Dokkumer Nije Silen, 1-12-2013
Het is even een rommelige boel bij ons aan boord. We zijn weer helemaal terug in de tijd dat we met onze Antje C aan het bouwen waren. Overal staat en ligt “troep”. Door de boot lopen lijkt op het nemen van een hindernisbaan. De koffiekopjes moeten weer worden afgestofd voor er uit gedronken kan worden.
Onze slaapkamer is aan een opfrisbeurt toe. De klerenkasten zijn destijds, om zoveel mogelijk kastruimte over te houden, wat magertjes geïsoleerd. Dus halen we ze helemaal leeg en stapelen alle kleren op de bank in de kajuit; kan ik ze mooi uitzoeken, kleren waar we toch niet meer in teruggroeien kunnen weg en de rest krijgt met wassen weer een fris geurtje. Daarnaast, het regent buiten, zaagt en knipt Cees op de kajuittafel nieuwe kastplafonnetjes en isolatiemateriaal. De was die niet in de droger kan hang ik aan de gordijnrail. Geregeld komen de gevleugelde woorden van Frans Bromet, een televisiemaker die jaren terug een programma maakte over gezinnen die een grote verbouwing aan hun huis deden terwijl ze er in woonden, voorbij: “Kunt u wel tegen al dat stof in zo’n kleine ruimte?”
Nee, we kunnen er niet zo goed meer tegen als jaren terug. Hoogste tijd om er een dagje tussenuit te gaan. Nu wil het toeval, dat er op het nieuws melding wordt gemaakt van een zeer zeldzame vogel in Zwolle. TomTom brengt ons bij enen in de juiste straat en dan is zoeken niet meer nodig. Meer dan 150 fototoestellen met zoomlens, op een drie-potig statief, met daarachter een man en een enkele vrouw, met de hand aan de afdrukknop, staan achter een gazen hek naar een vogel van ca 36 cm op een tak te kijken. Wij sluiten aan. Trouwens nog best moeilijk om zonder iemand aan te stoten of achter zo’n statiefpoot te haken een plaatsje vooraan te veroveren.
De tak hangt boven een bouwterrein. Tien meter verderop is een kraan bezig met oude funderingen uit de grond te graven en te trekken. De Sperweruil kijkt wat om zich heen, poetst zijn, kan ook haar zijn, veren en verschikt zo nu en dan een paar centimeter. Mijn rechter buurman vertelt dat er zoveel muizen uit die oude gebouwen verjaagd worden, dat het voer bijna de uil zijn bek inrent. De spotter links staat er al vanaf acht uur en meldt dat meneer/mevrouw de uil vandaag niet zo actief en hongerig is. Ik kijk nog maar eens door de verrekijker, zoek een andere invalshoek, probeer het eens met de kleinere lens en stel mijn driepoot maar weer eens op een andere plek op. Zo gaat de tijd voorbij.
Cees heeft er genoeg van en vraagt of hij de Sperweruil even van zijn tak moet verjagen, zodat ik een foto in vogelvlucht kan maken. Ik schrik en zie als in een nachtmerrie de hele horde spotters met gebalde vuisten op ons af komen. Nee, dat niet, dan ga ik liever terug naar huis. Etensborden en bekers afstoffen, was uitzoeken, isolatiemateriaal knippen en kasten verven. De boot moet tenslotte voor de kerstdagen er weer opgeruimd bijliggen.
Dokkumer Nije Silen, 15-11-2013
Dit jaar wonen we 10 jaar aan boord van onze Antje C. Vol trots noemen we ons zelf Nomaden. Om dat te realiseren heb je op de wal ergens een adres nodig, waar je post kunt ontvangen, waar je ingeschreven staat in de gemeente en waar de belastingdienst je kan vinden. Dat heet een briefadres. Voor ons was dat gemakkelijk. Toen we nog een huis op vaste grond hadden, woonden we al in de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland en daar zijn we nog ingeschreven, maar nu op het adres van onze dochter. Geen enkel probleem. We verlengen ons paspoort en rijbewijs, betalen belasting en krijgen meer post dan we wel willen.
Nu we langzamerhand opschuiven naar de 65, de uitkeringen-leeftijd, begint de tijd van ontvangen, in plaats van belasting betalen. Geld afgeven is nooit een probleem geweest, maar krijgen is een kunst. Bij het inloggen met DigiD op de site van de belastingdienst is er nog niets aan de hand: Welkom op uw persoonlijke pagina, klik maar aan wat u wilt. Oké, we kiezen het blokje teruggaaf. Het schermt springt op rood: uw adres is onbekend, u kunt geen teruggave aanvragen, raadpleeg uw gemeente. Dat scherm hadden we liever gezien toen we, nog deelnemend aan de arbeidsmarkt, die hoge bedragen betaalden!
Uit een belletje naar burger zaken van Kollumerland blijkt dat daar alles officieel is geregistreed. We bellen de belastingtelefoon. Effe wachten, de schuld geven aan digid, nog meer praten en als ze dan zelf op de computer inloggen, krijgen ze het zelfde, vrij vertaalde, antwoord: Die meneer Boonstra kennen we niet. Er worden collega’s geraadpleegd. Wij blijven aan de telefoon hangen, we wachten wel, we hebben als vrije nomaden alle tijd.
Bij de belastingdienst kennen ze het fenomeen briefadres, zegt onze belastingman, maar deze groep wordt door de computer automatisch geselecteerd en geweigerd. “Ja? En? Waarom? We hebben altijd belasting betaald!” "Ja, eh, dat kan wel, eh, maar voor de belastingdienst blijven die briefadres-eigenaars verdacht." De Nederlandse overheid deelt u in bij de groep van, hij geeft de benamingen in Algemeen Beschaafd Nederlands, maar in de volksmond noemen we dat: kermisklanten, landlopers, opgenomen psychisch gestoorden en bajesklanten.
Dokkumer Nije Silen, 28-10-2013
Klaar voor de storm
Het begint al te waaien
Beaufort 10 op de teller
Zeilhoes-rits komt niet door de windtest
Winnaar van de slagzij-prijs
De storm op z'n sterkst
Opwaaiend havenwater
Windstoten van rond de 100 km per uur
Daar houden dekkleden en buiskappen niet van
Zelf liggen we met onze woonboot als een huis
Valkenburg aan de Geul, 6-10-2013
Deze week gingen de dagen volgens een vast schema. Opstaan, wassen, ontbijtje, stroomkabel opruimen, caravanpoten indraaien en vertrekken. Onderweg twee keer stoppen op een parkeerterrein met volle prullenbakken en veel wc-papier in de bosjes. Voor zessen een camping opzoeken, inschrijven en betalen, plekje opzoeken, koken, eten en slapen.
Afgelopen maandag van Lúnbert, 68 km vanaf jachthaven Lunegat, naar Schin op Geul, 318 km. Dan 432 naar Geraudot in Frankrijk. De 366 naar Abrest bij Vichy en 351 naar Douville (nog 200 km te gaan naar Spanje). Telefoon: Cees zijn moeder is gevallen en heeft haar heup gebroken. Het gaat erg slecht. De volgende dag programmeren we onze TomTom: Thuis. We sturen Kia en Flipper op een noordelijke koers.
Vrijdag: Nouan le Fuzelier, 350 km. Zaterdag 419 naar La Chense. De camping is gesloten, lijkt helemaal verlaten, misschien failliet? Noodgedwongen slapen we wild op een verboden, mooie rustige plaats aan ’t water van het Lac de Bairon. Vandaag na 242 km terug op Nederlandse bodem in het Limburgse Valkenburg aan de Geul.
We zijn bijna weer terug.
Rengerspôle, 17-9-2013
De weersvoorspellingen gaven voor de afgelopen week harde tot zeer harde wind op, dus zeilen we meer het binnenland in. Bij Starum gaan we door de sluis. Van die harde wind is nog niets te merken en daarom doen we een wedstrijdje wie kan het snelste drijven met “Het Café” uit Snits. Wij verliezen pas op ‘e Fluezen van deze lichtgewicht en als het dan ook nog gaat regenen, zoeken we een ligplaats op ’t eilandje Langehoekspôle.
In Langwar hebben we over vijf dagen een afspraak met onze Luitzen om hem te helpen bij ’t oplossen van problemen met zijn grootzeilsval. Dus alle tijd om de verschillende aanlegplaatsen rond Fluezen en Hegermar te verkennen. Op de Langehoekspôle liggen we mooi beschut en het is er ook diep genoeg. Dat is anders op de Rakkenpôle, locaal beter bekend als het knineneilântsje. We halen de wal niet en onze rubberboot wordt voor één nacht loopplank. In de Wâldseiner Rakken aan een pas gemaaid Marrekrite-walletje ligt het ook prima, maar het eerste haventje rechts in de Jeltesleat is te ondiep.
Zo belanden we op een eilandje, een eindje verderop, links. De wind heeft de voorspelde windkracht bereikt en met de kop op de wind zoeken we zo veel mogelijk de luwte op. Midden op het eilandje, tussen de bomen, is het een oase van rust en windstilte. De ideale plek om de vlinderjam uit te proberen. Het recept: Men neme een paar dikke eetlepels stroop, naar keuze appel- of perenstroop. Hieraan twee stuks, deels verrot, in stukjes gesneden fruit toevoegen. Als laatste een flinke scheut alcohol. Roeren en enkele dagen laten gisten. De vlinderjam tijdens de schemering met een kwast over een boomstam verdelen.
Om elf uur in het pikkedonker, Cees moet mee omdat ik niet tegelijk de lamp kan dragen en foto’s maken, struikelen we naar de boom met smurrie. En ja, er zijn vlinders. Volgens het recept zorgt de alcohol er voor dat de vlinders wat lomer worden en daardoor rustig blijven zitten als je in de buurt komt. Deze nachtfiguren niet. Omdat Cees midden in het licht staat, komen ze allemaal op hem af. Ze zitten op z’n benen, broek, overhemd, haar en fladderen voor z’n gezicht. Zelf lig ik buiten de lichtkring dubbel van het lachen, zo kan ik nog geen foto’s maken. Het kost heel veel praten en charme om Cees zo ver te krijgen om later die nacht weer op vlinderjacht te gaan. Een derde keer zit er niet in.
Wâldseiner Rakken, 10-9-2013
Vanaf Elburg zeilen we de IJssel op en nemen de eerste afslag links. Dan kom je in een natuurgebied waar op de kaart een haventje met meer dan twee meter diepte wordt aangegeven. Dat klopt niet, voor dat we de wal bereiken zitten we al vast. De daar al liggende motorbootkapiteins zijn het er over eens, als we maar één nacht willen blijven, kunnen we zo niet blijven liggen. Aankomende nacht gaat de wind na dagen west te zijn geweest draaien naar het oosten en blaast dan 't water door de nauwe Ketelbrug naar het IJsselmeer terug: worden we hier vaste liggers. Op de vraag waar het dieper is, zijn ze het niet eens en wijzen allemaal een andere kant op.
De rubberboot als loopplank gebruikend gaan we met de pikhaak aan wal om zelf te peilen. Daar zijn we echter niet welkom. Dit is het domein van die één centimeter grote vliegen met bonte vleugels en groene ogen en de onopvallende lichtbruine dazen. Je ziet ze niet en merkt ze pas als ze je bijten. Cees heeft er geen problemen mee, zegt een zwaar woord en slaat ze dood. Dat doe ik ook wel, maar er blijft een jeukende steeds dikker wordende plek ter grote van een stuiver over. Na een rondje haven snel aan boord voor de anti-pillen. Hier kunnen we niet blijven.
Terug naar het grote ruime IJsselmeer. Met de voorspelde oostenwind wordt de volgende dag Urk gerond en dan is de wind op. We laten de boot drijven, pakken een lees- en/of puzzelboekje en genieten van de zon, 30 graden en dat in september! Dan krijgen we visite. Zwarte muggen en van die kleine groene. Ze steken niet, maar kriebelen. Al waaierend met de boekjes kunnen we onze hoofden muggenvrij en koel houden.
Het weer blijft hetzelfde: warm met 's morgens wind, dan twee uurtjes windstil en daarna komt de wind terug uit een verrassende richting. Zo ook na een nacht in De Lemmer. Wij pakken de windstilte halverwege Starum, net voor het strand van 't Mirnser Klif. Cees gebruikt die tijd om te koken en ik, onder de parasol in de kuip zittend, probeer de boot op koers te houden. Er komt een donkere wolk aan. Op de parasol klinkt het alsof het regent. Muggen, heel, heel veel muggen! Het zijn de zwarte en groene makkers van gisteren, maar er zitten nu ook zwarte met gele lijven bij. Eten en drinken is buiten niet meer mogelijk, om de beurt gaan we binnen opscheppen. De boot is zwart. Ze vinden zelfs elk klein gaatje tussen muggengaas en luikopening en gaan mee als we ons zo snel mogelijk door de muggenvitrage in de deur manoeuvreren.
Op de motor varend proberen we ze kwijt te raken. Dat lukt pas na de gevarenton op 't hoekje van het Vrouwezand als ook de wind terug komt. Zelfs onze bootspinnen zijn gefrustreerd met zo veel vlees op hun web(er)-barbecue. Met de dekwasslang spuiten we onze irritatie en al het ongedierte overboord. Ook de zeilen krijgen een wasbeurt. Zelf wagen we ons niet onder de buitenwater-douche, het IJsselmeerwater is erg groen door algengroei. Met mooie schone wind bereiken we Makkum.
Na een nacht met zoemende neefjes wordt de koers west, richting Den Oever. Lekkere bries. Het is niet bezeild en we maken een bestek richting Afsluitdijk. Ook goed, kijken we daar aangekomen wel of we in het altijd spannende Breezanddijk blijven of nog door gaan. Terwijl we genieten van het uitzicht op een steeds langer wordende file voor de brug van Koarnwertersân, de brug zal wel weer kapot zijn, krijgen we de bekende windstilte. Het zal toch niet? Met zeilen vol muggen, deze keer vergezeld van dragers, huisvliegen, vlinders en wespen, maken we rechtsomkeert. Gashendel in de vooruit, terug naar de voorhaven van de sluis en zoeken de steiger op. Met de muggenklapper in de hand verschansen we ons binnen in de boot.
IJsseloog, 3-9-2013
Toe we de boot bouwden, heeft Cees er direct rekening mee gehouden dat de wc altijd een teer punt is aan boord. Daarom heeft ie het zo gemaakt dat het pompsysteem ook de andere kant op kan werken. Ik bedien de pomp en Cees doet hier afsluiters dicht en daar weer andere open. Alles werkt en in deze afvoeren zit het probleem niet. De verstopping zit in de vuilwatertank zelf. Plan B: Dat betekent dat hij met een waterslang het buitenwater in gaat en dat ik op de boot heen en weer ren van dekwashpompschakelaar naar weer andere afsluiters en kranen. Met een doek om de slang geknoopt probeert Cees de afvoer onder de boot af te dichten en door te spuiten. Gelukkig voor hem lukt het niet en komt ie nog schoon uit het water.
De volgende morgen gaan we over op plan C. In het boerenbedrijf, waar we beiden vandaan komen, heet dit mestmixen. Het waait noordoost 4. Vanuit Pampushaven varen we naar het haventje aan de IJsselmeerdijk tegenover de Oostvaardersplassen. De koers is krap bezeild, maar wij maken laverend korte slagen. We blijven dicht bij de dijk, daar zijn de golven het onrustigst. Andere zeilers kijken verwonderd naar onze zeiltechniek. Hun commentaar zal wel de zelfde zijn als dat in zo'n geval bij ons aan boord gebeurt: “Zijn vast huurders!” We werken hard: door de wind, de fok weer naar de andere kant, hoogste golven opzoeken en zo schuin mogelijk zeilen. Het werkt! We kunnen weer naar het toilet!
Vijf dagen later weer stront aan de knikker. Onze rubberboot is weg. Voor het ontbijt, we liggen voor anker in IJsseloog, ligt ie nog mooi vastgeknoopt aan de rubberen zwemtrap naast de boot, maar na het tweede kopje thee is die plek leeg. Nergens om ons heen drijft een rubberboot met buitenboordmotor rond, kan ook niet, het is windstil en onze bijboot zat met een degelijke knoop vast. Er vaart alleen een grijze rubberboot op volle snelheid bij de groep voor anker liggende schepen vandaan naar het einde van de slenk in de richting van het Ketelmeer.
We vestigen een PR in de discipline ankerop en zetten de achtervolging in. Onze omringende buren schommelend achterlatend op een hekgolf van een kleine meter. We halen hem langzaam in, onze Antje C is sneller, maar we zijn met een achterstand begonnen. Als we het einde van de slenk naderen zien we duidelijk dat het onze rubberboot is en dat er een opblaasbare kano wordt gesleept. Dan draait ie plotseling om en komt op ons afvaren. Hij roept dat ie een rubberboot heeft gevonden en dat ie de eigenaar zoekt. Pas als onze bijboot weer vastgeknoopt zit aan onze zeilboot maken we onze twijfels kenbaar: Dat ie goed zat vastgeknoopt en al een dag en een nacht zo heeft gelegen zonder problemen. En als je de eigenaar zoekt, waarom vaar je dan zo hard? Alle boten liggen bij elkaar voor anker, waar jij naar toe ging liggen helemaal geen boten. De “eerlijke vinder” hoort het al niet meer. Hij heeft geruisloos met zijn kano de peddelbenen genomen.
Met cafeïne spoelen we de adrenaline weg. “Mevrouw Stemband” wat heeft U nu geleerd? Dat we de wc met meer water moeten doorspoelen, dat het rode stopkoordje niet aan de buitenboordmotor mag blijven zitten als je hem niet gebruikt en dat de rubberboot aan de davits hangend het diefstalveiligst is.
Pampushaven, 27-8-2013
Op de motor van de Langwarder Wielen naar de brug in de Janesloot, dan zeilend over de Heegermar en Fluessen naar de Morra. Bij nieuwe eilandjes, wij hadden ze nog niet eerder gezien, meren we aan de lijkant af aan palen. Cees test de slaapkwaliteit van onze zitbank en ik hou de wacht, met 't fototoestel op statief, in de kuip. De volgende morgen is de wereld klein, wat zicht betreft. Op de fok drijven naar de brug van Warns, verder moteren naar Starum. Met de derde sluisschutting kunnen we mee en als in de stad de tanks zijn bijgevuld, gaan de zeilen omhoog. De kleine fok komt er ook nog bij. De wind trekt aan en veegt de nevel van het IJsselmeer. Tegelijk draait ie 180 graden en moet we het laatste stukje laveren.
In Oude Zeug zoeken we een plaatsje aan de kade. Er is nog geen touw vast als het walpersoneel verschijnt. Vanavond komen er verschillende werkschepen om bitumen uit vrachtauto's over te nemen. We weten uit ervaring dat dan de aggregaten hard en luid moeten draaien en maken ver uit de buurt onze touwen vast, aanlegverboden interpreterend als bordjes van welkom, aan de kade van de failliete Jongert-werf. Een beleefd kuchende meneer is 's morgens onze wekker. Er worden weer schepen gebouwd en het is privé terrein. Wij bedanken hem voor de rustige nacht en na ons kopje thee met roggebrood met kaas gaat het op motorkracht op spiegelglad water naar De Kreupel.
Muggen hebben massaal de steigers uitgekozen om bijelkaar te zitten. Zodra er wind komt gaan de zeilen omhoog en belanden we aan het remmingswerk van de “oude” sluis bij Enkhuizen. Cees gaat de klussenlijst te lijf en ik start de laptop op. De lettertoets n doet raar. In plaats van één, geeft ie een heel rijtje n-en. Het spel is om er zo weinig mogelijk te krijgen. Mijn hoogste score is drie! Donderdag eerst boodschappen doen vanuit de stadshaven en zodra het aller onstuimigste van de wind is afgezwakt, gaan we door de “nieuwe” sluis en onder vol tuig lopen we de Block van Kuffeler binnen. De regen is ons goedgezind en wacht tot de ankerbal hangt. Terwijl de kok druk bezig is, schakel ik mijn hulplijn in. De n heeft er nu helemaal de brui aangegeven en ik moet de alternatieve code weten. Alt110 voor de kleine n en Alt078 voor de grote N. Goh, wat zitten er veel n-en in een zin.
Mist, we slapen uit. Als er een plaats vrij komt aan de werksteiger, verkassen we. Met de achterburen, ook Koopmans-ontwerp-vaarders, praten we de uurtjes weg en de middag is nog maar kort als de fietsen op de steiger worden gezet. Richting Almere met op de terugweg een tussenstop bij vogelkijkhut De Lepelaar. In verband met de weersverwachting voor de nacht, willen de voorburen graag iets naar achteren om wat beter in de luwte te liggen. Allemaal schuiven we op. Het schemert al als we ons voor de televisie nestelen.
Na een vroege morgenrit naar het vogelspotterspunt, surfen we met een snelheid van 9 mijl op de teller naar de ankerplaats achter een eilandje west van Muiderzand. Tijd voor de klusjes. De zeerailingdraad wordt opgespannen met nieuwe fris gekleurde touwtjes en de bovenste draad krijgt windsels op de slijtageplekken in de scepters. Er landt een wesp op ons werkstukje. Met in het achterhoofd de petitie, die afgelopen winter op onze site stond en waartoe we veel mensen hebben overgehaald om te tekenen, tegen bijensterfte, jaag ik hem weg met een handbeweging. Het is een domme, luie nietsnut-wesp. Hij maakt een klein hupje naar mijn duim en steekt direct. Klote rotbij, dat doet verdomd zeer. Mijn mede klusser ziet de lol er wel van in en zegt: “Kun je direct testen of, zoals sommige mensen beweren, bijensteken helpen tegen reuma.” De duim wordt dikker en zelfs onderdompelen in een DE-kopje met azijn helpt niet. 's Nachts wordt een paar keer de paracetamol-voorraad aangesproken.
Het Hooft, de naam van het eilandje waar we achter liggen heeft het zwaar te verduren gehad deze zomer. Uitgebrande barbecues, kapotte tuinstoelen en lege chipszakjes. Ook ontdekken we dat veel boten, zonder toilet aan boord, het gebied hebben bezocht. Nu we het daar toch over hebben, onze wc werkt niet goed, het lijkt er op dat ergens een verstopping zit. Wat we aankomende week precies gaan doen, weten we noch niet. Op dit moment is maar één klus belangrijk. Hoe gaan we dit vuilwater-varkentje wassen?
Langwarder Wielen, 20-8-2013
We hebben 2 koffiekopjes gebroken en omdat we toch in de buurt zijn, verleggen we onze route richting De Jouwer. De diepte van het vaarwater er naar toe is voor onze Antje C wat krapjes, daarom kiezen we een ligplaats op de Langwarder Wielen. Vandaag zijn we, met een zakje vol uitgeknipte punten, met de rubberboot naar Douwe zijn woonplaats gevaren.
Onze kopjes zitten niet meer in het assortiment. Het is niet anders, we zoeken andere uit en betalen met 1580, veel meer hadden we ook nog niet, Douwe Egberts-punten. Terug varend maken we de rekensom: Om weer zes dezelfde kopjes te krijgen, moeten er voor 4 stuks 3160 punten worden gespaard. Op een 250 grams pak koffie zitten 10 punten. Dat betekend 316 pakken koffie wegdrinken. Één pak levert 40 koppen koffie, maakt dus 12.640 kopjes. Reken gemiddeld 4 koppen koffie per persoon per dag, betekent voor ons 1580 dagen of te wel 4 jaar. De laatste 119 kopjes rekenen we voor visite.
Als je dan nog bedenkt dat we ongeveer per jaar 3 maanden in het buitenland zijn en dat daar wel koffie van Douwe te koop is, maar dat er geen punten op zitten, dan duurt het zeker 5 jaar voor we weer 6 dezelfde kopjes hebben. En intussen maar hopen dat deze twee niet breken bij het afwassen en dat ze na zo veel jaren nog te leveren zijn. Conclusie: stoppen met dat gedonder van punten uitknippen. Dat zal wel moeten wennen. Zolang ik een een schaar kan vasthouden, heb ik al DE-punten uitgeknipt.
Raard, 13-8-2013
De trossen zijn los. Afgelopen zondag hebben we de jachthaven weer verlaten. Diezelfde dag zijn we lui geweest aan de steiger in het Dokkumerdjip. De wind blijft in het westen zitten. Daarom gaan we niet buitenom en zijn 's maandags door de sluis van Dokkumer Nije Silen geschut. Tussen twee bruggen in Dokkum is het tijd voor de brugwachters om hun middagsbrochje te nuttigen en maken wij, wegens de ondiepte alleen met de punt, vast aan het Pannenkoekschip. Die is gesloten en dus eten wij ook snel een broodje.
Dan blijft er nog genoeg tijd over om naar de winkel te lopen. Nu de temperatuur wat lager is, willen de muggen allemaal graag bij ons in de warme boot komen. We hadden een muggenklapper, kort geleden nog gebruikt, maar nu is ie zoek. Leef je in een kleine ruimte van ongeveer 10 x 4 en nog lukt het om dingen onvindbaar te maken. Ik loop naar de Action en investeer in een muggenmoordwapen. Voor de prijs van 42 Eurocent krijg je er drie. Daar kun je geen hele boot voor ondersteboven keren.
Als de lucht een beetje begint te druppelen stoppen we bij Raard. Daar hebben we het schema voor onze werkvakantie weer opgenomen. Eén dag varen en dan een dag klussen. Vandaag was de kuipbank aan de beurt met onze verfpottenopslag. Onbekende en onleesbare verfbussen, we nemen ons voor om een lijstje te maken met nummers en waar toegepast, vergeten stukken touw en het al jaren vermiste zeefje van de dieselolietrechter. De muggenklapper zat er niet bij.
De Pomp, 6-8-2013
We hebben een week vakantie in een boerderijtje op De Pomp. Onder het motto van woningruil: zij onze caravan “Flipper” en wij een huis met, om de boerensfeer te benadrukken, paarden, honden en katten.
Aankomende zondag is de vakantie voorbij en vertrekken we weer met onze varende woning.
Rengerspôlle, 30-7-2013
Vandaag bij het skûtsjesilen op 'e Hegemermar geweest. Twee inhaalwedstrijden bij windkracht 5 en 6 uit het westen. Het was onmogelijk om een beschutte ankerplek te vinden, de wind stond precies in de lengterichting van 't meer. Met Luitzen en Willemieke op hun Grand Slam langszij zijn we de hele dag doorgeschommeld. Toen duidelijk werd dat het skûtsje van Snits onoverwinnelijk was, hebben we opgebroken en zijn teruggezeild naar de Rengerspôlle bij Earnewâld. Was het overdag nog zonnig en droog, toen we zelf weer gingen zeilen heeft het alleen maar geregend. Het beloofde onweer bleef achterwege.
De dagen daarvoor was het warm en heet. Jitske en Gerke hebben drie dagen meegezeild. Dat betekende elke dag zwemmen. In Langwar zijn ze weer van boord gegaan en hebben wij een rustig plekje aan het eilandje in de Langesleat bij De Lemmer opgezocht. Even een beetje bijkomen. Door het warme lome weer komt er niks van het klussenschema terecht en luieren we wat om in de schaduw met een boek en kijken ondertussen met een half oog naar de skûtsjesilen-beelden op tv Fryslân.
Het is al donker als we buiten geschreeuw horen. De grote motorboot achter ons heeft ruzie met een voorbij varende sloep met vier jongens er in. Zijn ze door de achterbuurman z'n vissnoeren gevaren? Nee, de motorbootkapitein heeft, om ons onduidelijke redenen, iets bij de jongens in de boot gegooid. Die laten het er niet bij zitten. Ze meren af aan de overkant van de vaart en zoeken oorlogsmateriaal. Een stenenregen komt onze kant op. Gelukkig is het water redelijk breed en halen de meesten de overkant niet.
De motorboot ligt met de voorpunt onze kant op en nu er vanuit de varende sloep gericht wordt op de buurman zijn kuip, zijn wij kogelregenvrij. De achter-achterbuurman komt nu in de gevarenzone. De jongens beschijnen de kapiteinsfamilie met een laserpen en op hun beurt richten die weer een groot zoeklicht op de sloep. Ze blijven harrewarren, maar de stenen en blikjes zijn verschoten. Alle andere booteigenaren zoeken hun eigen vaartuigen weer op, verder moeten de twee kemphaanboten het onderling maar uitvechten. Nog lang flitsen er groene en witte lichten door onze kajuit en dat komt niet door de bliksem.
Harns, 23-7-2013
Deze maand hebben wij en internet niet zo'n goeie klik. Van onze smartphone maak je, via instellingen en verbinden, een wifipunt. Dan verbinding maken met de laptop en voila: internettoegang met de computer. Omdat het dak van Antje C goed is geïsoleerd, leggen we de telefoon op het muggenrooster in het dakluik. Na het lezen van de mail en de positie op de blogspot veranderen, trek ik 't muggengaas omlaag, dat is erg glad en de telefoon schiet er af. Als een ware circusclown vang ik hem nog net voor dat ie de grond raakt. Daarbij is er een toets ingedrukt dat niet had gemoeten. Internet wil niet meer en ook Wordfeud is uit de lucht. Gelukkig hebben we de kinderhulp-telefoonlijn! Stap voor stap legt Popke uit hoe we alles kunnen herstellen.
We kunnen weer. De laatste nieuwe foto's worden in de diavoorstelling geladen en tegelijk als backup opgeslagen op een externe schijf. Ver..., wil dat rotding niet meer opstarten. Alle foto's van vijf jaar opeens onbereikbaar. De kinderhulp-telefoonlijn weet ook geen oplossing. Even maar niet gebruiken, als we terug zijn zullen ze er naar kijken en anders moet ie naar een speciaal bureau die misschien alles weer terug kan toveren. Rustig blijven is het advies.
Bij de Lepelaarsplassen heb ik een Purperreiger gezien, een nieuwe soort! Als ik 'm op de site wil zetten lukt het niet. Blijkt dat Google voor mijn albums, met foto's van alles wat vliegt, kruipt, groeit en bloeit, niet wil samenwerken met onze Samsung smartphone. Ik denk dat het mij via een omweg wel lukt. Dom, dom, dom. Ik verander een link, download een Wilde Planten-foto op mijn manier, typ de naam en vindplaats erbij en druk op publiceren. Er gebeurt niets. Nee, er gebeurt juist heel veel. Google accepteert niet dat iemand slimmer wil zijn als zij zelf en wist alle bloemenfoto's die er de laatste jaren zijn opgezet. De kinderhulp-telefoonlijn! Luitzen zoekt het uit en belt een dag later terug: Het is niet meer te herstellen.
Door al dat geklooi met 't internet is ons mb-maandtegoed als sneeuw voor de zon verdwenen. Daarom blijft het op 't moment een beetje stil op onze blogspot. Begin augustus gaan we terug naar de haven. Ga ik één voor één alle foto's, moet de externe schijf het natuurlijk wel doen, waar nu een stopbord-achtig-iets staat in plaats van een bloem, terugzetten op de site. Antje C-blogspot helemaal bijwerken en de jongens van de kinderhulp-telefoonlijn gaan de relatie Samsung/Google uitzoeken. O ja, mijn 300 mm lens is ook nog kapot gegaan, maar online kun je zo een nieuwe bestellen. Moet je natuurlijk wel internet hebben.
Gouwzee, 16-7-2013
In het Markermeer rondom Pampus zijn verschillende ankerplaatsen die we altijd al eens wilden bezoeken, maar waar we nog nooit hebben gelegen. Vanaf De Blocq van Kuffeler kiezen we een bezeilde koers en zo komen we aan in De Nes. Dat is een voormalige werkhaven aan de zuidkant van de dijk naar Marken. Al van verre zie we de twee grote windmolens op de dam. Er is een aanlegsteiger, maar die is vol met vaste wildliggers: op de meeste daarvan staat als thuishaven Amsterdam. Wij ankeren in twee meter diep water, beschut voor alle windrichtingen, behalve zuidelijke. Later op de avond komen er nog twee mede-ankeraars binnen. Het is windstil en als de toeristenbussen terug over de dijk het eiland hebben verlaten, liggen we er mooi rustig.
De volgende dag drijven we naar de haven van Muiderzand, bootboodschappen doen bij Kniest. Daarna willen we aanleggen of ankeren bij de eilandjes richting Muiden. Alles vol. Ze liggen aan de kades twee- en driedubbel, kampeerders hebben de radio meegenomen en alle beschutte ankerstekken zijn bezet. Daar tussendoor racen rubberboten, sloepen en miami-vice-achtige glimmers. Dit is ons te veel van 't goede en we varen door naar het PEN-eiland.
Op de kaart staat dat deze kom verboden is, maar we hebben van diverse zeilers gehoord dat er toch altijd schepen liggen. Voorzichtigjes varen we richting centrale. 't Is niet overal even diep, maar wij scharrelen er goed doorheen. De ingang is door midden gedeeld met een damwand. Rechts is het verboden, maar aan de linkerkant staan geen borden. Met een bocht kom je dan in een kom, beschut tegen alle winden. Er liggen zo'n tien vaste liggers voor anker. Vermoedelijk komen sommige niet zo vaak bij hun boot, ééntje zijn giek hangt tussen de verstaging, het grootzeil is al weggewaaid, maar de zeilhuik zit nog aan één kant vast en doet nu dienst als wimpel.
Er is plek zat voor ons en nog zes andere bezoekers. Er zwemt een groep van meer dan vijftig Krooneenden rond. Van de A1, die er langs loopt, merken en horen we nauwelijks iets. We begrijpen waarom niemand aan de Dienst der Hydrografie doorgeeft dat het verkeerd op de kaart staat, het zou zonde zijn om de rust hier te laten verstoren door de groep die nu bij de eilandjes tussen Muiderzand en Muiden ligt. We blijven er twee nachten, om ons voornemen van één dag zeilen, één dag klussen, waar te maken.
Lelystad, 9-7-2013
Bij de grote sluis van Lemmer liggen al wat langer meer dan tien plezierboten te wachten. Wij naderen achter alweer een vrachtschip, dat natuurlijk voorrang heeft. De sluiswachter is het gejengel van die vrijetijds-vaarders zat, laat twee vrachtschepen in de sluis, verzoekt één broodvaarder om te wachten en sommeert het bootjesvolk om de rest van de kolk op te vullen. Gretig varen we allemaal op. Terwijl de zeilers voor de brug wachten, begrijpt een motorbootje dat hij onder de brug door kan.
We krijgen een groen licht onder het rode. De voorste zeilboot, een huurder, ziet hierin het sein: invaren. Helaas, de brug moet nog een stukje. Terwijl de windmeterschoepjes het peloton om de oren vliegen, wordt de kapitein van boot nummer drie beschoten door een windex-pijl. De huurder gooit de achteruit er op en gaat met de sluiswachter een discussie aan over lichtseinen. De achtervolgers moeten in de remmen. Dat geeft het motorbootje alle tijd om een extra ererondje te maken en met hun meertouwen een tweede aanval op de muurbolders van de sluis te doen. De huurder heeft het pleit verloren en is zijn borg kwijt: we kunnen weer in de vooruit.
De sluiswachter schreeuwt zijn stem hees: “Doorvaren, doorvaren.” Maar meerdere bemanningen laten hun éénmaal veroverde houvast niet meer los en doen alsof het geroep voor iedereen is behalve voor hen. Op een Bavaria, ook een huurder, zit alleen voor een meerlijn vast en de bemanning bewaakt die verbinding met hun leven. De kapitein denkt, de sluiswachter roept het immers, dat ie door moet varen en geeft gas. De bemanning hangt aan de veroverde muurverbinding en het schip zwenkt met de kont naar 't midden van de sluis, waar ik klaar sta met een stootwil. Voor knapt het touw en met nog een beetje gas er bij varen ze terug en rammen daar een solozeiler, die met opzet als laatste de sluis was ingevaren om een beetje buiten de hectiek te blijven.
“Blijf zo maar liggen”, roepen meerdere kapiteins, met in het achterhoofd hun mooi geverfde rompen. Intussen zijn onze voorburen een metertje opgeschoven en kunnen wij ook vast maken. Onder het schutten gaan achter in de sluis de verzekeringspapieren over en weer. Als de deuren naar 't IJsselmeer open gaan varen we snel weg, om ruimte te maken voor de botsboot om te draaien en de sluiskolk in de goede richting te verlaten.
Alle zeilen gaan omhoog en met ruime wind zien we al snel Lelystad opdoemen. Als Cees de marifoon overschakelt naar het Houtribsluizen-kanaal, komt er een stem door met de mededeling dat de brug over de sluis is gestremd. Een auto is bij de laatste brugopening door de rood-witte boom gereden. We meren af aan de wachtsteiger en zetten koffie. Lekker in het zonnetje wachten we kalm de vorderingen af. Soms zijn er van die dagen dat het sluiswachters ook niet mee zit.
Rengerspôlle, 2-7-2013
We zijn weer varende. Zaterdag zijn we met extra bemanningslid Gerke vertrokken. Hij weet wat je met een hengel doet en zelf heeft ie klompen, maar de combi brug/hengel/klomp blijft hij gek vinden. Oké, het geld moet in een klompje. Omdat ie weet dat wij geen klompen aan boord hebben, heeft ie zijn eigen van huis meegenomen. In Dokkum staat de brugwachter al klaar om de vijf Euro, ja boten zijn de enige vervoermiddelen die bij de poort van de stad tol moeten betalen, in ontvangst te nemen. Samen vangen we de klomp. Gerke gaat dat eens uitgebreid bekijken, intussen vaart het schip door. Gelukkig zijn brugwachters lenige mensen met lange armen.
De aanlegplaatsen onderweg zijn te ondiep, liggen al vol of hebben geen verbinding met de openbare weg. Ook bij Raard, onze vaste stekje, is de kade vol met drie forse sleepboten. Bij de Klaarkampsterbrug, geen bruggeld, is de hele oever en wachtsteiger vrij en is liggen mogelijk in overleg met de brugwachter. Door zijn raam geeft ie toestemming. Ik meen dat ergens in zijn antwoord het woordje even voorkwam, maar Cees heeft niets gehoord. Op het uiterste hoekje, met de voorpunt voorbij het riet stekend, settelen we om vier uur 's middags.
Als we onze kleinzoon met z'n mem hebben uitgewuifd, gaat Cees een tukje doen en loop ik een rondje. Rond zeven uur stapt de brugwachter op mij af. Wat de bedoeling is? Nou blijven liggen voor de nacht natuurlijk. Nee dat kan niet, ja om acht uur mag het tot negen uur morgenvroeg omdat de brug dan gesloten is, maar nu mag het nog even niet! Eerst haal ik maar eens diep adem, gaan we de discussie aan over hoe lang het woordje even is. Wijs ik hem er op dat er bijna niemand het laatste uur is langs gekomen, dat er vermoedelijk ook geen kop meer voorbij komt en dat dus al die meters en meters kade, behalve de tien meter die wij bezetten, vrij blijven? Ga ik zeggen dat ie niet zo moet zeuren?
Nee, je wordt tenslotte wat ouder en misschien iets wijzer. Al knikkend en buigend: “Oh wat jammer, dan heb we elkaar verkeerd begrepen. 't Is zo'n mooi plekje, anders moeten we door naar Birdaard en daar is het vaarwater zo smal. Misschien voor deze ene keer? Morgenvroeg voor negenen zijn we weg.” Hij strijkt zich over het hart en we mogen deze ene keer, alleen deze ene keer, bij hoge uitzondering blijven liggen. 't Is een brugwachter zonder klompje-afleiding!
Dokkumer Nije Silen, 25-6-2013
Een familie-weekend. Als we vrijdagmorgen van onze boot vertrekken, miezert het een beetje. Onderweg in de auto naar Lauwersoog worden de druppen steeds steviger. Onder de koffie met gebak in Zeezicht wordt het droog. Snel alle tassen en rugzakken op één grote hoop, met mij er bij als oppas. De rest gaat auto's parkeren en fietsen afladen. Dan begint het te regenen. Nee, geen gewone regen, stortbuien die maar niet willen ophouden. Zelf heb ik een paraplu, het hoofd blijft droog, maar mijn spijkerbroek kan ik uitknijpen. Ook de rugzak op mijn rug krijgt de volle laag. Over de tassenstapel gooi ik twee regenjassen. De bovenkant blijft droog, maar de riolering kan zoveel hemelwater niet verwerken en vormt een rivier om onze spullen van zo'n 10 cm diep.
Het regent zo hard dat ook de rest van de feestgangers doornat zijn geworden op 't stukje parkeergarage - tassenbult. Omdat we onze eigen fietsen meenemen, moeten we buitenom naar de loopplank van de veerboot. Geduldig blijven we voor 't gesloten hek staan. Natter dan nat kunnen we niet worden. De kaartjescontroleur bekijkt vanuit zijn hokje de lucht nog maar eens en komt tot de conclusie dat het voor de afvaart niet meer droog wordt en komt tenslotte toch maar het hek openen. “Kaartjes graag!” Als ik ze uit mijn rugzak pak zijn ze al nat en de huidige stortbui geeft ze de genadeslag. Het apparaat kan de streepjescode van de bestelde E-tickets niet meer lezen. Met de hand moet elk cijfertje worden ingetoetst. Geeft niet, natter dan nat kunnen we niet worden.
Op de boot naar Skiermûntseach drogen we een beetje op. Door de dikke druppen op de ramen zien we niets van de Zoutkamperlaag of de slenk naar de veerboothaven op 't eiland. Op de fiets naar het gehuurde huisje, het regent nog steeds, laten we het water weer in onze broeken en tassen trekken. Aan de Badweg vinden we ons logeeradres. Het is een 12-pers huis met aardig wat cv-radiatoren. We versieren ze allemaal. De rest gaat in de, gelukkig, aanwezige droger. Voor de broodnodige boodschappen laten we ons nog maar een keer nat regenen.
De volgende dag breekt de lucht zo nu en dan. Na een feestelijk ontbijt en het uitpakken van de 22 juni cadeaus, nieuwe Tomtom om naar Groningen te rijden voor een intiem dineetje en 's avonds kaartjes voor Youp van 't Hek, vertrekken we als de buien daar vallen. Via de Berkenplas en het Bunker-uitkijkpunt belanden we op 't strand. Als dan de regen weer volop hier valt, voegen de 3 mountainbikers zich weer bij de “jonge oudjes” die de kortere route fietsten. Het strandhotel is zo vol met “schuilers”, dat ze met een paraplu onder de doorlekkende parasols buiten zitten. Dit is kiezen tussen twee kwaden: dan laten we ons liever weer doornat regenen op de fiets dan hier zo te zitten koukleumen.
's Avonds als we bij het feestdiner met champagne klinken op het 40 jaar één voordeur delen, wordt het droog. Zondag zien we zelf de zon en worden we nat van 't zweet om op de schelpenpaadjes de duinen op en neer te karren. Maandag blijft de zon schijnen tijdens de koffie met alweer gebak in het nu lege strandhotel. Zelfs op de veerboot terug kunnen we door de ramen de zon zien. Tijdens het afsluitende patatje met kibbeling op Lauwersoog begint het wat te miezeren. Op het stukje lopen naar Antje C staat de kraan weer wijd open. Het hindert ons helemaal niet. We hebben een prachtig feestweekend gehad en de tassenbodems, een stuk dik karton in plastic verpakt, waren toch al niet meer droog te krijgen.
Dokkumer Nije Silen, 18-6-2013
Zaterdag voor een week, toen Cees nog even langs de bakker ging, vroeg ik hem om ook een taart voor Vaderdag mee te nemen. Zo gezegd zo gedaan. De volgende morgen verzorg ik voor hem een ontbijt op bed. Omdat de kinderen allemaal het huis uit zijn, heeft de andere helft de ontbijt-op-bed-taak bij Vader- en Moederdag op zich genomen. Cees mag nog even uitslapen en dan is de koffie klaar. We snijden de taart aan.
“Wat is Vaderdag dit jaar vroeg, hé?” “Ja en we hebben ook niks van onze kroost gehoord.” “Nee, ik weet ook niet of ze langs komen?” “Dat het nu alweer de derde zondag in juni is, gaat snel hé?” Het duurt even en het dringt ook maar langzaam tot ons door, dat Vaderdag toch echt een week later op 16 juni is! Dat wordt taart als toetje na 't warm eten. Bij de thee, bij de koffie en vanavond gebak in plaats van de boterhammen.
Dus vieren we dit jaar Vaderdag twee keer. Dat gedoe met eten in bed hoefde van Cees niet weer. Eén keer beschuitkruimels op bed vond ie genoeg. Gelukkig kwamen afgelopen zondag alle kinderen langs. Ze hebben de nieuwe verse taart helemaal opgegeten.
Senneroog, 11-6-2013
Afgelopen dinsdag is onze 15-daagse werkvakantie begonnen. Na de laatste “nog even dit en datjes” halen we de verse boodschappen. Het is de bedoeling om 'e Lauwersmar rond te varen, te klussen en ondertussen “Alles wat groeit en bloeit en ons altijd weer boeit” (titel van een radioprogramma, toen we nog heel jong waren) in de gaten te houden. Omdat we deze twee weken zelf-supporting willen blijven, zijn er ook pakken broodmeel aan boord. Op de middag gaan de touwen los.
Bij de eerste de beste vrije steiger, de laatste in 't Dokkumerdjip, leggen we aan. Na een boerennacht en late koffie start ik de computer op. We gaan deze dagen proberen basic te leven, maar in de praktijk kun je wel zonder de bakker maar niet zonder laptop en telefoon. Onze verbinding met de buitenwereld heeft kuren, het beeld blijft zwart. Bellen met de hulpdienst-zoon. Komt nog dezelfde avond. Terug naar de haven komt onze eer te na, dus terug naar de bocht bij de jeugdkampgebouwen en voor anker. Hij start allerlei controle- en reparatieprogramma's op en Cees brengt hem met de rubberboot terug naar de wal. 's Nachts bij tweeën maakt de laptop ons wakker met z'n bekende tingeltje dat ie is opgestart. Probleem opgelost.
Volgende ochtend door naar de steiger bij 't Marrekrite haventje. Aan de slag. Opbouw schoonmaken, poetsen en in de was zetten. Ramen schoonmaken en ventilatoren laten glimmen. Als Cees over de ingewaterde randen van de zonnepanelen antislip-tape vast plakt en kit, mag ik met twee fototoestellen de wal op. De dag is te kort om de zonnepaneelklus af te maken. Volgende dag verder plakken, maar 't waait nog al hard, toch maar terug naar de bocht en voor anker in de beschutting achter de bomen.
Telefoon: het pakje met bestelde flesjes Nano-was is aangekomen. Dat hebben we nodig. Op de wal is de romp al in de was gezet, maar dat moet nog met opbouw, luikenhoofd, dekranden, berghout en kuip gebeuren. Dan maar even met de rubberboot naar de kant, auto ophalen en omdat je dan toch onderweg bent, voor deze keer toch maar een brood bij de bakker meegenomen.
Weer op pad. De enige plek waar we op Senneroog, eerste steiger links, kunnen liggen is bezet. Terug naar de laatste steiger. De rest van die dag nemen we vrij. Al vijf dagen onderweg en niet verder dan een dikke kilometer van de haven gekomen. De luchthappers krijgen een nieuw kleurtje, de luikranden een opfrissertje en de ankerbak wordt helemaal leeg gehaald. Zondagmiddag hebben we een plekje op Senneroog veroverd.
Dokkumerdjip, 4-6-2013
Na twee drukke weken hebben we eindelijk weer vakantie. Kia is schoongemaakt en staat in de schaduw op 't parkeerterrein. Flipper is opgeruimd, van binnen en buiten gepoetst en heeft een plekje in de botenloods gekregen. Onze Antje C drijft weer.
Er moet nog veel gebeuren aan boord, maar we hebben alvast de haven verlaten om het echte vakantiegevoel weer te pakken te krijgen. We blijven zo-wie-zo een beetje in de buurt, over twee en een halve week moeten we terug zijn voor een familiefeestje. Daarna willen we richting IJsselmeer en verder zien we wel.
Vandaag hebben we het bootritme weer opgepakt. Morgen beginnen we met de klusjes. Het wordt een werkvakantie.
Dokkumer Nije Silen, 18-5-2013
Vandaag thuis gekomen in de haven. Onze kerstboom, intussen roodbruin gekleurd, is feestelijk versierd door de bemanning van de “Enya”. Wat een welkom!
Toch gaan we nog niet weer terug aan boord wonen. Flipper staat op 't gras, achter in de haven, naast het toiletgebouw. We blijven nog een poosje kamperen. Dinsdag na de Pinksteren gaat Antje C in de kraan en de wal op. Onderwaterschip in de antifouling, wat plamuren, bijverven en de romp in de was zetten. Er moet weer gewerkt worden.
Blitterswijck, 12-5-2013
Vandaag Moederdag. Vanmorgen eerst uitgeslapen. Toen ontbijt op bed met verse broodjes, door Cees op de fiets van de berg gehaald, en aardbeien met slagroom. Toen op m'n gemakkie wassen en aankleden. Daarna Flipper reisklaar gemaakt en vertrokken uit het Duitse Kreuzberg aan de Ahr.
Na windvlagen, slagregens en hagelstenen, ergens op een industrieterrein koffie gezet. Het gebak hadden we gisteren, vers uit de bakkerij, direct al opgegeten. Doorrijden naar Nederlandse bodem. Voorbij Venlo uit het boekje van ACSI een camping opgezocht. Dat is 't Veerhuys geworden.
Als de kinderen bellen staan de glazen en nootjes op tafel. Na onze tocht door het Eifelgebergte zijn we al die s-bochten van de bergen op en neer helemaal zat. De route langs Rijn, Moezel, Ahr en Maas, heeft het vaardersbloed weer doen kriebelen. Hoogste tijd om terug te gaan naar onze Antje C.
Irsental, Duitsland, 5-5-2013
Op de camping L'eau Rouge in de Belgische Ardennen ten zuidoosten van Spa, zien we alleen maar Nederlandse nummerborden. “Het is een beetje als thuiskomen”, zegt de eigenares. Nou dit willen we juist niet, dan waren we wel op de boot, met onze eigen wc en wasmachine met droger, gebleven. “s Morgens vroeg worden we gewekt door het racegeluid van circuit Francorchamps en 's avonds zitten we in de caravan. Dan kunnen de, dan al vrolijke campinggasten, op de naast ons gelegen baan oefenen in het schieten met pijl en boog. De Ardennen zijn ruig en de wegen hobbelig met veel hoogteverschil. Ons lokt meer het Eifelgebergte, dat glooiender is en meer vergezichten geeft. Hier zie je ook wat meer boeren en koeien, dat toch weer een beetje op thuis lijkt.
Gisteren, op 4 mei, zijn we doorgereisd naar het Duitse deel van de Eifel. Als je op vakantie bent, gaan al die speciale data een beetje langs je heen. Mijn vader leeft niet meer, maar ik denk dat ie wel even had moeten slikken en had gevonden dat we ook wel twee dagen later over de grens konden gaan. Maar wij brengen die verbroedering, waar op de tv zo over wordt gediscussieerd, in de praktijk en kamperen nu in de Duitse Eifel. Als iedereen zo ruim, rustig, ontspannen en midden in de natuur woonde als hier, was er altijd vrede. In onze boot hangt het geschilderde bordje: “De wrâld is goed, mar de minsken koene better"
Maar hier in het Irsental voor ons geen rust. Dit is het “Tal der 1000 Schmetterlinge” Volgens de folder zijn er 80 vogelsoorten, 1000 kevers en meer dan 400 tweevleugeligen. Plus de, nog maar een paar jaar geleden, aan komen lopen/zwemmen Bever. Gelukkig is het nog geen hoogseizoen, eind april lag hier nog sneeuw, de ramen en deur kunnen open en buiten zitten kan nog zonder insectenbeten. Overdag leest Cees een boek onder de luifel en zwerf ik door het dal. Tegen de schemer gaan we met z'n beiden op jacht. De tweede avond laat de Bever zich van zijn goede kant zien. Zwemt een rondje, eet wat schors zodat we zijn klauwen kunnen bekijken en kijkt ons aan met een blik van: en nu opgehoepeld. Dat doen we. Morgen richting Luxemburg.
Nispen, 28-4-2013
Terwijl wij het vakantiegevoel weer te pakken hebben, blijft onze TomTom last houden van stress. Toen ie bij vertrek aangaf dat we van Buitenpost naar Blauwforlaet over de ventweg, die is er niet ook nooit geweest, reden en steeds heen en weer wipte, dachten we nog dat ie vrolijk was dat we weer onderweg waren. Toen ie op de weg van Lelystad naar Enkhuizen geregeld van de hoofdweg naar het water hipte en daarna riep rechtsaf en net zo vrolijk weer de goede rijstrook nam, keken we vreemd op. Maar echt zorgelijk werd het pas toen ie op de terugweg op de rondweg om de Tweede Maasvlakte, deze weg is nog zo nieuw dat ie 'm niet kan kennen, aangaf rechtsaf te gaan. Dat hebben we niet gedaan, dan waren we in Engeland uitgekomen.
Een jaar geleden is deze onrust al begonnen met werkweigering. Uitgaan deed ie met plezier maar beginnen met werken was er niet bij. Toen tenslotte geen enkel trucje meer hielp waren er nog twee mogelijkheden: recyclen of zelf opereren. Dus een schroevendraaier er bij. Voorzichtig alle inwendige uitgespreid en onder het aan/uit knopje een stukje dubbelgevouwen sticker met de klevende kant naar buiten, met een pincet er in gepriegeld. Terwijl ie nog open lag, riep TomTom ons al een welkom toe. Nadeel is nu wel dat hij altijd aan staat en dus steeds in het stopcontact moet blijven. Uit ervaring weten we dat als we de auto niet gebruiken, het meer dan drie dagen duurt voor de auto-accu leeg is.
Voor vertrek hebben we onze TomTom nog geüpdatet. Hadden we niet moeten doen. Nu komt ie zo'n 50 meter achter ons aan. Begint ie over afslaan, dan zijn wij al op 't kruispunt. Zit ie nog op de rotonde, zijn wij er al weer af. Vragen we om de kortste route, laat ie ons afslaan op viaducten en schuwt niet oprijlanen van buitenhuizen als doorgaande wegen uit te zoeken. Voeren we een straat met huisnummer in, dan speelt ie het spelletje ik zie wat jij niet ziet en roept: “bestemming bereikt”, terwijl we alleen nog maar warm zijn. Stiekem denken we dat in deze tijd van teruglopende verkopen, onze TomTom zo geprogrammeerd is dat ie er op aan moet sturen dat we een nieuwe zullen gaan kopen.
Dat gaan we niet doen. We zijn aan onze TomTom gehecht, want hij heeft twee grote voordelen. Hij dwingt ons door al die onvoorspelbare acties om heel alert te blijven. De wegenkaart komt weer op schoot en de richtingaanwijzers zijn dubbel belangrijk geworden. Tegen zoveel hersengymnastiek kan de geheugentrainer van omroep Max niet op. Verder geven we hem altijd de schuld, als we verkeerd rijden, een doodlopende weg inslaan of een camping niet kunnen vinden. Foeteren we beide eens uitgebreid op 'm en dat lucht op. Hebben Cees en ik nooit ruzie.
Lelystad, 21-4-2013
Na de koffie hebben we vanmorgen Flipper achter Kia gehaakt. Luitzen z'n mast staat weer op de boot, het nieuwe stoomlicht brandt en de apparatuur boven in de mast geeft gegevens naar onderen door. Popke is geslaagd voor zijn examen, de taart was lekker. Jitske, Gerdjan en Gerke zullen bij harde wind of extra hoog water een oogje in het zeil van onze Antje C houden. We kunnen weer.
Via een broodje op parkeerplaats De Wiel aan de Tsjûkemâr zijn we naar Lelystad gereden. Hier even buiten de stad vlakbij de Oostvaardersplassen blijven we één nachtje op camping 't Oppertje. Morgen gaan we in 't natuurgebied een mooi plekje zoeken. Op ons gemakkie koffie drinken, krantje lezen en een stukje lopen.
Daarna willen we via de Markerwaarddijk midden door het IJsselmeer naar de Noordzeekust reizen. Verder is de planning om door Zeeland naar de Ardennen te trekken, maar dat kan ook zo maar weer veranderen. Natuurlijk ijs en weder dienende.
Dokkumer Nije Silen, 12-4-2013
Vandaag tijdens een dikke regenbui weer in de haven aangekomen. We blijven een weekje om de noodzakelijke verplichtingen na te komen: bejaardenhuisbezoekjes, papierwerk en er moet op een mast nieuwe apparatuur geplaatst worden. Flipper hebben we op het beton bij het verwarmde toiletgebouw gezet en met twee stroomkabels kunnen we net onze eigen elektriciteitsmeter aan het eind van de steiger halen. We blijven in de caravan wonen, hoeven we voor die paar dagen al onze spullen niet terug aan boord te slepen.
Het neerzetten van Flipper was zo gepiept. Aan de ene kant uitzicht op het ingangshek en aan de andere kant water. Op de campings heeft het kiezen van een plaats heel wat meer voeten in de aarde. Bij aankomst melden bij de receptie: “Heeft u gereserveerd?” Nee, we komen op de bonnefooi. “Loop de camping maar even rond om een plaats te kiezen.” Daar hebben we dus geen zin in, hebben al een paar uur in de auto gezeten, onderweg een stuk gelopen of de fietsen gepakt en nu willen we rust, koffie en schotel-tv.
We blijven boot-mensen. Stel je voor dat je een jachthaven invaart en de havenmeester zegt: “Welke box had u gewild willen hebben? Loopt u maar even op uw gemak rond en kies een mooi plaatsje.” Nee die zegt gewoon: daar, boxnummer zoveel, stroom en water op de steiger. Natuurlijk als je meerder dagen op één camping blijft staan, wil je een mooi plekje, maar voor één nachtje doen wij niet zo veel drukte. Vriendelijk vraag ik dan ook: “Werkt u hier al lang op de camping? Ja? Nou dan weet u vast wel wat het mooiste plekje op uw camping is, geeft u dat maar.” Meestal lukt dat, maar een enkeling neemt wraak: “Neem auto en caravan maar mee en zoek in die hoek, meestal de verste, maar een plaatsje. Komt u dan maar terug naar de receptie met het nummer.” Moet de koffie toch nog wachten!
Morgen gaat de mast van Luitzen z'n boot. Er moet een nieuwe windex en, voor het wedstrijdzeilen de onmisbare, elektronische wind/snelheid/richtingsmeter op. Zodra de mast weer staat, de dienst belastingen tevreden is en de dokter onze eigen apk-keuring heeft verlengd, gaan we nog een paar weken flipperen.
Zuna, 5-4-2013
Zuna, 7 boerderijen en een camping, ligt ten noorden van Rijssen, en die plaats ligt weer ten oosten van de Sallandse Heuvelrug. Dat is precies waar we moeten zijn om de laatste Korhoen van Nederland te zien. In de auto trekken we er op uit. Met de fiets mag je overal komen, maar 't is ons te koud en eerlijk gezegd, de Holterberg heeft een beetje te veel helling.
Met de auto mag je niet veel. Ja, als je ouder dan 65 bent, maar wij zijn er juist zo trots op dat we nog zoveel jonger zijn. Ook als je gehandicapt bent mag je op de zandpaden rijden en gebruik maken van de parkeerterreintjes in 't natuurgebied. Wij mogen alleen over de asfaltweg en onderweg nergens parkeren. Met een speciale vergunning van de gemeente had het ook gekund, maar daar is het nu te laat voor. Daarom stellen we ons tevreden met die ene weg en rijden een paar keer op en neer.
Als het al dik na enen is, wordt het de hoogste tijd voor ons twaalfuurtje. Stout als we zijn, kiezen we een plek met uitzicht over de hei, steeds oplettend of we het zwarte Korhoen-mannetje ergens zien opduiken. We staan er nog maar net of er komt een auto, met achter het stuur een man in een officieel pakje, het parkeerterrein op. Nu komt de acteercursus, jaren terug op de Mavo voor de jaarlijkse toneelavond, van pas. Een beetje moeilijk lopen, een knikje naar meneer en we hebben het hele parkeerterrein weer voor ons alleen.
De veredelde zwarte “kip” hebben we niet gezien. Hopelijk hebben we morgen meer geluk. Gaan we naar de Duitse Zwillbrocker Venn voor de Flamingo en dan door naar de steengroeve van Winterswijk om met de Oehoe de lente te beleven.
Lúnbert, 31-3-2013
Het vriest 's nachts nog tussen de 2 en 5 graden, maar we hebben afgelopen week toch Flipper reisklaar gemaakt. Gelukkig scheen overdag de zon volop zodat de ramen opengegooid konden worden. Toen Cees de watertank, boiler en kranen met schoon en fris water had doorgespoeld, zat er de volgende morgen een mooi ijspegeltje aan onze caravan-waterkraan. We zijn afgelopen vrijdag, met twee extra dekens, vertrokken.
Niet dat we al ver gevorderd zijn. Via De Pomp en een etentje met oude schoolvriendinnen blijven we de paasdagen in Lúnbert. Daar moet nog geholpen worden bij het isoleren en met hout bekleden van een zijmuur van het hok en het afwerken van de ramen met een vensterbank. Popke heeft ons een lekker paasmaal voorgeschoteld. In eieren verven hadden de mannen geen zin en het zoeken van de eieren hebben ze aan mij overgelaten.
In natuurgebied De Deelen, zo'n drie kilometer hier vandaan, vond ik een nest met vier van de Grauwe Gans. Er zijn volop broedende ganzen in het gebied, maar die hebben hun nesten gemaakt op ontoegankelijke stukken, omringd door water. Deze gans was vermoedelijk een nieuwkomer, maakte haar nest direct naast het looppad. In de afgelopen koude winterse dagen zullen er niet veel wandelaars zijn langs gekomen, maar nu in de vrije paasdagen is het druk met gezinnen en honden. Ze moet veel te vaak de lucht in. De volgende dag is het nest leeg en de gans gevlogen.
Dinsdag willen we weer verder trekken. Zo'n beetje de richting van de Sallandse Heuvelrug en Limburg op. Daar zitten ze tenslotte een stuk dichter bij de evenaar dan wij hier in het hoge noorden. Zal het daar ook wel wat warmer zijn.
Dokkumer Nije Silen, 15-3-2013
Midden maart en we liggen al weer twee dagen in het ijs. Het ijs is nog niet zo sterk dat we direct aan een Elfstedentocht denken, maar het is toch dik genoeg om Meerkoet en Wilde Eend te dragen. Door de harde oostenwind is het winterkoud en lijkt de lente heel ver weg.
Met zo lang nog nachtvorst, moet onze dieselkachel overuren maken. Als het niet vriest gaat de kachel 's avonds om elf uur uit. Cees staat dan 's morgens om zes even op om hem weer aan te zetten en als we dan opstaan voor 't ontbijt of de koffie, is het lekker warm in de kajuit. Met gemiddeld zo'n 600 liter dieselolie kunnen we het koude seizoen doorkomen, maar deze maartse winternachten hebben een grote aanslag op onze dieselvoorraad gepleegd.
Elk voorjaar moeten de dieselolietanken leeg zijn. Zodra het wat warmer wordt gaat de boot de wal op, onderwaterschip behandelen, ophaalbaar zwaard, anodes en schroef controleren. De kraan hier in de haven kan 20 ton hijsen. Zo gewichtig zijn we niet, maar dan moeten wel alle tanks leeg zijn, dus ook de dieselolietanken. Dit jaar zien we ietsje te vroeg de bodem. Omdat we ze zo leeg mogelijk willen houden, nemen we als we gaan tanken met de auto, ook drie tien liter jerrycannetjes extra mee.
Zo halen we de week op de wal wel, we gaan tenslotte eerst nog met Flipper op pad. Flipperend naar reisbestemming Spanje is uitgesteld tot het najaar. We blijven een beetje in de buurt. Zal wel het Drie-landen-punt worden, kunnen we alle kanten op.
Dokkumer Nije Silen, 28-2-2013
Het is een mooie dag, de zon schijnt. We doen een auto-rondje om 't Lauwersmar. Kijken of er nog ergens vreemde vogels te vinden zijn. Nou is het zoeken naar iets bijzonders op een zonnige dag niet zo moeilijk. Zodra je meer dan twee auto's bij elkaar ziet staan met van die camouflage toeters uit het raam, is er wat te zien.
Bij het Nieuw Robbengat, die uitloper van 't meer tegenover de windmolen van het militaire oefenterrein, staan er zelfs zes fotografen op een rij. We sluiten aan. Dat moet haast wel om de IJseend gaan. Al weken wordt er op Lauwersmeer.com melding van gemaakt, maar op onze speurtochten heeft ie zich nooit laten zien. Ook nu zien we haar, 't is een vrouwtje, niet. Met de verrekijker volg ik de richting van de lenzen en kom uit vlak naast onze auto. Daar zwemt en duikt ze, op nog geen tien meter van onze auto, zo dichtbij dat de lage begroeiing haar aan 't zicht onttrekt.
De auto weer starten en tikje terug, is altijd een hachelijke onderneming met zoveel medespotters. Als je de vreemde vogel met 't motorgeluid wegjaagt, kun je je beter uit de voeten maken of je moet graag scheldwoorden willen bijleren. We wagen het er op en het lukt. Een vrouwtjes IJseend, mooi in beeld: een nieuwe soort.
Verderop staat weer een rij teletoeters. Het gaat om een Nonnetje-echtpaar. We slaan ze over. Volgende keer gaan we met bewolkt weer op pad. Zo met elkaar vogels kijken krijgt het wat dierentuin-achtigs. Het is spannender om zelf iets te ontdekken. Heb je 't idee dat die vogel alleen voor jouw fototoestel paradeert.
Dokkumer Nije Silen, 15-2-2013
Heb al twee weken helemaal niets aan de site gedaan. Dat is de schuld van mijn blindedarm. Omdat ie pijnlijk opstandig werd, moesten onze wegen zich scheiden. Geen probleem, routine operatie. De complicaties daarna had ik liever overgeslagen.
Cees zegt soms dat ik kattig reageer. Hij heeft gelijk, ik ben een kat. Proefondervindelijk is bewezen dat ik meerdere levens heb.
Ook de fototoestellen en lenzen zijn hun tassen en etuis niet uit geweest. Voor hun zit de vakantie er bijna weer op. Langzaamaan steek ik mijn kop weer boven het maaiveld. Het vertrek van onze trip met Kia en Flipper naar Spanje wordt een paar weken uitgesteld.
De Pomp, 31-1-2013
Net terug van een paar dagen Texel. Alles gehad: stormachtige wind, dikke regenbuien en extra hoog water. De vogels waren zo verstandig om zich goed te verbergen: weer geen nieuwe soort gezien. Nu wonen we een paar dagen op De Pomp. We hebben van onderkomen geruild; zij uitwaaien op Texel en wij zorgen voor paarden, honden en katten.
Het vogelvoer-etend mysterie in de jachthaven is nog niet helemaal opgelost. Ik heb lege groene netjes, met kerstboomtak en wit lintje, terug gevonden op 't grasveld, maar ook aan de overkant van het water. Dat betekent dat onze nachtelijke gast kan zwemmen! In de sneeuw van een week terug was een duidelijk spoor te zien van een beest op vier poten met een kale staart. Dit daderprofiel beperkt de mogelijkheden tot Muskusrat, Beverrat, Bruine Rat of Woelrat.
Het lijkt een beetje vreemd, dat één rat zoveel honger kan hebben, dat ie in één nacht 15 vetbollen op kan. Dus heeft ie die nacht hulp gehad van een andere vetsnoeper, of hij heeft een hele grote familie. Het is gezellig als er in de haven meer overwinteraars zijn, maar wij hebben onze voorkeuren. Het is geen prettig idee dat een rat met onze witte lintjes een warm nestje, met volop voedsel voor de deur, heeft gebouwd. We zijn gestopt met vogelvoer ophangen.
Dokkumer Nije Silen, 15-1-2013
Het leven gaat in het nieuwe jaar al weer zijn gewone gangetje, de luie feestweken zijn voorbij. De kerstspullen zijn weer ingepakt, maar de kerstboom buiten laten we nog een poosje staan. De boom was een beetje kaal en daarom hangen er, aan mooie witte lintjes met blauwe sterretjes, voor de vogeltjes, 16 vetbollen in. Verscheidene mezen komen een hapje mee-eten, maar een nieuwe soort zit er nog niet bij.
Zodra we opstaan, gaat de blik naar buiten, benieuwd wie er nu weer in onze boom zitten. Ook die morgen. Ik kijk nog eens goed. De hele boom is leeg. Ja, er hangt nog één lintje met daaraan een door de Houtekster leeggegeten groen netje, maar de andere 15 bollen zijn in één nacht allemaal verdwenen. Bij de boom is ook niks terug te vinden. Ik kijk om me heen. Bananasplit? Een humorvolle mede-havenbewoner? Ik zie niemand. Alleen aan de overkant van het grasveld ligt een stuk tak met een lintje en leeg netje. We zijn hier in de haven toch niet een hele grote muizenfamilie aan het voeren?
Nieuwsgierig als we zijn, komen er tegen de avond vier broodjes, verantwoorde bruine grove volkoren, in de boom te hangen. Onze bewegingsmelder, die normaal in de achterstag hangt, er voor op de grond en zelf zit ik op 'e bureaukruk aan de warme kant van de kajuitdeur. Zodra het licht aangaat, ren ik naar het raam en tuur naar buiten. Boomtakjes bewegen zwakjes in de wind, maar niets wat aan een broodje knabbelt. Na drieën in de nacht wint de slaap het van de nieuwsgierigheid. De volgende morgen is de boom weer leeg. Ook de door ons opgehangen maïs en vetbollen aan de overkant van het water zijn weg. Het zijn toch geen ratten?
We proberen het nog eens met broodjes, witte deze keer, met daaraan een dun touwtje, dat over de zeerailing naar het voorluik, boven ons bed, gaat. Op 't eind hangen we kerstklokjes. Cees speelt even voor nachtelijke bezoeker en ik controleer het effect binnen in de boot. Het touwtje blijft niet strak staan en 't geluid is te zacht. En zo komt het dat we die nacht slapen met boven ons hoofd een kerstkrans. Normaal hangt deze met rinkelende belletjes versierde krans in de kerstdagen buiten op de deur. We komen wat moeilijk in slaap, je blijft toch op die krans letten. Alarm! Snel naar het kajuitraam! Niets! Een vlagerige noordwesten wind is opgestoken en een schommelende Antje C rinkelt met de belletjes. Een nacht met koude tripjes naar het raam en weinig slaap volgt. De broodjes hangen er de volgende morgen nog. Zou het een slim marterachtig dier, zoals een Wezel of Hermelijn zijn, die het touwtje naar de boot wantrouwt?
Lange tijd om er over na te denken is er niet: ik heb beloofd een dag te helpen met behangplakken op De Pomp. Het is al donker als ik over de steiger naar de boot terug loop. Onderweg controle van broodjes en systeemtouwtje. Ik ben moe na zo'n slapeloze nacht en een dag hard werken. We kruipen vroeg in bed. Als ik wakker schrik, ligt de kerstkrans naast me op het kussen en hangt het touwtje slap. Het is al licht en de klok heeft twee cijfers nodig om de uren aan te geven. De broodjes zijn weg. Onze tegenstander is een sluwe. Zou het een vos zijn? De komende nachten ga ik in het vooruit slapen en een nieuw plan van aanpak bedenken.
Abonneren op:
Posts (Atom)