met een waterafstotend middel behandeld. Ook leggen we onder de huik nog stroken bubbeltjes-plastic over het grootzeil, om het zo droog mogelijk te houden. De beide fokken zijn aan de beurt zodra de wolken weer een beetje terug gaan naar normale hoogten en de zon ook een kansje gunnen.

Noordwijkerhout, 31-10-2011

Texel
Elke dag kopen we een krant. Ergens langs de kust parkeren we dan de auto, heeft Cees z'n krantje en ga ik op spotterstocht. We zoeken natuurlijk wel een plekje op een mooi vogelkijkpunt.

Maar er is niet zo veel nieuws op dit moment, Cees heeft de krant te snel uit. Het is allemaal te voorspelbaar. Griekenland moet geld hebben, anders gaan ze failliet. Ze kunnen wel stoppen met discussiëren en kranten er mee vol schrijven. We gaan ze dat geld uiteindelijk toch gewoon geven en dat het nog terug wordt betaald dat gelooft toch geen mens?

Het vluchtelingenbeleid is helemaal een aanfluiting. Komt er eens een jongere naar Nederland, die gewoon naar school gaat en straks graag wil werken, geen hangjongere is en zich helemaal heeft aangepast en Limburgs spreekt, gaan ze in Den Haag allemaal kronkels maken om hem uit te zetten.
Hun oplossing: Ze geven hem een studievisum. Moet ie verplicht studeren terwijl hij liever zijn handen uit de mouwen wil steken. Nee, hij zal leren, moet ie boven zijn niveau presteren, wordt ie overspannen van, komt onder doktersbehandeling vanwege de stress en wordt ziek. Ja dan mag hij blijven en krijgt een verblijfsvergunning, omdat er niet zo veel psychiaters in Angola zijn.

Nee, de krant is op dit moment niks en ik heb ook nog geen vreemde vogel gezien. Dus zijn we gaan winkelen in Den Burg. Hebben we een boek met 684 bladzijden gekocht over de Deense zeilvaart in de omgeving van Marstal, van voor De Tweede Wereldoorlog: “Wij, de verdronkenen” van Carsten Jensen. Daar zal Cees wel een poosje zoet mee zijn. Volop tijd om een nieuwe vogelsoort te ontdekken.

Zoutkamperril, 15-10-2011

Lauwersmar
De oude plakboeken zijn uit de kast gehaald en we zoeken het bouwnummer van ons vorige schip “Antje S”. Bij toeval kwamen we vorige week al googlend op de site van de Breehornclub. Het hoofdstukje “De Kast” trok onze aandacht. Vroeger op de Breehornwerf, toen nog in Ealahuzen, hield de eigenaar Laus van den Berg op de achterkant van de meterkastdeur de bouwnummers en namen van toekomstige eigenaren bij. De club wil graag meer weten over het reilen en zeilen van deze schepen. Bij nummer 26 is de naam Boonstra doorgestreept en op 31 weer ingevuld.

De koopakte van 31-8-1988 hebben we nog: Levering polyester casco (kleur donkerblauw) van een Breehorn 37 met losse ondiepe kiel en motor, incl. b.t.w. voor 56.600 gulden. Levertijd mei '89. Dat gaf ons een hele winter voor het uitwerken van de plannen: tekeningen maken van betimmering, materialen uitzoeken en bestellen. Eerst maakten we ons huis en tuin in orde, zodat daar het komende jaar niet veel aan hoefde te gebeuren. Eind september, tijdens het schilderen van de kozijnen, gaat de telefoon: Laus! Een klant heeft de order geannuleerd, reden weten we niet meer, en wij kunnen dat blauwe casco krijgen, wel zo snel mogelijk ophalen.

Nog niet eens echt met de bouw begonnen en daar gaat onze gedegen planning, maar we nemen haar. Naast ons huis op De Trieme komt het casco op een botenkar, voorheen gebruikt om boomstammen te transporteren, gehaald met een geleende tractor uit Emmeloord, te staan. Het budget laat geen dure transportkosten toe, dus het vervoer van de werf naar Dokkumer Nije Silen doen we ook in eigen beheer. Laus stelt een dekschuit ter beschikking en wij gebruiken de acht meter lange motorkajuitschouw van Cees z'n vader als sleepboot.

Oktober is al weer een mooi eindje op weg, als de herfst besluit in alle hevigheid los te barsten. Lekker comfortabel achter het roer, beschut tegen regen en stormachtige wind, met de “Vrijheid” varen we naar Warns om de dekschuit op te halen. Cees is de kapitein en ik ben de dekknecht en zit dik ingepakt in regenkleding midden op die ijzeren bak om bij te sturen. Zo voor de wind slaan de golven over me heen en er moet gas bij, anders haal ik Cees in. De nog droge sleepbootkapitein roept dat ik bij de haven van Ealahuzen de eerste de beste paal moet pakken om af te meren. Ik wou dat ik door al de stormachtige slagregens en opspattende golven een paal kon zien.

De volgende morgen, als de wind even is koffiedrinken, wordt het casco overgetakeld. We zetten kratten bier, Fryske droge worst en oranjekoek af voor het personeel. Betalen en vertrekken. Het regent niet meer, maar de wind doet er nog een tikje bij. Twee zwagers zijn nu de opstappers en Cees en ik gooien vanaf ons droge plekje broodjes en andere hartversterkers over. Voor de wind racen we op de Jeltesleatbrêge, er was toen nog een brug, af. Zo'n snelle opening hebben we nog nooit gehad. Op de Snitser Mar wordt het al schemerig. Met de dwarswind moeten we steeds dichter naar de bakboordtonnen, om met de sleep de groene stuurboordtonnen vrij te varen. De sluis van Terherne gaat op rood, ze gaan hem dicht doen met dit opstuwende hoge water. Gelukkig ziet ie op tijd dat we in het donker geen kant op kunnen en draait de deuren snel weer open. Tijd om de wal op te zoeken.

Vroeg in de morgen weer op pad, over het Prinses Margrietkanaal richting Ljouwert. Na de Foanejachtbrêge is de koers pal west, maar de wind is te sterk. Onze sleepboot kan het niet aan, we gaan langzaam achteruit in plaats van richting stad. Omkeren maar. De enige haven die voor de wind te bereiken was, is Noardburgum aan de Zwemmer. We lenen de oude blauwe Ford tractor, hij doet het nog prima maar heeft soms wat schakelproblemen, van mijn vader en het laatste stuk naar De Trieme gebeurt over de weg.

Het gaat in wandeltempo met ik er achteraan in de auto, knipperlichten aan, richting Kollumersweach. Op de spoorwegovergang, een mooie verhoogde hobbel, wil Cees een versnelling terug schakelen, als de versnellingspook grappig begint te doen en blijft vastzitten. We blokkeren zowel trein- als autoverkeer. Ramptoeristen volop. Een tegenliggerauto kijkt zo achterom dat hij de spiegel van onze auto er af rijdt. Cees blijft rustig en begint te sleutelen. Tegelijk met het herstarten, springt het licht op rood en klinkt het spoorwegalarm. Gas geven! De overwegboom valt mooi achter onze Breehorn neer. Met trillende benen ruk ik de loshangende spiegel van de auto af en zet na de trein de achtervolging in. De afbouw en tewaterlating van “Antje S”was verder een makkie.

Het bouwnummer hebben we jammer genoeg niet gevonden, maar op de boot moet nog een plaatje zitten met het juiste nummer.

Dokkumer Nije Silen, 30-9-2011

Lepelaarplassen
Via Almere, Oostvaardersplassen-haventje, Trintelhaven, Langwar, Tsjûkemar, Earnewâld, Raard en Kollum zijn we weer in Jachthaven Lunegat aangeland. We hebben alles kunnen zeilen. Natuurlijk moesten de stadsgrachten op de motor, maar de sluis van Terherne, die bijna altijd open staat, is deze keer ook weer zeilend meegenomen. Wel hebben we naast het sluiswachtershokje even de motor op stationair bijgezet, omdat we bij vorige passages al een paar keer op de regels zijn gewezen: “Motor aan en zeil naar beneden!” Deze keer hebben we de sluiswachter niet gezien, maar dat komt misschien ook omdat we de andere kant opkeken.

Twee maal hebben we gewinkeld. In Lemmer om een verjaardagscadeau voor Gerke en in Almere voor de broodnodige aanvulling van de provisiekast. Daar in het natuurgebied ten noorden van de stad, liggen we erg graag. Even door de sluis in de Blocq van Kuffeler, zo'n vier en een halve meter zakken, en dan is er altijd wel een mooie ligplaats te vinden, midden in de natuur, met fietspaden naar zowel de Albert Hein in een buitenwijk van de stad, als een fietsroute zonder druk autoverkeer in de omgeving van de Lepelaarplassen.

Waar zijn de fietssleutels? Voor we uit onze thuishaven wegvoeren, heeft Cees de Kia naar de garage gebracht en de sleutels, dus niet alleen die van de auto, afgegeven. Nu moet het reservebakje met “kaaien”op de kop. Om al die losse sleutels te bundelen pak ik een sleutelhanger uit de kast achter het toilet. Dat is zo'n dolfijntje met een lichtje en geluidje, die we gebruiken om bij te lichten voor het aflezen van de daar hangende thermometer. Met een sensor in de achterbank, kun je dan zowel kijken of het onder nul wordt in de achterste kajuitbank, alsmede of de motorruimte niet boven kookpunt komt bij lang op de motor varen. Erg handig.

Met een volop schijnende zon bij windstil weer, belanden we al snel in de schaduw van vogelkijkhut De Lepelaar. Het is er druk en het kost nogal wat tijd en moeite om een plaatsje bij het raam te bemachtigen. Tenslotte zit ik op de eerste rij met camera in de aanslag klaar en geen vogel te zien, als er een piepend fiedeltje klinkt. Alle hoofden gaan, met gespitste oren, 360 graden in het rond. Eén vogelaar stapt zelfs naar buiten om te kijken of dit vogeltje ook op het dak van de hut zit. Niets te zien. Onze aandacht wordt afgeleid als er een Havik voorbij komt.

Daar is het piepende riedel-vogeltje weer terug. Hé ik ken dit geluidje! Ik zie zelfs door iemands broekzak een lichtje schijnen. Ik probeer de veroorzaker, die zich duidelijk verveelt, met wenkbrauwsignalen te laten stoppen. Tevergeefs. De fanatieke vogelkijker is al weer naar buiten gelopen maar kan niets ontdekken. Als hij terug komt, lukt het zijn vrouw wel om hem in een mum van tijd met gebaren duidelijk te maken hoe de vork in de steel zit. Om hun grijnzende gezichten te verbergen, ziet de rest plotseling iets heel interessants verder op de plas. We moeten maar eens weer opstappen.

Enkhuizen, 15-9-2011

Enkhuizen
Even een dikke week vakantie. En wat het mooiste is: de zon schijnt en het is al drie dagen bijna helemaal droog geweest. Hadden we dinsdag en woensdag nog stormachtige wind, vandaag was het ideaal zeilweer. Vanuit Harns was Koarnwertersân bezeild en konden we zo door naar de steiger bij de vrachtschepensluis hier in Enkhuizen. Alleen maar vrolijke gezichten op 'e Iselmar.

Zelfs de sluiswachters hadden er zin in. Drie sluizen zijn we de afgelopen dagen gepasseerd en in een onvoorstelbaar tempo. Het begon in Dokkumer Nije Silen al direct goed. Aan beide kanten van de kolk stonden de sluisdeuren open. De brugwachter zag ons aankomen en gooide direct de bomen dicht en de brug de hoogte in. Doorvaren maar. Geen stootwillen uithangen en geen snelheid minderen, recht zo die gaat.

De zeesluis van Harns deed ook z'n best. In de grote sluis lag al een sleepboot met een bak langszij en wij mochten er zo maar bij. Nog voor het blauwe werkschip van Waddenbeheer. De deuren gingen vlot daarop dicht. Even wat water er bij, sluisdeuren op de andere kant open en ondertussen vast de brug draaien, niks niet wachten op busdienst of wat voor verkeer dat anders altijd precies moet passeren als wij daar in de sluis liggen. Het ging zo snel, dat we niet eens tijd hadden om tijdens het schutten koffie te zetten. Geeft niet, komt het bakkie troost wel in de sluis van Koarnwertersân.

We zijn nog buiten de havenkom aan het aftuigen, als in de Afsluitdijk alle bruglichten op groen springen. Als de wiedeweerga bijdraaien, haveningang invaren en het gas er vol op. “Die brugwachter wacht echt niet op ons, dat duurt te lang” Maar hij doet het wel en zo racen we de kom tussen brug en sluis binnen. Drie stuks bruine vaart, twee motorboten en vier zeiljachten voor ons. Alles moet in de grote sluis: dat wordt passen en meten. “Doorschuiven, aansluiten” klinkt het uit de omroepinstallatie. Maar dat is moeilijk voor de meeste vaarders, ze zijn blij als ze met hun touw ergens op de sluismuur hebben vastgemaakt en staan die vastigheid niet zo maar af.

Het mooie droge zonnige weer maakt ook sluiswachters mild. Alleen voor ons gaat de kleine sluis open. We liggen nog niet eens vast of de deuren gaan al dicht. Snel koffiewater opzetten. Daar klinkt het bekende belletje dat de deuren open gaan. Voor dat de grote sluis kan uitvaren hijsen wij het grootzeil al weer. Prachtige zeildag, koffie met slagroom drinken we voorbij Makkum en vanavond hebben we buiten gegeten. Enkhuizen zorgde met vuurwerk voor het toetje.

Dokkumer Nije Silen, 31-8-2011

Dokkumer Nije Silen
Cees is bezig een gat in de kuip te zagen. In de achterkajuit, door ons altijd het hok genoemd, maar nu omgedoopt tot slaapkamer van Gerke, komt een patrijspoort die open kan. In de zomer, niet die van dit jaar, is het er bij warm weer te benauwd om te slapen. Eerst uitrekenen waar het gat moet komen en of je er met de decoupeerzaag ook nog bij kunt; dan zagen en weer passen en meten en dan moet de afwerking binnen nog zo gemaakt worden alsof het altijd al zo geweest is. Cees heeft er erg veel werk van en om solidair over te komen, ben ik begonnen met elke dag één kastje op te ruimen en schoon te maken.

Dat solidair wezen is natuurlijk maar kletspraat, de echte reden is dat er aan boord altijd een stuk of vier memorysticks rondslingerden van computertas naar pennenetui, brillenbakje, fruitschaal, handtas en alle andere rommelhoekjes. Een paar maanden terug is in een opruimende bui besloten om die sticks een vast plaatsje te geven. Zo gezegd zo gedaan. Maar ja, welke logische plek was dat ook al weer? Ik begin met de voor de hand liggende makkelijke kastjes. Geen succes, maar wel vind ik een stukje teakhout onder in het kastje met de vulkranen van de watertanks.

Twee jaar terug, ergens op zee, brak op de rand van de teakhouten kuipbank een grote splinter van 15 cm lengte af. Omdat ie met z'n halve cm breedte erg kwetsbaar was en niet direct terug gelijmd kon worden, zochten we een goed en veilig plekje om hem heel te houden. Jammergenoeg waren we dat goede plekje later vergeten. Maar nu hebben we hem weer! Cees zegt nog: “Direct er op lijmen, dan raken we hem niet weer kwijt.” Achter aan de langsbank, wat ongemakkelijk bij het roer, precies boven de kuipafvoer, passen we het ontbrekende stukje en … laten het vallen! Ja precies in de loospijp.

Met een zaklamp en twee hoofden boven een buisdiameter van 63 mm proberen we of we hem kunnen zien. Als ik de vloekwoorden weglaat? We zeiden niets! Eerst maar koffie. Als we zo en als we zus? Hebben we niet ergens nog zo'n grijpertje aan een flexibel stukje draad? En het belangrijkste: Op welke logische plek is die dan opgeborgen? Gereedschap is Cees z'n pakkie an. En zo komt het dus dat Cees zich door de nauwe opening van het achterluik wurmt op zoek naar heel goed weggezette gereedschapskistjes en ik op m´n knieën moeilijk bereikbare rommelkastjes leeg haal in de hoop geheugen terug te vinden.

Dokkumer Nije Silen, 15-8-2011

Stropersgat
Bij de eilandjes in het Stropersgat zijn nieuwe dwarssteigers aangelegd. Afgelopen weekend hebben we geprobeerd of het er voor ons diep genoeg is om aan te leggen. Nou bij het zuidelijkste van de twee bleven we zo'n drie meter uit de kant steken en moest de rubberboot er aan te pas komen om op de wal te komen. Maar op de andere, die op de kaart staat als Stropersplaat, schoven we de laatste paar meters door de modder en konden op de wal vastmaken.

Dat betekende dat ik mijn rugzak vulde met een fototoestel, twee lenzen en een verrekijker en me helemaal insmeerde met Deet, om op verkenning uit te gaan. Zolang je in het hoge gras blijft zijn er nog paadjes genoeg, maar ze lopen allemaal stuk in de struiken en plantengroei. Zonder ook maar een vogel te zien, kom ik met wat zoeken, blijven haken in lage takken en het plat trappen van heel veel brandnetels op een hogere richel, bijna aan de overkant van het eiland.

Lekker in de zon kijk ik om me heen. Overal vlinders, links een gele bloem en rechts heel veel groene en blauwe torretjes. De kleine lens wordt er op geschroefd. Er steekt iets in mijn voet. Mychammels! Sta ik potdomme midden in een mierennest. Mieren hebben geen hekel aan Deet; ze zijn er verzot op! Er lopen meer van die rotbeesten over mijn voeten dan dat ik tenen heb, en bijten dat die krengen doen. Wegwezen! Tien meter verderop probeer ik al die stalkende sekreten van mij af te slaan: onbegonnen werk. Snel loop ik verder, terug naar een rietpoel midden op het eilandje.

Lekker met mijn schoenen nog aan sta ik tot mijn knieën in het water. Mieren hebben zeker een hekel aan water, wat ze dan op een eiland doen is me een raadsel, maar ze zijn nu plotsklaps verdwenen. Een Rietzanger hangt een paar meter bij me vandaan aan een dikke stengel. Omdat je niet kunt zien of vogels lachen, houd ik het er op dat ie vol medelijden naar me kijkt.

Op een sukkeldrafje terug naar de boot, waar Cees al staat te zwaaien. Op Lauwersoog zijn ze met spuien begonnen en het water is al 20 cm gezakt. Bij het voorschip is al meer antifouling te zien dan achter. Snel de touwen los en achteruit. Wat zullen we nu gaan doen? Voor mij de eerste paar dagen even geen eilandsafari meer. Ik wil onder de douche en dan mijn voeten insmeren met alle zalfjes die we aan boord hebben. Gooi het anker er maar voor!

Dokkumer Nije Silen, 31-7-2011

Dokkumer Nije Silen
Onze logé is weer terug naar zijn eigen vader en moeder. We hebben nu twee weken om uit te rusten en dan komt Gerke weer om te vissen, spelen in 't speeltuintje, springen op de trampoline, varen met de rubberboot en slapen. Slapen komt echt op de laatste plaats. Elke morgen zo rond zes uur komt er een hoofd om 't hoekje van onze slaapkamerdeur: “Opstaan pake en beppe, het is een mooie dag!” We herkennen veel van ons zelf terug in onze kleinzoon, maar dat vroege opstaan heeft ie zeker niet van ons! Normaal beginnen we bij achten er over te denken om op te staan en zo tegen negenen komt het er ook echt van.

Dus twee weken om bij te komen. Popke heeft hulp in zijn tuin nodig. Er wordt een stuk steiger naast de keuken geplaatst; niet aan het water, maar om hoogteverschil te overbruggen. Van de klussenlijst zijn de “te doen in de zomer” items geselecteerd. Niet dat juli een zomerachtig karakter had, maar de voorspellingen voor de maand augustus zijn warmer. Ver verstopt, onder uit de boot zijn bussen met primer, plamuur, grondverf en twee-componenten roomwit en donkerblauw opgediept.

Na acht jaar aan boord wonen, moet onze slaapkamer een nieuw verfje. Wordt het hoog tijd dat alle kastjes en verdere nuttige ruimtes eens een goeie schone opruimbeurt krijgen. Het tafeltje in de kuip is “suterig”, er moet een nieuwe gemaakt worden. Ondertussen houd ik natuurlijk in de gaten wat er zo al rond de boot vliegt, kruipt en zwemt. Cees is bezig met de kikkers, nee niet die kwakers, maar die dingen aan boord waar de meertouwen aan vast komen. Ze zijn wel van aluminium, maar de samenstelling is toch net iets anders dan het materiaal van onze bootromp. De grootste boosdoeners blijven natuurlijk de rvs bouten, waarmee ze vastgeschroefd worden. Met kunststofbusjes en plasticpakking worden alle acht opnieuw en beter geïsoleerd terug gezet. Kortom geen tijd over, om ons te vervelen.

Dokkumer Nije Silen, 15-7-2011

De Pomp
Nu er niet wordt gezeild, hebben we alle tijd om ons op de Tour de France te storten. Cees is een echte liefhebber. In een ver verleden heeft ie zelf ook nog gefietst als aspirant, nieuweling en amateur. Ergens op de boot zweeft nog een doosje rond met daarin de gewonnen medailles. Ergens onder in een kast ligt nog het clubshirt, maar een gele trui is er niet bij.

Met de atlas op schoot en uit de krant de pagina met de ploegenindeling van de tour volgen we de te rijden route. Elke avond het zelfde ritueel: half negen Tour du Jour en rond elven De Avondetappe. Ook kleinzoon Gerke vraagt niet naar Zepp, kindertelevisie of tekenfilm. Hij nestelt zich 's middags naast Pake op de bank voor de Toer van Frans. De etappes duren lang, tussendoor wordt er buiten in de hangmat gespeeld, komen de trekkers met maaimachine en pakjespers over de vloer en komt het boekje van Tomke voorbij, maar bij de finish schuift ie weer aan. Het is elke dag Frans die wint en de gele trui aantrekt.

Op de rustdag zijn we voor in de tuin bezig. Cees maait het gras en maakt er hoopjes van om in de kruiwagen te doen. Gerke en ik springen van bergje naar bergje en doen ons best het gras weer zo egaal mogelijk te verdelen. Er komt een snelle fietser voorbij. Gerke kijkt verbaasd op. “Toer van Frans? In Kollumerpomp? Die is de verkeerde weg afgeslagen, die is verdwaald!”

Dokkumer Nije Silen, 29-6-2011

Cuxhaven, Duitsland
We zijn weer op 'e Lauwersmar. In de jachthaven is ons oude vertrouwde plekje nog even bezet, maar dat is logisch, niemand had ons nu al terug verwacht. Vannacht slapen we helemaal vooraan aan de buitensteiger met zicht op de sluis en vanmiddag zijn we begonnen aan onze taak als invalhulp: oppas op afroep.

Het terugvaren van Rostock naar Kiel was een lastige koers, die ons een dikke week heeft gekost. Het weerbericht leek wel op een in een groef blijven stekende langspeelplaat. Elke dag wind west, kracht rond zes Beaufort met regen en kans op onweer. En deze keer had de Wetterdienst van Hamburg helemaal gelijk. Buiten de schotelbevestiging, heeft ook het blok aan de giekneerhouder bedankt voor dat in de golven op beuken.

De enige twee dagen met zuidoosten wind kwamen precies op tijd. Cees en Luitzen zijn afgelopen maandag om tien uur 's morgens uit Cuxhaven vertrokken en lagen dinsdagmorgen om 3.50 uur aan de jachtensteiger in de visserijhaven van Lauwersoog. In het donker was de invaart van het Westgat, dat erg bochtig is geworden, het lastigste stukje. Om de 135 mijl te overbruggen, waren ze 18 uren onderweg, konden ze 10 uur zeilen en moest voor de rest de motor erbij om toch een beetje snelheid te behouden. Luitzen moest uiterlijk om negen uur weer op z'n werk zijn.

Ons voornemen om meer te zeilen dan te moteren, is trouwens goed gelukt. Heen en terug Brunsbüttel hebben we op de Oostzee 550 zeemijl afgelegd. Dat gebeurde in 40 uren op de motor, waaronder 8 voor het Kieler Kanaal op de terugweg, en de rest in 62 zeilkrachturen. Natuurlijk wel met zeer wisselende snelheden, van drijven tot surftempo. Nu zit het grootzeil weer onder de zeilhuik, maar de fokken houden we vrij. Kunnen we zo nu en dan een rondje over ons, toch ook mooie, meer maken.

Brunsbüttel, Duitsland, 25-6-2011

Brunsbüttel, Duitsland
Het weerbericht via de marifoon wordt voor de Duitse Kustwateren verzorgd door Reiner Dietzel. Via zijn particuliere initiatief http://www.dp07.com/ geeft hij op geheel eigen wijze de voorspellingen van de Wetterdienst Hamburg via de marifoon door. Als hij het woord ein Tief van zijn maag laat zakken naar zijn tenen, wordt een lagedrukgebied al een stuk aangenamer. Hij begint bij mooi weer altijd vrolijk met aan te kondigen dat er alleen maar goede berichten zijn maar net zo vrolijk meld ie dat het allemaal slecht wordt. Ondertussen geeft ie de dag nog een motto mee. Zelf geven wij op dit moment ons zelf het motto “teruggaan” mee.

Vanaf Warnemünde wilden we naar het Deense Rødbyhavn varen. De wind was west, voorspelling 3 tot 4 en in de buien 5. De golfhoogte is rond de twee meter en we moeten hoog aan de wind. Alles gaat prima we hobbelen en remmen wel enorm af in die golven, maar we schieten nog redelijk op. Langzaam trekt de wind aan tot een dikke 7, Reiner had beloofd dat dat pas laat op de middag zou komen: foutje, bedankt. Een knal, de televisieschotel breekt van de achterpreekstoel. De las waarmee het draaimechanisme aan het paaltje zat heeft het begeven. Op het andere bevestigingspunt blijft ie naast de boot door het water slepen. Cees probeert alles met kunst en vliegwerk weer vast te binden.

Terwijl hij achterop het dek bezig is krijgen we weer een dikke roller voor de kiezen. In het gangboord, waar mijn fiets staat, laat hij mijn zadel nog droog, maar het achterdek krijgt de volle laag. Gelukkig heeft Cees sportschoenen aan met van die ringgaatjes opzij, dus loopt het water er net zo snel weer uit. Maar de kapitein is er nu wel flauw van en we besluiten om terug te gaan. Op een dagtocht terug gaan gebeurt ons bijna nooit. De laatste keer die we ons kunnen herinneren was nog met de Friendship voor Ysted in Zweden. We probeerden, bij een frisse bries, de kust vrij te zeilen, maar de stroom langs de kust zette ons net zoveel terug als we op de slag naar buiten hadden gewonnen. Teruggaan was de enige goed te bezeilen koers.

Ons motto blijft ook voor volgende week teruggaan. Onze Jitske moet onverwacht in het ziekenhuis worden opgenomen en we willen zo snel mogelijk terug zijn.

Warnemünde, Duitsland,18-6-2011

Pötenitzer Wiek, Duitsland
Voor vaderdag een geleend stukje uit "Contact", de dorpskrant van De Pomp:

God schiep de ezel en zei tot hem: "Je zult een ezel zijn, die constant zal werken en zware lasten op zijn schouders zal dragen. Je zult gras eten en intelligentie ontberen. Je zult 25 jaar leven."
De ezel antwoordde: "Op die wijze 25 jaar leven, dat is veel te lang! Alstublieft, geef mij 15 jaar te leven." En zo geschiedde.

Daarna schiep God de hond en zei tot hem: "Je zult een hond zijn, je zult je baas en alles wat hem toebehoort bewaken en je zult zijn beste vriend zijn. Je zult het afval van zijn tafel eten en 30 jaar leven."
De hond antwoordde: "30 jaar leven als een hond, dat is veel te lang! Alstublieft, geef mij maar 15 jaar te leven." En zo geschiedde.

Vervolgens schiep God de aap en sprak tot hem: "Je zult een aap zijn, je zult als een idioot van boom tot boom springen … je zult komisch zijn en 20 jaar leven."
De aap antwoordde: "De idioot uithangen gedurende 20 jaar, dat is veel te lang. Alstublieft niet langer dan 10 jaar." En zo geschiedde.

Uiteindelijk schiep God de man en sprak tot hem: "Je zult een man zijn, het enige levende wezen op aarde met een denkvermogen. Je zult gebruik maken van je intelligentie om de heerser van de aarde te zijn, je zult de aarde en zijn bewoners domineren en je zult 30 jaar leven."
De man antwoordde: "Máár 30 jaar? Dat is veel te weinig om er van te profiteren! Alstublieft geef mij de 10 jaar die de ezel weigerde, de 15 jaar van de hond en de 10 jaar van de aap." En zo geschiedde.

Dat is de reden waarom vandaag een man 30 jaar leeft zoals een man, dominant en gelukkig. Vervolgens trouwt hij en leeft hij 10 jaar als een ezel, hard werkend en een zware last op zijn schouders dragend. Daarna komen er kinderen en leeft de man 15 jaar als een hond, die zijn huis en zijn bewoners bewaakt en krijgt wat de anderen niet wilden. Uiteindelijk komt zijn oude dag en leeft hij nog 10 jaar als een aap, de clown uithangend om zijn kleinkinderen te vermaken. Zoals hij had gevraagd.

Wismar, Duitsland, 11-6-2011

Wismar, Duitsland
Het is de zaterdag voor Pinksteren en dat trekt hier veel mensen naar de stad. De bus van de Stadtrundfahrt komt elk half uur voorbij met een nieuwe groep. Op het plein, De Alter Markt, is de gewone weekmarkt. Langs de Alter Hafen zijn op de linker oever kleding, tassen, ik heb me zelf een kleine rugzak gekocht, en allerlei andere hebbedingetjes te koop. Op de andere oever is de vismarkt, geen rauwe vis, maar allerlei gebakken en gerookte soorten. Ruikt ook direct een stuk lekkerder. Daar tegenover is de kermis, één kinderdraaimolen en een waterspelletje, verder zijn het drink- en eettentjes. In de feestzaal, een gerestaureerde werkhal, staan voor de avond grote tafels met zitbanken en een bar klaar. Dat feest laten we aan ons voorbij gaan, wij hebben gisteravond al feest gevierd.

De Sejlerens Marine Guide 2011 geeft voor Wismar verschillende havens op. De meeste gasten bezoeken de Alter Hafen, maar alleen de Westhafen biedt internet aan. Dus valt onze keuze op die haven; met de fiets kunnen we dan wel naar het centrum. Helaas is er geen plek te vinden, alle kopsteigers zijn vol en de boxen te smal. De laatste vrije plek, direct voor de eetgelegenheid in de haven, is gereserveerd voor een vissersboot, die later op de dag zijn sportvissers met grote honger komt afzetten. Dan maar langs de kade. Havengeld wordt er niet opgehaald, maar dan is het wel erg brutaal om in de jachthaven naar de code voor hun, ook gratis, internet te vragen.

Op onze kade komen niet veel mensen, er wordt nog druk gebouwd en gerestaureerd. Dat heeft de jeugd ook ontdekt. Er verschijnen na zessen veel auto's met veel jongemannen en veel kratten bier in de kofferbak. Anderen komen met stapels pizzadozen aanzetten. De opgedofte meisjes verschijnen op het toneel. Het gaat er gezellig aan toe. We vinden het prima, we zijn nog niet zo oud dat we ons de vrijdagavondmarkt in Burgum niet meer kunnen herinneren. Als klapper van de avond verschijnt de bink met zijn stoere auto, volgebouwd met geluidsboxen! In het begin denk je nog, dat vreet die accu in een mum van tijd leeg. Dream on baby! Ons feest duurt tot de hemel in het oosten al weer oplicht.

Priwall, Duitsland, 4-6-2011

Grossenbrode, Duitsland
Langs de noordkant van Fehmarn zijn we nu, na een dag gennakeren, over de Travemünder Enge gevaren en op de Pötenitzer Wiek voor anker gegaan. Of beter gezegd we zijn binnengehaald! In de monding van de Trave, stonden beide oevers bomvol zwaaiende mensen. Het was een plezierige binnenkomst. Al snel verscheen de Wasserpolizei om ons opzij te sturen voor de afvaart van het grote passagiersschip “Queen Elizabeth”.

Het rondje om Fehmarn kwam ten eerste door de verkeersbrugverbinding van het eiland met het vasteland: die staat op de kaart met een vrije doorvaarthoogte van 22 mtr. Ons hoogste puntje steekt 21,80 mtr. boven water uit. Als je er op rekent dat de marifoonantenne wel 50 cm kan ombuigen, dan houden we een ruimte van 70 cm over tussen het kwetsbare deel van de mast en de onderkant van het brugdek. Onwisse factoren blijven dan de waterverhoging door de westelijke winden en de golfhoogte. Al met al een beetje krapjes.

Ten tweede is het rondje wat groter geworden omdat we een paar dagen Deense havens hebben bezocht. Nu er in Duitsland ongezonde beestjes, zo klein dat je er geen foto van kan maken, opduiken en veel mensen ziek tot doodziek maken, leek het verstandiger om wat verse producten op de Deense kant te kopen. In Duitsland wordt niets gekocht en alleen uit de thuis aan boord gesleepte voorraad gegeten. Dat kan prima, enkel de hoeveelheid vlees valt onder de op de schijf van vijf aanbevolen hoeveelheid.

Hemelvaartsdag om zes uur 's avonds de haven van Yachtwerft Klemens aan de Grossenbroder Binnenee aangelopen. Wat lag daar op ons te wachten? Een pakje van SVB, Bremen! Daarin een goed werkende elektronische kaart en ook nog ge-update naar 2011! Bedankt SVB voor zoveel garantie! Het terugsturen heeft maar één dag geduurd en daarom neem ik mijn opmerkingen over de Duitse Post terug. Ik denk dat ons mooie kleine compacte elektronische kaartje een beetje zoek is geraakt op de bureaus van de kaartenafdeling bij het postorderbedrijf. Komt natuurlijk door al die booteigenaren die op het laatste moment nog bestellingen plaatsen voor van die ouderwetse grote papieren kaarten.

Laboe, Duitsland, 28-5-2011

Nord-Ostsee-Kanal, Duitsland
Afgelopen weekend wilden de mannen met de elektronische kaart, in onze Raymarine C80 buiten in de kuip, van Nederland overschakelen op de kaart van Denemarken met daarop ook de Elbe. Dat lukte dus niet. Gelukkig waren de opstappers alle drie IT-deskundigen en deden we het niet zelf. Dan denk je al gauw, wat doen we fout? Als je het nodig hebt, doen die elektronische dingen het weer niet, gevolgd door wat krachttermen, die ik hier niet zal vermelden. Nu we pake en beppe zijn, willen we het goede voorbeeld geven en proberen als alternatief de wat zwakkere term “sapperdeflap” te gebruiken.

Maar ja die kaart van Denemarken was nog geen jaar oud en deed het dus niet! Had je hem thuis maar moeten proberen! Dat hadden we, maar met zo'n gratis bij een bestelling gekregen hebbedingetje: de kaartlezer. Daarin plaats je de kaart en kunt hem dan bekijken op je laptop, lekker binnen bij de kachel. Wij hebben alleen de index bekeken met het overzicht van het bereik van de kaart. Natuurlijk niet gekeken of de betreffende kaart met details ook echt aanwezig was. Is ook niet nodig, we doen de tochtplanning per dag altijd op de avond er voor. Zo proberen we alle mogelijkheden om met de wind mee te gaan, open te houden.

Op deze CF-module ontbreekt dus één gebied helemaal en daardoor wil hij buiten op de C80 ook niet opstarten. Maandag direct met de leverancier SVB, Bremen gebeld. Geen probleem, komt allemaal goed (vrij vertaald). Stuur maar op. Dus tussenstop in Rendsburg gemaakt. Kaart in originele doosje, wie wat bewaard heeft nog eens wat. Extra verpakt in dat bubbeltjesplastic, wat kinderen zo leuk vinden om tussen hun vingers de luchtbelletjes te laten knappen. In een dubbele enveloppe, laten wegen, juiste aantal postzegels er op en afwachten maar.

Elke dag bellen we even met SVB. We leven tenslotte in een snelle tijd, met geld pinnen zodra je maar wil op elke hoek van de straat. Internet bijna overal, behalve in de jachthavens die wij bezoeken, dag en nacht tot je beschikking en de post die, tenminste in Nederland, garandeert dat je vandaag geposte brief morgen aankomt. Onze Duits-Deense kaart, doet er nu vier en een halve dag over om van hoofdpostkantoor Rendsburg, waar ik zelf heb gezien dat ie in de desbetreffende postzak werd gegooid, naar Herr Mannott bij SVB in Bremen te komen. Hemelsbreed is dat 160 kilometer. Langzamerhand steekt het twijfelduiveltje zijn kop op of kaart nummer 45XG XL9 ooit nog weer boven water komt.

Koersbericht

20-5: Lauwersoog - Norderney, af: 5:00 uur, aan: 14:15 uur, afstand: 68 nm
21-5: Norderney - Cuxhaven, af: 6:00 uur, aan: 15:40 uur, afstand: 75 nm
22-5: Cuxhaven - Brunsbüttel, af: 12:00 uur, aan: 16:30 uur, afstand: 22 nm (1:45 uur gewacht voor de sluis)

Lúnbert, Fryslân; Cuxhaven, Duitsland, 21-5-2011

Lauwersoog
Antje C is er weer helemaal klaar voor. De afgelopen weken hebben we hard gewerkt en konden we verscheidene dingen van de klussenlijst wegstrepen. Luitzen is in de mast omhoog geweest en heeft daarboven alles eens goed gecontroleerd. Verder heeft hij de windex vervangen door een roestvrijstalen exemplaar en van de elektronische windsnelheid- en richtingsmeter het hele opzetstuk vervangen. De kolonie Zwarte Kraaien zit het liefst met z’n allen zo hoog mogelijk, maar de plastic onderdelen in het topje van onze mast kunnen dat gewicht niet dragen.

Zodra we ze horen aankomen, jagen we ze weg. Dus als jullie ons in de kuip horen schreeuwen, op de verstaging zien slaan, uitgebreid in de handen horen klappen of ’s morgens vroeg half aangekleed en tierend uit de kajuitdeur zien rennen? Niks aan de hand, alleen maar een vogelverschrikkersactie. Jammer genoeg helpt het maar een paar keer en dan zijn ze daar ook weer aan gewend. Vogelvriendelijke tips zijn welkom.

Eén nachtje hebben we op de wal gestaan. De antifouling zag er nog zo goed uit, dat alleen het bovenste stuk, waar we deze winter het ijs hebben geraakt, is bijgeverfd. Het zwaard en de zwaardkast hebben eens wat extra aandacht gekregen. De anodes zijn schoon gepoetst of vervangen en bij het schroefraam zijn twee magnesiumanodes gezet. De band boven de waterlijn is van gelig weer wit gerubbed.

Vragen, opmerkingen, aanwijzingen, praatjesmakers en de lolligsten thuis kwamen voorbij. We zijn weer helemaal bijgepraat door de medeliggers van het voorste deel van de haven. Nu zijn we een paar dagen gescheiden van tafel en bed. Ik ben met vakantie in het huis van onze jongste en doe alleen maar waar ik zin in heb. Cees is met drie opstappers op zee voor het mannen-familiezeilweekend.

Dokkumer Nije Silen, 23-4-2011

Villequier, Frankrijk
Na 8.500 kilometer zijn we weer terug. Iets eerder dan gepland; we waren een beetje aan het kwakkelen. Maar het is net hetzelfde als bij zeeziekte, je knapt weer op als je de haven ziet. Zo ging het bij ons ook, het is heel prettig om weer van het gemak van Antje C te genieten. Even kijken wie allemaal al weer in het water liggen en of ze de winter goed zijn door gekomen. Morgen willen we direct weer gaan varen. Natuurlijk kijken of de Zeearenden er nog zijn en eens proberen of het nieuwe haventje op Senneroog diep genoeg voor ons is.

Varen en afmeren is ook een stuk gemakkelijker dan kamperen. Neem bijvoorbeeld het aanleggen, met de boot is de keuze niet zo groot. Als je een box krijgt toegewezen, kun je er voor- of achteruit in varen. Krijg je een langssteiger dan kun je aan stuurboord of bakboord afmeren. Meer keuzes zijn er niet. Met de caravan aangekomen op een camping, moet er eerst logistiek overleg volgen. Omdat we buiten het seizoen reizen, kunnen we nog uit de diverse plaatsen kiezen. Het moet een veldje zijn dat niet te ver van het toiletgebouw af ligt, maar het mag er ook weer niet zo dichtbij zijn, dat we vanuit onze sleurhut het bioritme van de andere kampeerders kunnen volgen. Is het terrein een beetje vlak of niet en hoe zetten we de caravan dan neer met zo weinig mogelijk gedoe met oprijblokken zodat de wasbak ook leeg wil lopen.

Kunnen we met onze stroomkabel en verlengsnoer het stopcontact wel bereiken? Zijn er veel bomen op het terrein, dan komt het handkompas er bij om vrije schotelontvangst te zoeken. Verder willen we natuurlijk liever dat de wind niet op de deur staat, maar ik wil hem ook niet op het raam bij de tafel, tegenover de deur, hebben. Kan het raam tenminste nog eens open als er wat te fotograferen valt. Dan is de zon aan de beurt. Omdat we overdag vaak te toeren zijn, willen we morgen- en avondzon.

Als we het eens zijn geworden en alles is genesteld, is er tijd voor koffie en lezen we de campingregels die de receptie heeft meegegeven. Buiten de ook in havens gebruikelijke geboden over lawaai maken, barbequen en zo verder, kent men op de camping de drie meter regel. Men is verplicht om zijn woning op wielen zo te plaatsen dat er altijd drie meter afstand tussen de jouwe en de omringende caravans is. Als ze dat in de watersport gaan invoeren, worden de boxen een stuk ruimer en komt er nooit meer iemand bij je langszij.

Telgruc-sur-Mer, Frankrijk, 16-4-2011

Telgruc-sur-Mer, Frankrijk
Vijf dagen staan we nu al op camping Armorique in Telgruc-sur-Mer. Het is een zogenaamde terrassencamping. Dat heeft niets te maken met lekker buiten zitten en dan een drankje bestellen. Nee, het betekent dat de beheerder met zijn huis onder aan de weg woont en de kampeerveldjes achter zijn huis omhoog langs de helling van een uit de kluiten gewassen heuvel liggen.

Met vier grote S-bochten en een hellingspercentage van 9 % zoeken we in de eerste versnelling onze weg naar boven. Daar zijn de kampeerplaatsen gelukkig wel redelijk vlak gemaakt. Met één enkel oprijblok onder het linker wiel, staan we bijna waterpas. Exact helemaal recht hoeft ook niet, op de boot zijn we niet anders gewend en zo lijkt kamperen toch een beetje op varen.

Op de kasteelcamping Des Tilleuls in Port-le-Grand bij Abbeville was het net andersom, de weg was goed te rijden en te lopen, maar de staanplaatsen hadden zoveel helling dat het niet meer op varen maar op omslaan leek. Achteruit reden we langzaam de caravan op het scheve terreintje, tot de achterkant van Flipper de grond raakte. De voorste poten moesten zelf op dubbele blokken om een beetje in de buurt van een vlak bed te komen. Het disselwieltje zweefde ergens in de lucht.

Met grote stenen voor de wielen probeerden we wat vertrouwen in het staan blijven van Flipper op te bouwen. Voor de zekerheid bonden we, zoals we gewend zijn, de caravan nog met een dik touw aan een betonnen paal vast, voor als er eens harde wind zou komen. Een extra hoofdkussen maakte het geheel leefbaar. Een beetje redelijk buiten zitten met een kopje thee op tafel zat er niet in.

Toch was er bij dat kasteel meer te beleven. Er waren rondom de oude gebouwen veel vogels en vlinders te vinden. Hier is niet zo veel drukte. Ik denk dat ze het te ver vinden, om naar deze hoogte te vliegen; boven in een flatgebouw kom je ook niet veel bezoekers van buiten tegen. Al maken de twee Smaragdhagedissen die een paar meter van onze tuinstoelen vandaan zitten, heel veel goed.

Grève du Vougot, Frankrijk, 9-4-2011

La Passage, Frankrijk
Bretagne is een heel mooi gedeelte van Frankrijk. Waarom dat zo is? Ik denk vooral door de afwisselende kust. Direct na Le Mont-St-Michel rijd je door polders zoals wij ze in Nederland kennen, al zit er lang niet zo veel water in de sloten en wordt er hoofdzakelijk groente verbouwd. Hier komt 's winters de temperatuur nauwelijks onder nul, zodat de bloemkool gewoon op het veld kan blijven staan. Vooral de grote velden met artisjokken vallen op.

Verderop heb je een stuk wat vlakkere kust, die overgaat in hogere rotsen met losse stenen of hele, hele grote stenen. Dan rijd je weer naar het uitkijkpunt op een hoge kaap en bij de afdaling ontdek je lage met gras bedekte duinen waar een mooi, nu nog leeg, strand voor ligt. De boven het water uitstekende rotspunten met of zonder staken en kleine eilandjes met vuurtoren of kapelletje zorgen voor afwisseling in het uitzicht. Overal zie je de boten van de zeilscholen met grote groepen kinderen.

Vissersboten liggen aan de witte boeien of hangen bij laagwater tegen de kademuren. Brengt de één voornamelijk de Grote Mantel-schelpen aan wal, zo neemt een ander “alles” mee wat gevangen wordt. Bij Iliz-Koz kwam een boot binnen die zo'n twintig verschillende vissoorten aan boord had. Oestervelden duiken overal op, maar de echte Fransman zoekt met een kleine harkje zijn eigen “Fruit-de-Mer”.

Of vinden we Bretagne toch het mooist om de taal? Vanwege de geschiedenis met de Kelten, is men hier wat meer Engeland-minded. Op de uitlegbordjes bij de toeristische trekpleisters staat een, voor ons toch beter leesbare, korte Engels uitleg. Of voelen we ons hier op ons gemak omdat de plaatsnaamborden, net zo als thuis, tweetalig zijn. Eerst de Franse naam en daar onder de Bretonse. Hebben wij het toch beter voor elkaar, bij ons staat de Friese bovenaan.

Plouézec, Frankrijk, 2-4-2011

St-Brieuc, Frankrijk
Het valt niet mee om in het voorjaar campings te vinden die al open zijn. Natuurlijk kunnen we gebruik maken van de als paddenstoelen uit de grond schietende camperplaatsen, maar het mag eigenlijk niet en het is er ook niet altijd gezellig. Het verschil tussen caravanners en campermensen is net zo groot als tussen zeilers en motorbootvaarders. Men dult elkaar, maar echt omgang heeft men niet met de ander. Ook vinden we dat de campers vaak dicht op elkaar moeten staan op nauwe plaatsen van asfalt en aan de doorgaande weg. Dan is het op de camping toch anders.

Neem nou bijvoorbeeld het kampeerterrein waar we nu staan. Gisteren is ie voor 't eerst dit jaar open gegaan en toen we hier vanmiddag aankwamen was het heel rustig met mooie grasveldjes omzoomd door hagen en struiken. De boom zit nog dicht, de receptie ook van 't zelfde, maar de vlaggen zijn wel uit en aan de lengte te zien, zijn ze de hele winter ook uit geweest. Geen mens te zien, maar op de deur hangt een papiertje met daarop een telefoonnummer.

Na even de Franse zinnetjes te hebben geoefend, bel ik het nummer. Hij gaat over, een mevrouw neemt op, hoort mij aan en legt weer op. Gezakt voor mijn examen Frans! Na wat opbeurende woorden, doe ik een tweede poging: “Do you speak English?” Nu klinkt er wat gerommel en wordt de telefoon doorgegeven aan een man. Ik ga over op mijn Frans; de aanhouder wint. Uit zijn antwoord maak ik op dat ie er direct aankomt.

We lopen een ronde over de camping, hangen nog wat voor de deur rond en gaan tenslotte maar weer in de auto zitten. Ik begin nu zelf ook een beetje aan mijn Franse taalvaardigheden te twijfelen en pak de gids met campings er maar eens bij. De volgende is 50 km verderop. Dan komt er een wit bestelautootje het terrein opracen. Een wat oudere man stapt uit en met wijd gespreide armen komt ie op ons af, terwijl hij roept: “Le première cliente.” Even denk ik dat ie ook nog gaat zoenen, maar onze Friese stugge koppen weerhoud hem daarvan. Onder constant uitroepen van: “ De eerste klanten, de eerste klanten”, opent ie de boom en mogen we een plek uitzoeken waar we maar willen.

Ondertussen hebben we het gevoel dat we de Franse staatsloterij hebben gewonnen. Hij blijft maar lachen, vrolijk roepen, breed zwaaien en haalt de sleutel van het toiletgebouw. Als het op betalen aankomt, is het het normale tarief van dertien Euro: weg hoofdprijs. De kampbeheerder keert huiswaarts en laat ons alleen op een lege camping. Als de zon verdwijnt is het hartstikke donker op de camping: hij heeft de elektriciteitsschakelaar toch wel op AAN gezet? Na twee douche-munten komt er nog geen warm water uit de kraan. Onze loterijprijs zakt naar een “eigen geldje”. De volgende keer toch maar op een camperplaats overnachten? We hebben ook vrienden met motorboten, dan zal het met die camperlui ook wel lukken!

Courtils, Frankrijk, 26-3-2011

Passe d'Isigny, Frankrijk
De route langs de Normandische invasiestranden van 1944 is lang; van Caen tot St-Vaast-de-la-Hougue. Vooral het stuk Omaha Beach is indrukwekkend. Duizenden doden en veel wapentuig langs de weg. Dit alles vertaalt zich dan snel naar de actualiteit van Libië en ook Afghanistan. We discussiëren wat af, maar komen er niet uit. Van deze omgeving worden we niet vrolijk, zelfs een menuutje bij de Mac maakt ons niet happy. Morgen maar weer verder. Nu de kaart er maar bijgepakt en de kortste route terug naar Flipper.

We zitten vlakbij de grote inham van Carentan; pakken we de weg daar op de rand van de polders en het droogvallende gebied toch nog even mee? Dan kunnen we morgen wel direct omhoog langs Utah Beach. Zullen we wel of zullen we niet? Vrouwen winnen altijd, dus gaan we de meer dan vijf kilometer, één auto brede, doodlopende weg op naar wat ze hier Marais noemen. Al gauw komt er een witte reiger met heel duidelijke grote witte kuif in beeld. Toet, toet, een Fransman met haast wil dat we doorschuiven, zodat hij op een breder stukje voorbij kan. Weg mooie witte kuif.

Even later vliegt een Torenvalk met ons op. Hij kiest steeds een paaltje zo'n zeven meter voor ons uit. Daarbij let hij, of zij, er wel op dat ie voor het fototoestel precies achter de spijl van het voorraam of de spiegel blijft. Dan maar niet. Op het einde, na twee Wulpen, is een lang parkeerterrein, de auto wordt gedraaid. “Nou”, zeg ik, “dan wil ik ook helemaal tot het einde”. Halverwege zien we een roofvogel, maar door de verrekijker blijkt het een Uil te zijn!

Mooi op een paaltje wacht ie tot de grote lens tot het raam uitsteekt en dan pakt ie zijn vleugels. Hij gaat jagen. Met de kleinere lens, op goed geluk, druk ik constant af. Nu zijn er zelfs twee! De ene verdwijnt achter de dijk en de andere zoekt een paal uit achter de auto. Keren; hij zit er nog steeds! Fototoestel in stelling; daar gaat ie weer! Met de verrekijker, en weer gekeerde auto, volgen we hem nog lange tijd en zien hoe hij geregeld op een prooi valt. Tenslotte blijft hij helemaal aan de andere kant van de polder op een hek zitten uitbuiken.

Jammer, kans verkeken. De twee camera's met lenzen worden opgeruimd, keren en terug naar Flipper. En daar, vlakbij zit de tweede ons eens uitgebreid te bekijken! In record tempo uitpakken, grote lens er op en dan draait ie de rug naar ons toe. Ik dacht even te zien dat ie stiekem lachte? Misschien heeft ie medelijden met me gekregen want hij gaat niet zo ver van ons af in het gras zitten en laat zich uitgebreid bekijken. Was zeker toch het wijfje. Intussen is het al bijna donker, ik maak nog meer foto's. Bedankt Velduilen het was een fijn kat-en-muis-spelletje waar ik weer helemaal opgewekt van ben geworden.

Toutainville, Frankrijk, 19-3-2011

Seine, Frankrijk
Tussen Toutainville en Pont-Audemer hebben we een camping gevonden die een beetje centraal ligt om dit weekend de Seine te verkennen. Het was trouwens ook de enigste die al open was in maart en dat is vast niet algemeen bekend, want we staan er alleen. Dus zijn de wc's en douches helemaal voor ons. Maar warm water uit de kranen laten lopen is nog niet gelukt. Verder is het hier heerlijk rustig, is er internet beschikbaar dat we met onze antenne in de caravan oppikken en houd de beheerder overdag toezicht op Flipper.

De monding van de Seine ligt ten zuiden van Le Havre. Door het kilometers lange industriegebied zien we de eerste brug al van verre. Het is de Pont de Normandie, met een totale lengte van 2.141,25 mtr. Het is een tuibrug, vrije overspanning 856 mtr, de langste in zijn soort van Europa. De twee pilaren, hoogte 214,77 mtr, wegen elk 20.000 ton en worden met 184 kabels op hun plaats gehouden. De vrije doorvaarthoogte is ruim 80 mtr en men heeft berekend dat de brug bestand moet zijn tegen windsnelheden van 300 km/uur. De bouw heeft 7 jaar geduurd; in 1995 is het lint doorgeknipt. Om dit moois over te rijden moet voor een auto 5 Euro worden betaald.

De Seine slingert tussen krijtrotsformaties met hele grote bochten verder het in land. Omdat de rivier nu in zijn huidige bedding wordt gehouden door bedijking en in de dorpen betonnen walbeschoeiïngen, zijn er veel boerderijtjes in het oude overstromingsgebied ontstaan. We zien melk- en slachtkoeien, landbouw en veel fruitboeren. Ook de châteaux, iets hoger gelegen, ontbreken niet.

Na nog twee hoge bruggen, komt de Seine na 120 kilometers vanaf zee, in Rouen aan. Zolang varen er ook grote zeeschepen; in de havens telden we er meer dan tien en ééntje, een rode tanker, voer de hele route met ons op. In Rouen zelf zijn de bruggen veel lager en zien we alleen nog binnenvaartschepen. Deze trekken verder de rivier op, maar een dikke 20 km voorbij Rouen vinden ze de Barrière met Ecluses op hun pad. Deze sluizen vallen ons enorm tegen. Het is er een rommeltje op de weg, er wordt onderhoud gedaan, maar het geheel ziet er verwaarloosd uit. Omdat de Seine hier onder “controle” wordt gehouden, verliezen wij onze belangstelling en keren de koplampen richting zee.

Port-le-Grand, Frankrijk, 12-3-2011

Zuydcoote, Frankrijk
Maart roert zijn staart en dat is in één week bewezen. In Appelskea was het overdag fris maar de zon maakte dat het veel warmer aanvoelde. Je had echt het idee dat de lente was begonnen. 's Nachts vroor het echter vijf graden. En ja, dan bevriest de waterleiding van de caravan. Er is één voordeel met die zon overdag; het ontdooit ook weer vanzelf.

Toen kwam er wind, zo'n windkracht 6 tot 7. In heuvelachtig gebied wordt die wind in de dalen versterkt, wat een slingerende moeizame koers oplevert. Het brandstofverbruik verdubbelde. Daar wordt je met de huidige dieselprijzen niet vrolijk van. Op de lange dam die voor Duinkerken ligt, was het helemaal bar en boos. Het is een mooie route, maar je vraagt je wel af of het wijs is om met zoveel wind een weg, met aan beide kanten alleen water, uit te zoeken.

Na één dag veel zon, kwam de bewolking en de regen, en het regent nog steeds. De fietsen kunnen op het rek blijven en de wandelschoenen zijn verruild voor laarzen. Gelukkig blijft de temperatuur overdag rond de tien graden. 's Avonds kruipen we lekker bij de kachel en kijken televisie.

Wat een verdriet daar in Japan! Een aardbeving van 8,9 met veel sterke naschokken! Een tsunami die 3 tot 10 km het land intrekt en alles verwoest wat maar in de weg staat! Een kerncentrale waar radioactieve straling vrijkomt! Een hoeveelheid doden dat in de duizenden moet lopen! Wat dat voor de mensen daar allemaal betekent, valt hier niet te begrijpen in onze aangename omstandigheden.

Appelskea, 5-3-2011

Appelskea
We gaan weer op weg met Flipper en dit eerste weekend gaat onze kleinzoon van drie mee. We zijn nog druk met de laatste dingen; het bed afhalen, aangebroken etenswaar meenemen, een doekje door de koelkast en de deur op slot. Gerke wordt om half negen in de haven afgeleverd en samen met mij geeft ie in de caravan zijn knuffels een plaatsje. Het duurt hem te lang, opent de deur en een galm klinkt door de haven: “Pake, opschieten, opschieten!”

Snel nog even een plaspauze in het toiletgebouw en we kunnen. “Waar zijn we nu?” “Nog voor de jachthaven Lunegat.” Waar zijn we nu-u?” “In Kollum.” “Ik moet poepen!” Het eerstvolgende parkeerterrein is de onze, halen hem uit de veiligheidsriemen, maken de caravan open, trapje er uit, helpen met de spijkerbroek. “Ik hoef niet meer!” Oké, de hele procedure omgekeerd nog een keer, terug in het autostoeltje en we kunnen weer.

“Waar zijn we nu?” “Bûtenpost.” “En nu-u?” “Surhústerfean!” Ik diep van onder een stapeltje cd's ééntje van Sesamstraat op. Tot en met het Tandenborstellied zingen we mee. “Ik wil mijn mem bellen.” Omgekeerd op mijn knieën op de voorstoel zoek ik in zijn weekendtas de speelgoedtelefoon. De lichtjes branden en er komen geluidjes uit; bellen maar. Hij houdt een heel verhaal. “Mem wil weten waar we zijn?” “Drachten.”

“Beppe, vertellen van grutte fûgel!” Of te wel een grote-vogel-verhaal. Beppe heeft niet zo veel inspiratie en neemt haar toevlucht tot het makkelijke: “Grote Vogel gaat op reis en neemt mee om te eten?” Als eerste noemt ie steevast: ijsjes. kindercola is tweede, soms verwisseld met pannenkoeken. Altijd zitten er bij de eerste drie antwoorden, appels. Het bord van Donkerbroek komt voorbij. We werken verscheidene waarom-vragen af. Hij denkt een poosje na, kijkt wat om zich heen en vraagt: “Waar zijn we nu-u?” “Bijna in Appelskea, Beppe ziet de camping met de speeltuin al!”

Dokkumer Nije Silen, 28-2-2011

Dokkumer Nije Silen
Fototoestel kapot. Nou heb ik er gelukkig twee, maar omdat ik erg klungelig wordt in het wisselen van de lenzen, is het makkelijk om de ene met een grote lens en de andere met de kleinere klaar te leggen. Eind vorig jaar heeft Cees mij die tweede camera cadeau gedaan, hij was het gezeur, en een enkel vloekwoord, bij het omzetten zat.

Nu heeft de oudste camera besloten dat ie niet meer automatisch wil scherpstellen. Jaloers? Hij wordt altijd zomaar in een jaszak, rugzak of fietstas gepropt. De nieuwe met een 500 lens komt altijd netjes in de meegekochte tas. Scherpstellen kun je natuurlijk ook handmatig doen, maar dan moet ik de leesbril er bij pakken en er zijn weinig vogels of vlinders die zeggen: “Doe maar rustig aan, ik heb vandaag toch niets beters te doen, ik wacht wel tot je zover bent.”

Wat is wijs? Repareren of is een nieuwe kopen, goedkoper. Toch maar eens bij een fotozaak vragen. Eerst laad ik in de auto de batterij nog even helemaal vol, doe hem in de camera en stap de winkel in Leeuwarden binnen. Vriendelijke mensen, ze helpen me direct. Ze maken de ene foto na de andere met mijn ouwe makker, ze verschuiven wat knopjes, had ik ook al geprobeerd, en komen terug naar de balie. Of mevrouw wel weet waar alle knopjes voor zijn, met het apparaat is niets mis. Ze lachen me nog niet uit, maar gnuiven er lustig op los.

Mijn argument dat ie het gisteren echt niet deed, heeft geen zin. Ze blijven vriendelijk, ach ze hebben wel vaker klanten die wat vergeten, helemaal geen moeite, altijd bereid om ouderen te helpen. In de auto koel ik mijn woede op het gaspedaal, maar ach wat zou het, mijn fototoestel doet het weer. Thuis geef ik direct een demonstratie: Automatisch scherpstellen? Vergeet het maar! Ik kan afdrukken wat ik wil, hij stelt niet meer scherp. Intussen is de batterij leeg. Dat gaat wel heel snel. Met een gloednieuwe, naamloze batterij werkt ie weer als vanouds. Moet ik nu terug gaan naar de winkel en lachend garantie vragen op de officiële Sony batterij?

Dokkumer Nije Silen, 15-2-2011

Lauwersoog
Vanuit Zeeland is bericht gekomen van vogelopvang De Mikke over onze Kerkuil die we vorig jaar oktober in Paal uit het prikkeldraad hebben gehaald. Zij was snel helemaal hersteld, maar om haar in november niet direct de vrieskou in te sturen, hebben ze haar langer asiel verleend. Toen er ook nog een Kerkuil van het andere geslacht binnenkwam, hebben ze die twee bij elkaar gezet. Nu de winter voorbij is zijn ze, met nestkast, uitgezet bij een boerderij op het platteland. Je kunt dus zeggen dat onze Kerkuil is uitgehuwelijkt.

Intussen is hier bij ons in Friesland de winter ook voorbij. Nog een enkele nachtvorst en in de eerste week van februari vijf dagen stormachtige wind om de winter af te sluiten. Bij zo veel dagen harde wind gebeurt er van alles in de jachthaven, tijd om een rondje door ons deel van de haven te lopen. Iemand zijn giek was los, van twee boten waaiden de vlaggelijntjes over de steiger, op een andere boot hadden de meertouwtjes het begeven, enkele kuiptenten hadden een los hoekje en er dreef een blauwe stootwil rond. Cees vist hem op en na het vergelijken van grootte en touwkwaliteit, denken we dat ie aan de goeie boot is teruggeknoopt.

Er is ergens een stag losgewaaid en op verschillende boten klapperen vallen tegen de mast. Voor onze rust, pakken we de ergste kabaalmakers aan door de staaldraden zo vast te binden, dat ze de mast niet meer kunnen raken. Met al die tuigage's om ons heen, wonen wij dus eigenlijk in een tuigdorp. En, daar komen we eerlijk voor uit, we liggen hier prachtig met de boot en het voldoet prima. We hopen wel, dat in de categorie hoofddeksels onze beide zuidwestertjes niet onder de hoofddoekjes vallen.

De Pomp, 31-1-2011

De Pomp
Vakantie! We zitten een midweekje in een boerderijtje in De Pomp. Dit landelijk gelegen vakantiehuis met jacuzzi, ongeveer zes kilometer van de boot verwijderd, werd ons gratis aangeboden. Daarvoor verzorgen we wel vijf paarden, twee honden en wat katten. Hoeveel katten het er precies zijn weten we niet, overdag zijn ze op jacht en komen pas 's nachts hun bordje leegeten. De honden, vooral de kleinste, geven het meeste werk.

De puppy, Sinne genaamd, heeft vandaag de laatste van zijn acht broertjes en zusjes zien vertrekken. Als klap op de vuurpijl besloten zijn baasjes om op vakantie te gaan en nu heeft zij een beetje heimwee naar al dat bekende. Om haar niet al te lang alleen te laten, gaat ze mee naar de stad Groningen.

Daar willen we een slagroomtaart bij onze zoon en schoondochter bezorgen. De puppy slaapt direct, maar de taart heeft het over verkeersdrempels en in de bochten moeilijk. Gelukkig smaakt hij er niet minder om. Nynke krijgt het stuk met 100 km er op en Luitzen komt het stuk met de 200 km tekst toe. Daar op de Weissensee in Oostenrijk is dan niet de echte Âlvestêdetocht, de prestatie is er niet minder om. Natuurlijk is de medaille niet het begeerde “kruisje”, maar het kan nog dit jaar, het vriest tenminste al weer een beetje.

Sinne vindt het tuingras in de stad niet aantrekkelijk en doet zijn boodschappen op hun plankenvloer, keurig midden op een brede plank. Het wordt tijd om op te stappen. Nu zit ze opgesloten in de kennel, maar met constant geblaf maakt ze duidelijk dat dit niet de bedoeling is. De moederhond doet met haar gejank ook mee aan het feest. Het belooft een lange nacht te worden.

Dokkumer Nije Silen, 15-1-2011

De Pomp
Al weer twee weken van het nieuwe jaar om en wat hebben we in die tijd gedaan? De nieuwjaarsborrel van de jachthaven bezocht, de griep afgewerkt en geprobeerd vreemde vogels te vinden. Ook zijn we extra vaak bij onze dochter Jitske langs gegaan. Haar Friese Stabij heeft negen pups, 't is een gezellige drukte. Voor het maken van foto's kunnen ze nog niet lang genoeg stil zitten. Er is slechts nog ééntje te koop. Liefhebbers voor een Stabij met de zeldzame kleur zwartschimmel en papieren? Kijk op de site http://www.kennellauwerswald.blogspot.com/ of bel 06-13205652.

Cees heeft de klussenlijst weer opgepakt. Als eerste is het plafond aan de beurt. Wat lastige latjes in vervelende hoekjes waren nog steeds niet aangebracht en de teakafwerking aan de binnenkant van de dekluiken was ook niet naar de zin. Dat wordt weer zaagsel in de borden en bekers en leven in een lak-lucht. Gelukkig is het nu overdag rond de tien graden, de deur kan open!

Zelf probeer ik onze site een beetje op orde te brengen. De Friese namen opzoeken en bij te veel foto's staat nog “Naam Onbekend “. Tips zijn meer dan welkom. Verder is er weer een album bijgekomen. De betreffende foto's ga ik nu eens niet zelf maken, maar is voor jullie eigen natuurfoto's, en dan bedoel ik niet die van mensen die geen geld hebben om kleren te kopen, maar dieren en planten. Onze kinderen hebben alvast in “Ingezonden”een beginnetje gemaakt, maar we rekenen ook op foto's van al die mensen die ons hebben aangesproken: “Zag laatst een … en 't lukte om er een foto van te maken!”.