Lúnbert, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 30-12-2008

Hearrenfean
De silers fan de "Antje C" winskje eltsenien in goed útein
en in tige lokkich en sûn 2009 ta.

Grins, Groningen; Pauillac, Frankrijk, 23-12-2008

Groningen

Noflike Krystdagen en in protte Lok en Seine yn it Nije Jier!


Prettige Kerstdagen en een Gelukkig Nieuwjaar!



Joyeux Noël et une Bonne Année!

Merry Christmas and a Happy New Year!

Frohe Weihnachten und ein Glückliches Neues Jahr!

Pauillac, Frankrijk, 16-12-2008

Pauillac, Frankrijk
Vorige week zei ik nog dat er niet zo veel te beleven was in Pauillac, maar deze week was het een drukte van belang in en rondom de haven.

Donderdag kwam de marine met twee boten en verschillende kleinere raceboten aan. De reddingsmaatschappij was groot vertegenwoordigd en ook op de wal kwam een bus met hoge heren en dames aan. We hadden geen idee wat er ging gebeuren. Tot er zo’n tien tweepersoons kano’s vanaf de riviermonding onze richting op kwamen. Bemand met Engelse en Franse militairen werd er een roeiwedstrijd gehouden naar Bordeaux. Watertemperatuur zes graden.

Elk jaar op elf december wordt deze race georganiseerd, ter nagedachtenis aan een vergelijkbare tocht in de tweede wereldoorlog. Een commando roeide toen de Gironde op naar Bordeaux, om explosieven te plaatsen op Duitse schepen daar in de haven. Slechts twee personen bereikten Bordeaux en konden de aktie succesvol afsluiten. Voor diegenen die daarbij zijn omgekomen is deze jaarlijks terugkerende roeierij een eerbetoon.

In het weekend was het de beurt aan 130 auto’s in de Rallye National du Medoc. Via een te zoeken route vanaf hun startplaats, kwamen ze zaterdagavond bij ons voor de haven aan. Met een enorme aanhang, die zorgde voor de barbecue, meerdere stokbroden en de bijbehorende wijnen en andere versnaperingen, was de haven druk gezellig.

Als er zoveel deelnemers zijn, moet er natuurlijk de volgende morgen vroeg gestart worden. Die auto’s maakten meer kabaal dan alle feestvierders bij elkaar. Normaal mogen ze dan ook niet op de openbare weg rijden, met deze uitlaten. Na een rit hier in de omgeving, volgende de tweede startprocedure. Wij hadden het na een poosje wel gezien en hebben de uitslag niet afgewacht. Met onze eigen auto zijn we naar het strand gegaan.

Onderweg hebben we de laatste foto’s gemaakt voor de verzameling rotondes. De watertorens begonnen al weer te vervelen. Benieuwd welk onderwerp we hierna zullen oppakken.

Pauillac, Frankrijk, 9-12-2008

Pauillac, Frankrijk
Het dek is glad! Vanavond is de eerste keer dat de temperatuur rond het vriespunt schommelt. Als voorteken worden dan het teakhout en de gangboorden wit. Voorzichtig schuivend en houvast zoekend, glijden we naar de deur. Het moet elk jaar toch weer even wennen, die ijsvloer. Maar het vriest nu ook weer niet zoveel, dat de schaatsen uit het vet moeten.

Afgelopen zondag was het een lekkere, warme dag. Toen we er met de auto op uit wilden, zagen we de reddingsboot aankomen. Aan een lange lijn sleepte hij een motorboot, die duidelijk een Nederlandse vlag voerde. Dan maar even wachten, je bent toch nieuwsgierig. Toen er ook nog Harlingen op de spiegel te lezen was, wilden we er alles van weten. Nu ligt de boot vlak achter ons. Hij is verkocht aan een Fransman, en die had nog geen geld geïnvesteerd in een Franse vlag, de Nederlandse was nog als nieuw.

En zoals zo vaak, in hogere golven, waren er problemen met de dieselolie. Ik denk water of bacteriën in de diesel, en dan wordt het moeilijk om de motor te laten lopen. Gelukkig deed de motor van onze auto het wel. We hebben een rondje kastelen en wijngaarden gemaakt. Nu de druiven zijn geplukt en de bladeren afgevallen, wordt er alleen nog gesnoeid en paaltjes met geleidedraden gecontroleerd. De rust is op het platteland teruggekeerd.

De mensen trekken allemaal naar de steden voor het noël-gebeuren. De markt hier in de village was sobertjes. De kerstman, waarmee je op de foto kon, was wel erg jong en mager. De kerststal was nog leeg en werd gebruikt voor het vertellen van het kerstverhaal. Verder hadden de plaatselijke winkels een tent met daarin wijn, bloemen, snoep of gepofte kastanjes. Pauillac is niet één van de rijkste steden in deze omgeving. De geldprijzen voor het mooiste met lichtjes versierde huis kan de sfeer misschien wat opkrikken.

Deze week gaan we wel een dag naar Bordeaux, daar zal wel meer te beleven zijn.

Pauillac, Frankrijk, 2-12-2008

Pauillac, Frankrijk
Voor de Fransen stond deze week in het teken van de verkiezingen voor het “collège”, morgen op drie december. En van het voorbereiden van alle kerstmarkten, die in elke stad het aankomende weekend worden gehouden. Wij hebben de week doorgebracht in de lappenmand. Nu weten we wel, dat een week ziek na een verjaardag kan betekenen dat het een bijzonder feest was, maar in dit geval zoeken we de oorzaak in het één of andere virus.

Op zich is het vreemd dat de mensen hier dan niet allemaal ziek zijn. Een begroeting is niet klaar met een hand geven; nee, er moet ook gezoend worden. Staat er een rij van meer dan vijf personen voor de kassa, komt er een kennis binnen. De caissière staat op van haar stoel, wacht tot de betreffende persoon vanaf de ingang bij haar is, zoenen, op hun gemak even een praatje en vervolgens gaat ze weer zitten om eerst aan de volgende klant uit te leggen, wie het was. De eerste keer denk je nog: zeker een bijzonder iemand, maar dan wonen er wel heel veel bijzondere mensen in Pauillac. Volgens ons komen stress-klachten hier niet voor bij het personeel, alleen bij de klanten.

Onze magen en darmen werken even met de Franse slag. We kuchen, je kunt wel zeggen blaffen, wat af en snotteren heel wat zakdoeken vol. Het halen van het dagelijkse stokbrood is er al een paar keer bij gebleven. Toch hebben we niet veel gemist, het heeft drie dagen geregend. De temperatuur kwam nauwelijks bij de tien graden. Twee nachten stormachtige wind, die dwars op de boot stond maakten deze week compleet.

Maar vandaag schijnt de zon en is het direct op het warmst van de dag meer dan 18 graden. Dan kun je niet binnen blijven zitten.

Pauillac, Frankrijk, 25-11-2008

Pauillac, Frankrijk
We zijn in feeststemming. Nee, niet vanwege Sinterklaas. Die is ons voorbij gevaren; terwijl hij op zijn bootreis vanaf Spanje toch dicht bij ons langs moet zijn gekomen. Nee, de kapitein is jarig!

Eerst moet er schoon schip gemaakt worden; we krijgen een logé. Zowel binnen en buiten wordt er gepoetst. Opruimen neemt echter de meeste tijd in beslag, we worden zo met z’n beiden wel een beetje heel erg gemakkelijk. Het logeerbed gebruiken we normaal als rommelhok, en nu moeten al die onmisbare, nauwelijks gebruikte, toch nuttige dingen een andere plaats hebben. En het liefst een definitieve plek.

Dan volgen de boodschappen. Cola, taart en kaarsjes zijn geen probleem, elke supermarkt heeft genoeg keus. Pinda’s en chips precies zo, maar toastjes of crackertjes wordt moeilijker. Daar zullen ze ook wel stokbrood voor gebruiken. Natuurlijk moet er ook een cadeau komen. Wat geef je een rentenier; pantoffels, zit ie er altijd warmpjes bij.

Popke kwam op donderdag, ’s avonds rond negen uur. Hij bleef tot maandagmorgen; het waren drie geweldige dagen. Jammer dat jeugd, met te veel vrije tijd, de radioantenne van zijn auto heeft gesloopt. Zondag hebben we in Bordeaux een nieuwe gekocht; de koopzondagen voor Kerst zijn al begonnen.

Een bezoek aan je vader en moeder is niet alleen eten, drinken, winkelen, op stap en buiten de deur eten. Er moet ook gewerkt worden. Onze computers doen niet altijd wat wij willen, en het werd weer hoog tijd dat er een deskundige bij kwam. Skype doet het nu weer, in het fotoprogramma Picasa is orde op zaken gesteld en er is ruimte gemaakt op de één of andere schijf voor nog meer foto’s. Nu kunnen we wel weer een tijdje vooruit.

Pauillac, Frankrijk, 18-11-2008

Gironde, Frankrijk
Gisteren hebben we de rechter, vanaf de oceaan komend de linker, oever van “onze” rivier verkend: de Gironde. Omdat het de grootste rivier van Zuid Frankrijk is, met een breedte van meer dan 10 km in de monding, is het van oudsher een belangrijke verbindingsweg. Dit vind je terug in de opgraving van een Romeinse stad, twee forten van Vauban, grotten, kerken en het ontstaan van Bordeaux; toch één van de grotere steden van Frankrijk.

Tegenwoordig bestaat de bedrijvigheid uit twee pontverbindingen, verscheidende rondvaartboten en een enkele vissersboot. Per dag varen er gemiddeld twee zeeschepen de rivier op. Vanwege het tij en de beperkte diepgang, kunnen de grotere schepen alleen bij hoogwater in en uit het industriegebied van Bordeaux komen.

De Gironde is eigenlijk een 635 km2 groot estuarium van twee rivieren: de Dordogne en de Garonne. De Dordogne ontstaat op 1680 mtr hoogte in het Centaal Massief, uit de stroompjes van de Dor en de Dogne. Na 490 km mengt het water zich ten noorden van Bordeaux met dat van de Garonne. Deze is 647 km lang en ontspringt op een hoogte van 1870 mtr in de Spaanse Pyreneeën.

Kenmerkend voor zo’n estuarium is het ondiepe water. De bruine kleur geeft al aan hoeveel zand het water van boven meeneemt. Trouwens niet alleen zand, maar ook boomstammen en wat er verderop allemaal meer over is. De vaargeul moet geregeld worden uitgediept; de gele zandzuiger hoort al acht weken bij ons uitzicht. Verder geven de vele wrakken en kleine eilandjes aan dat het oppassen is bij het varen hier.

De oevers bieden een grote verscheidenheid aan bomen en planten, maar wij missen de vogels. Op een enkele zeevogel en witte reiger na, zijn er alleen wat torenvalken en heel veel spreeuwen. Deze laatsten, de “protters”, proppen zich vol met de overgebleven druiven en gaan dan slapen op het eilandje in de rivier, tegenover onze jachthaven. Het zijn er zoveel, in zulke grote wolken, dat wij denken dat die autoreclame voor Citroën hier is opgenomen. Dus elke avond dek nalopen en rode vlekken verwijderen.

Pauillac, Frankrijk, 11-11-2008

Aquitaine, Frankrijk
Om een uur of elf vanmorgen, gingen we even “een bakje doen”. Op de wal voor de burgemeester zijn “mairie” klonk tromgeroffel. Wij nog zeggen van wat besteden ze hier een aandacht aan St. Maarten; zien we dat het voornamelijk mannen zijn met vaandels en medailles op de borst. Elf november, precies om elf minuten over elf en dan negentig jaar terug: einde van de eerste wereldoorlog.

Voor Frankrijk betekent dat een vrije dag, winkels na één uur dicht, herdenking op het stadhuis, kerkdienst en kranslegging. Als we op tv het officiële landelijke gedeelte volgen en dan verhalen horen van meer dan acht miljoen Europese doden, begrijpen we pas waarom er hier zoveel monumenten zijn. Elk dorpje, hoe klein ook, moet wel inwoners in die oorlog hebben verloren. Op de meeste plaquettes staan meer namen van gesneuvelde soldaten uit de eerste dan uit de tweede wereldoorlog. Gelukkig voor de veteranen was het een mooie, droge dag.

De rest van de week was het regen met zo nu en dan een waterig zonnetje. De herfst-zeilwedstrijd is pas op de derde zondag doorgegaan. Die dag was er redelijk veel wind. Storm hebben we niet meer gehad, die hebben we doorgestuurd naar Nederland.

Slechts één nacht zijn we een paar keer uit ons bed gekomen, maar dat was om tv te kijken. Als ze in Amerika zoveel lef hebben om een gekleurde president te kiezen, dan willen wij wel een nachtje opblijven. Toen om half zes duidelijk was dat Obama had gewonnen, hebben we ons bed opgezocht. De koffietijd van woensdag is een middag-bakje geworden.

Pauillac, Frankrijk, 4-11-2008

Pauillac, Frankrijk
Het is alweer november en de herfst is hier nu echt begonnen. Van de zeven dagen deze week heeft het zes geregend. Het is gewoon “skier” over het water. Daarbij viel de wind mee. Alleen in de wat steviger buien trok hij aan naar een dikke 7. Uit alle richtingen werden we getrakteerd; alleen die uit het oosten vinden we minder. En wat je niet wilt hebben, komt nooit op een goed moment.

De oostenwind trok aan tot stormachtig, ’s morgens om vier uur, bij hoogwater. De golven kunnen dan hoogte opbouwen in de haven en duwen ons op de steiger. Vijf extra stootwillen later en helemaal doorweekt konden we het elektrische kacheltje opzoeken. Als na twee uren de eb begint te lopen, is het grootste leed geleden en kruipen we weer onder de wol. Het was nog lang koud.

We blijven dus, buiten het verplichte stokbrood per dag, lekker aan boord en besteden onze tijd nuttig. Elke dag één boek gelezen. O ja, we hebben ook nog een klusje gedaan. Gordijntjes was onze boot nog niet rijk. Of we vonden de railtjes te groot, of de kleur was niet goed, of de stof was niet naar de zin. Nu we langs de promenade liggen en het ’s avonds steeds eerder donker wordt, hebben we toch wel wat inkijk. Provisorisch zijn er aan de walkant gordijntjes gemaakt. De naaimachine ging kapot en de stof die we gebruikt hebben was eigenlijk bedoeld voor windvangers, tijdens warme dagen, boven de luiken.

Vanuit de auto, we hebben een hekel aan nat worden, hebben we foto’s gemaakt van de architectuur in de omgeving. Om bij onze belangstelling voor water te blijven, zijn het watertorens geworden. Er zijn er genoeg, maar het is best moeilijk om bijzondere te vinden. Nu met de kerst voor de deur, kunnen ze ook wel wat versiering gebruiken. Zoals wat jaren terug in Nes, vlakbij Akkrum, waar ze er een grote lampenkap op hadden gezet. Zodra we een watertoren met een ideeënbus vinden, zullen we het voorstel inleveren.

Pauillac, Frankrijk, 28-10-2008

Bordeaux, Frankrijk
De boodschappen in Frankrijk worden gedaan op de markt. Elk dorp of elke stad heeft dan ook één maal in de week op een vaste morgen “marché”. Voor Pauillac is dat op de zaterdag. Echter in deze tijd van het jaar is het maar een sober marktje. Voor vis, groente, vlees en wijn, dus de gewone nuttige dingen, kun je er te kust en te keur. Het is eigenlijk net een supermarkt, maar dan voor de helft in een vast overdekt gedeelte en voor de rest in de open lucht.
Verrassende dingen kun je er niet vinden.

Daarom vertrokken we afgelopen zondag, redelijk op tijd, naar Bordeaux voor de wekelijkse kramen en de speciale “brocante”. Bij een temperatuur van rond de 25 graden, hadden meer mensen dit plan opgepakt. Het was dan ook gezellig druk. Waarschijnlijk heeft de kermis, die zijn laatste van de vier weken ingaat, ook veel bezoekers aangetrokken.

Op de rommelmarkt was het ook echt rommel wat te koop werd aangeboden. De betere spullen stonden binnen in de plaatselijke antiekwinkeltjes. Even lekker sneupen. Gelukkig voor Cees hebben we voor al die nog zo mooie hebbedingetjes helemaal geen plaats aan boord. Er zijn geen dingen gekocht die niet in de rugzak pasten.

Heel bijzonder was dat de verkopers er ook een feestje van maakten. Eettafel met stoelen op straat, wit tafelkleed met servetten er op, servies en wijnglazen en bestek erbij. Vaak met nog twee gasten extra, aten ze een uitgebreide maaltijd met natuurlijk een fles wijn. Het was niet nodig de maaltijd vaak te onderbreken, er werd weinig verkocht.

Bij de kramen op de marché waren ook tafeltjes neergezet. Kon je direct vanaf de kraam de vis, en vooral schelpdieren, warm eten. Hoeft er ook niet zelf gekookt te worden. Wel is het dan vervelend dat het een drukke dag is, wachtrijen van twintig personen en meer waren geen uitzondering. Zie je direct het verschil tussen Fransen en Nederlanders. Zij wachten rustig een half uur op een pannenkoek met jam, wij vinden dat weggegooide tijd.

Pauillac, Frankrijk, 21-10-2008

Pauillac, Frankrijk
Oktober is een maand met extreme waterstandverschillen. In de Bloc-Marine almanak worden de te verwachten getijden aangegeven met een coëfficiënt; wat een rekenfactor is voor het inschatten van de water-hoogtes en laagtes, en stroomsnelheden. Voor de vijftiende was het cijfer 103, maar op acht oktober was het maar 24. Over het hele jaar 2008 is alleen in april het coëfficiënt hoger geweest. Lagere cijfers komen volgens de Bloc niet voor.

In de praktijk betekent dat hier in de haven: twee weken terug gingen we drie meter op en neer en eind vorige week bijna zes meter. Bij hoogwater komen we dan met de kuip op dezelfde hoogte als de dam, annex promenade en dat geeft een mooi uitzicht over de rivier. Bij laagwater liggen we echter voor de helft droog en daardoor ook een beetje achterover. Het water doet er een kleine acht uur over om naar de oceaan te stromen, maar de vloed doet het in vijf uur. Door deze snelheid kolkt het om de boot en dat is ook binnen goed te horen. Die waterkracht kan toch niet voorkomen dat de haven constant dichtslibt. De altijd aanwezige zandzuiger is dan ook geen overbodige luxe.

Verder is onze winterhaven uitgerust met een kraan voor het zetten en strijken van masten, een bankstelling voor het droogzetten van schepen en een aanlegsteiger voor de rondvaartboot naar de eilanden in De Gironde. Op de wal is er een speelveld voor Jeu de Boules, een terrein voor bootstalling en veel ruimte om te parkeren. De capitainerie op de promenade verzorgt onze wifi-verbinding en ziet er netjes uit, maar het havengebouw op de wal is verwaarloosd en is nu opslagplaats. De toiletten, douches en vuilverzameling zijn van "met de Franse slag". Het uitzicht op de kerncentrale stroomafwaarts aan de overkant proberen we te vergeten.

Er zijn verschillende zeilboten permanent bewoond. Een jong stel knapt een boot op en verdient geld met druiven plukken of varen als bemanning op charterschepen. Het echtpaar dat oorspronkelijk uit Parijs komt en alweer zeventien jaar zeilend zwerft, gaat aan de wal een appartement huren omdat de man te vergeetachtig wordt. Op nog eens vijf schepen brandt ’s avonds ook licht, maar daar zijn we nog niet verder gekomen dan “bonjour”.

Pauillac, Frankrijk, 14-10-2008

Pauillac, Frankrijk
Net zo als de rest van de wereld, werd ook voor ons deze week beheerst door de kredietcrisis. ’s Morgens onder de koffie, een stuk stokbrood met bramenjam er bij, kijken we via de schotel naar het Nederlandse journaal. Zolang er geen banken of verzekeringen worden genoemd, die elke maand weer voor ons budget moeten zorgen, is er voor ons niks aan de hand. Houden zo!

Wel hebben we natuurlijk gebrainstormd wat ons te doen staat als het mis loopt. Om aan geld te komen, moeten we dan iedereen die van onze “Antje C” een foto maakt, een Euro vragen? Of moet Cees weer werk gaan zoeken? Nou dat laatste zal hier geen enkel probleem zijn, de druivenpluk is in volle gang.

Alles draait hier midden in de Medoc om wijn. De plaatselijke VVV, het Maison du Tourisme et du Vin verkoopt, voor de regio Pauillac, wijn van 25 châteaus; van de 43 aangeboden soorten is de duurste 265 en de goedkoopste 10,65 Euro. Maar er zijn nog veel meer châteaus, ze zijn niet te tellen. Het is château voor en château na.

Voor diverse wijnboeren is het maar goed dat ik hier niet bij bouw- en woningtoezicht werk. Dan moest het woord château direct worden weggestreept, omdat het woonverblijf op hun erf in helemaal niets lijkt op een kasteel. Voor de zekerheid toch nog even in het Prisma woordenboek Frans-Nederlands gekeken, château: kasteel,slot; groot landhuis; benaming van Bordeauxwijnen. Heb je helemaal geen mooi optrekje nodig om die naam te voeren. Nou ik heb er niets meer of minder om, maar toch valt het me tegen dat zo’n dure wijn gewoon in een schuurtje in de fles kan worden gedaan.

Dat het lot ons hier heeft gebracht is toch al uitzonderlijk. Cees en ik zijn helemaal geen wijnliefhebbers. Als je hier hardop zegt dat ze voor ons al die drukte niet hadden hoeven doen om van die druiven wijn te maken; dat wij die tros druiven liever zo opeten, dan is dat bijna net zo erg als vloeken in de kerk. Of je moet het in het Nederlands of Fries zeggen, dan word je vriendelijk toegelachen. Zeker als je met een bestelauto komt waar redelijk wat kistjes wijn in zouden kunnen.

Pauillac, Frankrijk, 7-10-2008

Pauillac, Frankrijk
Terug op de boot. We voelen ons direct weer thuis. Onze “Antje C” heeft netjes op ons gewacht. Buitenom moet er worden schoongemaakt. Binnenin gaat een gedeelte van de koelkast in de prullenbak. De schimmel die op de uien onder de vloer zit zou een franse kaas niet misstaan en kunnen ook weggegooid. We doen elke dag een beetje en daarna maken we met de auto verkenningstochtjes in de omgeving.

Voor de winter willen we een ligplek in Bordeaux zoeken, maar dat valt tegen. In Nederland zijn in de winter de havens altijd half leeg omdat de meeste boten de wal op gaan; hier blijven veel in het water. Zowel in Bordeaux, Royan en Pauillac krijgen we te horen: “C’est complet.” Of te wel: “Helemaal vol.”

Toch is de havenmeester in Pauillac ons goed gezind. We mogen op dezelfde plek blijven liggen, omdat we de hele winter aan boord blijven en dit de beste plek in de haven is. De booteigenaar waaraan de ligplaats was beloofd moet dan maar naar een andere steiger, die minder beschutting geeft; hij woont toch niet op zijn zeilboot. We huren de ligplaats voor een heel jaar; dat is goedkoper dan alleen zes maanden in de winter betalen.

De autotocht hier naar toe was prettig. We hebben nu pas gezien hoe enorm groot dit land is. Jammergenoeg waren de zonnebloemen al uitgebloeid, maar wat druiven betreft zitten we in het goede seizoen. De tussenstop in Oradour Sur Glane heeft veel indruk op ons gemaakt.

Het enige wat niet meewerkte was het weer. Heel veel regen. De auto heeft het prima gedaan, er is maar één dingetje stuk gegaan. En ja, wat gaat er dan kapot als het regent: logisch, de ruitenwisser. Dan zijn er twee mogelijkheden welke wisser er de brui aan geeft: natuurlijk die voor de bestuurder. Een garage onderweg doet een noodreparatie, helemaal gratis. Bij de plaatselijke VW-garage is het onderdeel nu in bestelling, en dat kan morgen al binnen zijn. Al met al hebben we al weer heel veel Frans gesproken.

Amiens; Pauillac, Frankrijk, 30-9-2008

De Pomp
Ja hoor, we zijn eindelijk onderweg. De bedoeling is om de reis in drie dagen te doen en dus twee keer onderweg een hotelletje te zoeken. Deze eerste dag zijn we in Amiens gestopt. Omdat er niet gehaast hoeft te worden, kiezen we voor de toeristische route en laten de tolwegen links liggen.

We hebben onze “Caddy” helemaal volgeladen. Niet met Nederlandse aardappelen en drop, maar met kaas, mijn 20-kruidenthee, rijst en natuurlijk DE-koffie. Verder van die kleine dingen, die je in Nederland zo even uit de stellingen pakt, maar in Frankrijk verschillende winkels voor moet aflopen omdat je geen idee hebt wie dat nou weer verkoopt.

Nu we auto-reizigers zijn geworden, hebben we vanzelfsprekend twee klapstoelen en een tafeltje mee. Een koelbox, twee thermosflessen en de onontbeerlijke oploskoffie maken ons complete bermtoeristen. De weersberichten zijn echter minder optimistisch; vandaag regen met wind en voor de volgende twee dagen wind met regen. Vermoedelijk blijven onze stoeltjes als nieuw.

Ongeveer tien weken zijn we bij de kinderen geweest en dan is weggaan toch even vervelend. Gelukkig viel er ook wel wat te vieren. Vorige week vrijdag is onze kleinzoon één jaar geworden en daar hebben we de hele dag feest mee gevierd. Lopen kan hij als de beste en ook voor drempels en afstapjes remt hij niet meer af. Het zeggen van “Beppe” begint te komen, maar “Pake” hebben we nog niet gehoord. Kun je direct zien wie het meest met hem heeft geoefend.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 23-9-2008

Lúnbert
We hebben een auto gekocht! Dat is wel heel iets anders dan zeilen, maar een goed alternatief voor de wat koudere maanden.

De diagnose was duidelijk: Als de pijn niet meer weggaat, dan blijft die. En nog eentje: Als de pijn erger wordt, dan moet je overdag minder of andere dingen gaan doen.

Dus zoeken we voor de volgende maanden een ligplaats aan de Garonne en gaan de binnenlanden van Frankrijk per auto ontdekken.

De reisplanning gaat overboord; de Middellandse Zee bereiken we dit jaar toch niet meer. Maar volgend jaar komen we daar zeker, of dat nu zeilend rond Spanje en Portugal, of als motorboot door het Canal du Midi, of per auto is, dat we er komen is een feit.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 16-9-2008

Groningen
Langzamerhand is het midden september geworden en zijn de mooiste maanden van het vaarseizoen voorbij. We worden steeds ongeduriger.

Deze week nog een laatste bezoek aan de specialist, en dan willen we beslissen wat we verder gaan doen.

Intussen vullen we de tijd met: luieren, winkelen, klussen, oppassen en koffiedrinken bij de kinderen.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 9-9-2008

Kollum
We wennen al weer een beetje aan het wonen in een huis.

Vandaag kwam er zelfs een collectant voorbij; dat hebben we de laatste vijf jaar niet meer meegemaakt.

Ook reclame wordt nergens aan boord bezorgd. Hier krijg je er 28 stuks op één dag. Eigenlijk waren het 29, maar eentje was dubbel.

Dan ontdek je direct weer de voordelen van het wonen in zo’n kleine ruimte als een boot. Voor al die produkten uit de folders hebben we gewoon geen plaats; hoeven we ze ook niet te kopen.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 2-9-2008

Kollum
Om de Franse sfeer een beetje vast te houden, lopen we elke dag even naar de bakker voor een vers stokbrood. Onderweg zoeken we iets om op de foto te zetten voor onze site.

Dat valt nog niet mee. We stellen ons de vraag: “Wat zijn nu de bezienswaardigheden van het dorp Kollum?”

Misschien een beeldje van de bijnaam van de Kollumers? De Kollumer Kat is hier op straat niet te vinden. Ook iets anders op dit gebied, vinden wij niet op onze route.

Dan blijft alleen de St.Maartenskerk uit begin 14e eeuw over. Nu die zien we vanuit onze kamer zo.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 26-8-2008

Pauillac, Frankrijk
Omdat we intussen al vijf weken terug in Fryslân zijn, maken we ons steeds meer zorgen hoe het met onze Antje C gaat.

Cees is daarom samen met onze zoon in zijn auto, heen en weer Frankrijk geweest. Donderdagavond 20.30 uur zijn ze vertrokken, en na 2516 km waren ze zaterdagmorgen om 11.30 uur hier weer terug in Kollum.

Met de boot was niks aan de hand, alles lag er nog prima bij. Gewoon de meertouwen even langs lopen en een extra stuk beschermslang om het touw rond de bolders.

Bij de havenmeester is de ligplaats met een maand verlengd.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 19-8-2008

Kollum
Afgelopen zaterdag is Popke verhuisd en zijn wij achtergebleven in z’n oude huis.

Dit is nu ons vakantiehuisje, maar dan wel helemaal back to basic. Gelukkig staan er nog een bed, een bank, een gasstel en een televisie. Van een overgebleven verhuisdoos hebben we een salontafel gemaakt.

Als we zin hebben, ruimen we de laatste rommel hier op en anders lig ik lui op de bank naar de Olympische Spelen te kijken.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 12-8-2008

Kollum
Als eerste wil ik iedereen bedanken voor de felicitaties en goede wensen die ik voor mijn verjaardag heb ontvangen. Dat was een fijne verrassing.

We hebben het hier in Kollum met de kinderen gevierd. Erg gezellig zo met z’n allen bij elkaar. Het cadeau was een nieuwe reistas met wieltjes, die wel reisproef zijn. Toch hoeven we de koffer nog niet direct te gebruiken. We blijven hier nog een poosje.

Al een tijdje was ik niet helemaal fit. Mijn artrose werkt niet mee en ik voelde me erg vermoeid. De verwachting was om met voor een halfjaar ijzertabletten na een paar weken terug met de trein naar Pauillac. Dat valt dus tegen.

We zullen wel zien hoe de wind waait.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 5-8-2008

Kollum
Bij, op vakantie zijn, hoort natuurlijk ook dat je een stukje cultuur snuift in je verblijfsgebied.

In Kollum is dat een poging tot het in handen krijgen van een wereldrecord !

En wel het wereldrecord paalzitten. Boven het water, midden in het dorp zijn zeven zitters gestart voor 67 uur. Zonder zitkussentje, ook ’s nachts slapend op het zitplankje, met onderbrekingen voor de plaspauzes en twintig minuten voor zwaar onweer. De drie overgeblevenen stappen na 66 uren en 40 minuten af. Een prestatie van formaat.

Jammer voor hen, claimd een paalzitter, ook hier uit het dorp, dat hij het record in 1984 al op 72 uur heeft gebracht. Omdat het toen een andere organisatie was, vergeet het nieuwe comité dat maar voor ’t gemak.

Voor deze week was dit voor ons weer genoeg plaatselijke cultuur.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 29-7-2008

De Pomp
Zoals het hoort in de vakantie, doen we alleen maar waar we zin in hebben.

Natuurlijk oppassen op onze Gerke; lekker even Pake en Beppe zijn. We hopen wel dat hij het ook leuk vindt, twee onbekende mensen die plotseling zoveel aandacht voor je hebben. We rekenen er op dat hij deze weken los gaat lopen en dat hij op z’n minst Beppe zegt of iets wat vermoedelijk alleen ik herken als het woord Beppe.

In Groningen aan de jachthaven Reitdiep, hebben Luitzen en Nynke intussen hun nieuwe huis betrokken. Geweldig zo’n pas gebouwde woning. Al je eigen ideeën kunnen tijdens de bouw worden meegenomen en de eerste jaren is er nauwelijks onderhoud. Het uitzicht wordt ook mooi; alhoewel er nu nog geen water in de haven staat. Hopelijk wordt het water diep genoeg, zodat we met onze boot voor hun huis kunnen aanleggen.

Bij Popke in Lúnbert schiet het al lekker op. Cees heeft een inloopkast gemaakt en verfwerk gedaan. Na de bouw van de boot, waren alle schilderspieren net weer een beetje tot rust gekomen.

Een dag helemaal niets doen, is dan extra lekker.

Kollum, Fryslân; Pauillac, Frankrijk, 22-7-2008

Parijs, Frankrijk
We zijn met vakantie! En die brengen we door in Friesland. Op dit moment logeren we bij onze jongste zoon in Kollum. Omdat hij een huis in Lúnbert heeft gekocht en er nog wat geklust moet worden in de nieuwe aanwinst, hoeft Cees zich niet te vervelen.

De boot ligt in Pauillac. De bedoeling was om naar Bordeaux te varen en daar in het dok een goede ligplaats te zoeken. Maar als je hier wat langer op één plek wilt liggen, dan moet die gereserveerd worden. De havenmeester van Pauillac heeft verscheidene pogingen ondernomen, om dat voor ons te regelen. In Bordeaux kon men ons Frans niet verstaan en Engels kende men niet. Het is uiteindelijk niet gelukt; jullie weten het wel, de verantwoordelijke is met vakantie, de vervanger gaat er niet over, de invaller heeft geen bevoegdheid en de man ter plaatse weet niet of er ligplaatsen van 15 meter zijn.

Dus zijn we gewoon blijven liggen in Pauillac. De getijstroom in de haven vinden we wat lastig, maar de steiger waar we aanliggen is erg ruim met veel mogelijkheden voor extra landvasten. Met stukken slang om de kikkers op de wal, kunnen we tegen een stootje. Dat er bij laagwater niet altijd genoeg water staat is op zich ook geen probleem, de bodem is blubber. Alle onderwaterkranen zijn gesloten.

Verder zijn er alleen maar voordelen. Het is een rustig gebied en de haven wordt niet aangedaan door veel gasten. De havenmeester is erg aardig en verstaat wel zoveel Engels, dat we hem nog eens kunnen bellen. Ook liggen we vlak voor de Capitainerie, zodat hij onze boot veel in het zicht heeft. Het zal wel goed komen.

We reizen met de trein. Eerst anderhalf uur naar Bordeaux. Dan de TGV, in drie uren naar Parijs. Daar gaat het mis. We hebben één uur de tijd om met de Metro van station Montparnasse naar station Gare du Nord te gaan en weer in te stappen in de Thalys. Het is zo druk in de hoofdstad, er staan zulke lange rijen voor de balies en automaten om een metrokaartje te kopen, dat er maar een kwartier loop- en reistijd overblijft. Als ik er dan nog bij vertel dat de wieltjes onder onze koffer in een ongezonde hoek staan, dan weet je vooruit dat deze trein naar Rotterdam zonder ons vertrekt.

Drie uren hebben we de tijd voor het toilet, wat te eten en de treinkaartjes om te boeken. Als je het goede loket daarvoor hebt gevonden, gaat dat vrij gemakkelijk en het is ook nog gratis. Het enige nadeel is dat je geen stoelnummer meer krijgt en op de klapstoeltjes moet zitten bij de bagage. Of hopen dat er passagiers niet komen opdagen.

Boven Brussel is België bezig met renovatie van het spoor. Langzaam kruipen we naar Nederland en het is dan ook logisch dat onze verbinding Rotterdam-Utrecht niet op ons heeft gewacht. Geeft helemaal niets, hoeven we ook niet naar die vieze treintoiletten. In Utrecht hebben we vijf minuten om over te stappen, maar we zijn helemaal onthaast en nemen rustig de tijd er komt vast nog wel weer eens een trein.

Vertrek haven Pauillac: 5.40 uur, aankomst Heerenveen: 21.55 uur. De zeiltochten die we maken zijn zo lang niet eens.

Pauillac, Frankrijk, 15-7-2008

Royan, Frankrijk
In zo’n haven als hier, hebben we nog nooit gelegen. Bij laagwater vallen er grote delen droog; maar als het halverwege hoogwater is, komt de vloed langs de oever onder de loopbrug van het havenkantoor door en stroomt het in de haven net zo snel als buiten op de Garonne. In de praktijk betekent dit, dat je moet afmeren met een dwarsstroom van meer dan drie mijl per uur. Zoveel kracht kan een boegschroef ook niet leveren; daarom is het deze keer heel prettig dat er mensen klaar staan om onze touwen aan te pakken. Jammer is het dat ze vervolgens het touw niet vastzetten, maar menen dat ze onze 20 ton zo wel kunnen vasthouden.

Als de havenmeester de leiding op de steiger overneemt en onze touw-aanpakkers aanwijzigingen in het Frans geeft, liggen we in een mum van tijd op de plek. Omdat er bij laagwater te weinig water blijft staan, moeten we bij hoogwater nog een keer van steiger veranderen. De havenmeester geeft exact de tijd van de slack door, en om precies 18.26 uur leggen we met z’n beiden, zonder moeite, aan op onze nieuwe ligplaats.

Zowel in de haven als op de wal is het één en al rust; het geeft een beetje de indruk van vergane glorie. Dat was in Royan, waar we vier dagen zijn geweest, wel anders. Overal veel vakantiegangers en dagjesmensen; op het strand en de boulevard. Dat trekt ook altijd veel straatartiesten en muzikanten aan, wat een gezellige sfeer geeft. Extra zijn er dan nog kermis, circus, zeilwedstrijden en natuurlijk de feestelijkheden rond de quatorze juillet.

Volgens het Office du Tourisme mochten we de parade niet missen, maar dat soort vertoningen zijn niet aan ons besteed. Het ergste vonden we nog wel dat het volkslied en de begeleidende marsmuziek van een cassettebandje moest komen. De helikopter die laag door de straat overkwam, maakte dat weer een beetje goed.

Het allermooiste was het vuurwerk. Met een enorm snel tempo en heel veel vuurpijlen tegelijk over een breed stuk van het strand, was het spectaculair. Het enige wat we misten, was op het eind, zoals dat vroeger in Burgum door de winkeliersvereniging gebeurde: HIMBO 2008.

St-Denis-d'Oléron, Frankrijk, 8-7-2008

St-Denis-d'Oléron, Frankrijk
Ja het klopt, we liggen al een week in dezelfde haven. Voor mijn hand komt dat heel goed uit, maar het weer werkt ook niet mee. Alles hebben we gehad: hete dagen van boven de dertig graden, koude dagen van amper twintig graden, motregen, stortbuien en wind van niks tot zeven Beaufort. Vanaf morgen zal het beter worden.

Elke morgen gaan we naar de markt en kopen fruit en groente van het land. Meloenen zijn er nu volop, maar voor 3 Euro het stuk, valt de prijs ons niet mee. Nieuwe aardappelen 1,50 de kilo en een komkommer 2 Euro per stuk. Cees waagt zich weer aan droge worst na verschillende soorten te hebben geproefd.

’s Middags houden we siesta of pakken een boek. Altijd komt er wel iemand voorbij voor een praatje. Er liggen nog drie Nederlandse zeiljachten aan onze steiger. Met een vaste ligplaats in Frankrijk verblijven zij in dit gebied ongeveer vier maanden per jaar: juni t/m september. Volgens hun begint de vakantiedrukte na de nationale feestdag 14 juli en duurt tot eind augustus.

De schotel is gericht en zo volgen we elke dag de Tour de France. Die start is in Brest en het is leuk om plaatsen te herkennen waar wij een paar weken geleden zelf nog op de fiets waren. Nu fietsen we nauwelijks; één keer hebben we een rondje buiten het stadje gemaakt. Het hele gebied is gericht op de vakantiemaanden en bestaat voornamelijk uit campings en strand.

Ook Saint Denis moet het hebben van het toerisme. Elke avond wordt er dan ook wel iets georganiseerd. Vanavond is dat de late markt in de jachthaven. Nu eens geen groenten, vis en vlees; maar wijn, hapjes, sieraden, kleding en andere hebbedingetjes. Alle kraampjes zijn versierd met gekleurde lampjes of fakkels. De omlijsting wordt verzorgd door een live band. Deze avond vallen we in slaap met “El Condor Pasa”.

St-Denis-d'Oléron, Frankrijk, 1-7-2008

La Rochelle, Frankrijk
Het centrum van de watersport La Rochelle was bijzonder. In de oude haven, midden in de stad is het altijd feest. Drie nachten hebben we er gelegen en de eerste avond was op zaterdag, uitgaansavond, dus muziek van doedelzak, accordeon tot trommelorkest. De volgende avond had het terras voor ons tv met de EK-finale voetbal. Toen Spanje won, bleek pas hoeveel Spanjaarden er waren; toeterende auto’s, draaiende motoren en vuurwerk tot in de vroege morgen. Maandag was het feest met veel studenten; er werden groepsfotos gemaakt, gedronken en vuurwerk, duizendklappers, afgestoken. De reden van dit alles konden we niet achterhalen, maar we gokken er op dat het de afsluiting van het universiteitsjaar was.

Vanuit de kuip hadden we uitzicht op alles en de wal opgaan om de stad te zien was nauwelijks nodig. Om ons heen gebeurde genoeg. Dat was een gelukje bij een ongelukje, want ik heb het middenhandsbeentje van mijn ringvinger gebroken. De volgende vraag is dan direct, hoe kom je er aan, maar belangrijker is, hoe kom je er af.

Op 12 juni op Belle-Ile, waren we de rubberboot aan het omhoog draaien met de davidliertjes. Terwijl Cees de bijboot vrij houdt van de windvaan, bedien ik de lieren; zet de veiligheidspal vrij en vast en laat de hendel uit mijn hand schieten. Die slaat terug en voordat je je hand weg kunt trekken, geeft ie je dan zo’n bestraffend tikje boven op je hand. Je hoopt dat het bij een kneuzing en een blauwe plek blijft. Dan blijkt dat reuma ook voordelen heeft, want met mijn duim-polssteun pak ik de hand stevig in en doet hij mij ook geen meer pijn als anders.

Stom is het om diezelfde plek in La Rochelle tussen het voorluik te houden; wel weet je dan zeker dat het beentje stuk is. Gips heeft niet zoveel zin meer, het is al bijna drie weken geleden. Ik schrijf mezelf dan ook rust voor en laat me door Cees vertroetelen.

Op de motor, met het grootzeil voor niets erbij, zijn we op het eiland D’Oléron aangekomen. Het was maar een kort stukje van iets meer dan tien mijl, maar we hebben onderweg onze tijd nuttig besteed aan het instellen van de automatische besturing met de windvaan en autopilot. Het begeleidende boekje bevat ongeveer 80 bladzijden met aanwijzigingen “hoe in gebruik te stellen”. We hebben dan ook een slingerkoers gevolgd met afwijkingen tot 25 graden, maar het is gelukt en het werkt.

Als je zo over het water slingert, dan moet je wel opvallen, ook al zijn er verder geen boten in de buurt. Het duurde dan ook niet lang of een boot van de marine verscheen voor ons op ramkoers. Snel overgegaan op handbediening en een super rechte koers. Met een grote boog om ons heen en veel verrekijkers op ons gericht, maken we zeker een goede indruk, want verdere acties blijven uit.

Ile d'Yeu, Frankrijk, 24-6-2008

Ile d'Yeu, Frankrijk
We zitten nu in het gebied van de Loire. De rivier hebben we links laten liggen; dus hebben we ook Saint-Nazaire overgeslagen. De jachthaven ligt bij die van de industrie en is ver van het centrum van de stad. Daar komt nog bij dat er geruchten de ronde doen over een blokkade door vissersschepen. Genoeg redenen om door te varen naar de aantrekkelijkere eilanden.

Als eerste hebben we het eiland Ile De Noirmoutier aangelopen. Eigenlijk is het geen echt eiland, want bij laagwater valt de verbinding met het vaste land droog en er is ook een brug aangelegd. Wel zijn er fietspaden; normaal gebruik je als fietser in Frankrijk de autoweg. Deze routes de velo, gaan door gebieden met moeras, zoutwinning, bos en broedplaatsen van vogels.

Nu liggen we in Port-Joinville op Ile d'Yeu. Een droger en hoger eiland, met bos en open velden omringd door lage struiken en varens. De huizen zijn op beide eilanden wel hetzelfde, wit met rode dakpannen en het houtwerk meestal blauw geverfd. Hier zijn nog plaatsen waar je geen auto- of motorgeluid hoort.

In de jachthaven is dat niet het geval. Hij ligt in de aanvliegroute van de helikopter-luchthaven. Maar dat is altijd nog minder kabaal als in La Turballe, waar een gedeelte van de vissersvloot van Saint-Nazaire ’s nachts binnenkwam, tegenover ons direct gasolie moest tanken, uitladen en toen boven dit geluid uit nog met elkaar wilden praten. Op vissersschepen zetten ze motors en aggregaten zeker niet graag uit.

Ook in Pornichet was het ’s morgens heel vroeg raak. Bij de viswedstrijd gaan de deelnemers met hun eigen boot naar de aangewezen visplekken. Waarom dat dan gepaard moet gaan met zoveel geschreeuw dat de hele haven wakker is, begrijpen we niet, of ze moeten denken dat wij net zo doof zijn als vissen.

In de haven liggen op dit moment ongeveer 50 gasten en de meesten komen uit Engeland. Met verschillende van deze zeiljachten hebben we al vaker in dezelfde haven gelegen of een stuk opgevaren. Het is net of je allemaal oude bekenden tegenkomt en even bijpraten hoort daarbij. We spreken dan ook vaker engels dan frans. Bijna iedereen is voor meerdere maanden onderweg en met een paar van hen hebben we meer contact, omdat ze ook voor meerdere jaren naar de Middellandse Zee gaan.

La Turballe, Frankrijk, 17-6-2008

De Golfe du Morbihan, Frankrijk
Twintig mijl water vanaf de baai van Quiberon tot aan hier. Een gemiddelde diepte van acht meter, geen tonnen, geen eilanden, geen vissersboeitjes. De andere zeilschepen varen of langs de kust of liggen verder de zee op. De ideale route dus om lui koffie te drinken, iets lekkers klaar te maken of er een boek bij te pakken. Uitkijk houden suddert op een laag pitje.

Ik schrik, als er niet zo ver van de boot een waterstraal van ongeveer een meter omhoog komt. Mijn ogen schieten naar de dieptemeter, nog steeds rond de acht meter. Ik grijp de detailkaart, geen verborgen rots onder water in de buurt. Een walvis? Nee natuurlijk niet. Plotseling schiet er een grote vogel omhoog met in zijn klauwen een vis. Het moet wel een arend zijn, maar welke precies, het gaat allemaal veel te snel. Met de verrekijker proberen we hem te volgen, maar hij is al weer veel te ver weg.

Voor ons is het een geluk dat er zoveel vismarkten in Frankrijk zijn, want dat vissen van ons is nog niks. In de baai van Morbihan wilden we een harder vangen. In het boek “250 praktische tips voor de Zeevisser” zoeken we de taktiek op. Blijkt dat je een harder eerst aan het type voer moet laten wennen, waar je mee gaat vissen. Na twee misschien drie dagen heb je dan kans dat hij jouw haak met dat aas pakt. De viswinkel is wel een stuk sneller. Ons hengelwerk blijft beperkt tot het uitgooien van een lange lijn met paravaan, daaraan een haak met blinker of veertje en dan maar hopen dat in die uren dat we dit slepen, er een eetbaar zwemmend iets aankomt.

Dat het geen zin had om te vissen in de baai van Morbihan, was geen enkel probleem. Het is een geweldig natuurgebied, het “Eernewoude” van Frankrijk, maar dan wel veel groter en met eb en vloed. Die stroom moet je niet onderschatten, die varieert tussen de twee en twaalf kilometer. Toch groeien er veel waterplanten op de bodem en je eigen anker vast in de grond krijgen is nog niet gemakkelijk.

Gelukkig liggen er zoveel boeien, dat er altijd wel één vrij is; tenminste nu het echte seizoen hier nog niet is begonnen. Van de boei voor de haven van Larmor Baden werden we weggestuurd, men vond de boei te licht voor ons schip. We hebben maar niet verteld dat we elke boei voor de nacht testen, net zoals we dat bij ons anker doen. Motor in de achteruit, gas geven naar behoefte en kijken of de bevestiging van de boei sterk genoeg is en dat je op dezelfde plaats blijft liggen. Soms is het beter dat de havenmeester niet alles weet.

Ile de Groix, Frankrijk, 10-6-2008

De Golfe du Morbihan, Frankrijk
Vanmiddag ging het alarm van ons weerstation af. In een gekke bui in december, hadden we de buitentemperatuur afgesteld op dertig graden. Die warmte is dus nu bereikt. Dat houdt tegelijk in, dat we nu te maken krijgen met “vent solaire”. Dat wil zeggen, overdag betrekkelijk weinig wind en om een uur of vier/vijf wind vanuit de kust. De sterkte kan wel oplopen tot zes beaufort, maar zodra de zon ondergaat en het land weer afkoelt, loopt de wind ook terug.

Zuid Bretagne is prachtig, nog mooier dan de noordkust. Hier zijn heel veel havens en bijna allemaal voor ons toegankelijk. Ook is het tijverschil veel kleiner, zo’n drie meter, wat je minder afhankelijk maakt van het tij. We vertrekken dan ook meestal na de koffie en afhankelijk van het humeur, stoppen we er weer mee. Zo te varen is echt vakantie.

Toch zijn we deze week ongeveer 125 mijl verder getrokken. Dat komt vooral omdat we nu elke dag wel een stuk varen en geen rustdag meer houden in de verschillende havens. Het wordt ook langzaam aan door de week drukker op het water. De eerste Franse vakantiegangers komen los en dat maakt het onderweg tijdens het zeilen toch gezelliger.

In de havens is het nu wel anders. Voor het eerst komen er mensen naast ons liggen en zelfs aan de boeien krijg je meerdere schepen naast elkaar. Dat is eerst wel even weer wennen, we vonden alle vrijheid en ruimte erg lekker. Hier op dit eiland hebben we één boot naast ons, maar het hadden er ook vijf kunnen zijn. Enkel omdat we vlak bij de visserskade liggen, en vissersschepen veel draairuimte nodig hebben, is ons een rij buren bespaard gebleven.

De conversatie met de Fransen gaat op dit moment hoofdzakelijk over voetbal. Voor ons was het misschien beter geweest dat we niet in dezelfde poule hadden gezeten. Vrijdag is dan het grote treffen. Een gelijkspel is misschien de meest prettige oplossing, maar stiekem hopen we op winst. Vrijdag zoeken we wel weer een ligplek die rustig is, zonder zwel en lastige golven, die er voor zorgen dat onze schotel geen goed beeld geeft.

Camaret-sur-Mer, Frankrijk, 3-6-2008

Brest, Frankrijk
We zitten nu ongeveer halverwege de westkust van Frankrijk. Met het doorzeilen van het Chanel Du Four hebben we tevens het meest westelijke deel bereikt. Vanaf nu varieert de koers tussen oost tot zuid.

Drie dagen hebben we in Brest doorgebracht. De eerste om veel etenswaren in te slaan bij LeClerc, de tweede om naar de hoger gelegen stad te fietsen en de derde heeft het alleen maar geregend. Vandaag begon ook met regen en dus hadden we ons gunstige tij laten verlopen. Je bent tenslotte voor je plezier onderweg ,en niet om je nat en koud te laten worden. Bij twaalven knapte het weer toch nog op en kwam de zon door. Dan toch maar snel vertrekken en voor dat kleine stukje van twaalf mijl doet stroom mee of tegen er niet zo veel toe.

Brest is ons niet meegevallen. Alles draait hier om de marine. De ligplaatsen vlak bij de stad zijn voor de marine, de meest beschutte haven is voor de marine en het uitzicht op het grote kasteel is voor de marine. De jachthaven ligt op het voeteneind in de Rade de Brest. Wel kun je er alles vinden in bootonderhoud, onderdelen en voorzieningen. Jammer is dat de supermarkt nu net weer een klein half uur fietsen weg ligt. Dat klinkt vlak bij, maar het is wel bij een dikke heuvel op, waar we halverwege toch moesten overgaan tot lopen. Met twee rugzakken en twee tassen aan het stuur is dan de terugweg ook een circusact.

De stad zelf is groot met een hele lange winkelstraat, waar natuurlijk markt was. De bebouwing is betrekkelijk nieuw, omdat in de tweede wereldoorlog alles is platgebombardeerd. Met zoveel oorlogsschepen een gewild doelwit. Op zondag is er verder niks open, zelfs de Mc Donalds ging om één uur dicht.

Wij moesten toch naar binnen, want het vinden van een internetverbinding, heeft ons de laatste twee weken veel moeite gekost. In de kleinere plaatsen verder de rivieren op, hebben ze geen voorzieningen op dat gebied. Een paar jachthavens hadden wifi net laten aanleggen en wisten zelf nog niet hoe ze verbinding moesten maken. Restaurants met een vrije hotspots hebben we niet kunnen vinden. Bij de hamburgerman is de verbinding altijd goed, en we hebben nooit last dat het later allemaal spammail geeft.

Van de pilotboeken die Cees bij het afscheid van zijn werk heeft gekregen, hebben we de eerste afgewerkt. Nu beginnen we met het boek voor North Biscay, dat wil dus zeggen dat we nu de Golf van Biskaje invaren.

Trébeurden, Frankrijk, 27-5-2008

Côte de Granit, Frankrijk
Deze week was er één van grote tegenstellingen. Het begon al met de blokkade van de vissers, in de ene haven mochten we er niet uit en bij de andere er niet in. De jachthaven en veerhaven van St Malo werd om tien uur geblokkeerd, net op het moment dat de grote ferry naar Engeland helemaal geladen was en zo’n beetje klaar voor vertrek. Onder begeleiding van veel getoeter namen de vissersschepen hun posities in, kwamen de spandoeken te voorschijn en werd de televisie ingelicht.

De meeste vrachtauto’s kozen eieren voor hun geld, en verlieten al achteruitrijdend de veerboot weer. Passagiers werden met bussen naar andere veerhavens gebracht. De liggers in de jachthaven keken het maar eens aan en bleven rustig. We gingen er van uit dat de lobby van de ferry-maatschappij sterker zou zijn dan het protest van twee Nederlanders en een stuk of vijf Engelsen. Om acht uur ’s avonds was de blokkade dan ook voorbij.

Wat we niet verwacht hadden, was dat de protestacties zo massaal zouden zijn. In onze volgende haven St-Quay-Portrieux zat dan ook een kabel met ballen voor de ingang, alleen de reddingsboot was vrij gelaten. Een aardige havenmeester gaf ons permissie om er naast te gaan liggen, maar onder geen beding de boot te verlaten. De vissers waren hier minder aktief met spandoeken en discussies, maar wel agressiever.

Via de schotel zagen we op de Franse t.v. een kaartje met daarop zeker meer dan tien geblokkeerde zeehavens. Hoelang dit zal duren? Alles is mogelijk. Daarom gooien we ons reisplan een beetje om en varen verder de rivieren op. Daar zijn kleinere havens, die niet zo interressant zijn voor acties. Intussen heeft de regering de komende jaren de visserij 200 miljoen toegezegd en zijn de vissersboten weer op zee te vinden.

Het weer laat ook zijn uiersten zien. De twee dagen dat we in Lézardrieux zijn, is er één lekker warm met heel veel zon. We winkelen in korte broek en t-shirt en zweten ons rot. De volgende dag regent het constant, kan de dikke jas aan en moet de kachel zorgen dat het een beetje aangenaam in de kajuit blijft.

Ook voor het zeilen geldt hetzelfde. Vandaag was er eerst totaal geen wind, dus op de motor; het zicht was echter voortreffelijk. Zodra we buiten de rotseilandjes kwamen, trok de wind aan en konden we verder op grootzeil en grote fok. Het zicht kon beter, maar we zagen de tonnen nog. Als na de middag de wind het wat rustiger aan doet, trekken we de kleine fok er ook nog bij. De motor laten we uit, de mist is intussen zo potdicht geworden dat we willen kunnen horen of er andere schepen in onze buurt zijn. We moeten bijna op de ton varen, willen we hem nog zien. Als de wind later in de middag weer aantrekt, wordt het zicht weer beter en is het een geluk dat we een ruime koers kunnen varen met grootzeil en fok, anders hadden we nog moeten reven. Bij het voor anker gaan in de baai voor de haven, achter een hoop stenen, begrijp je niet dat er wind of mist geweest is.

St Malo, Frankrijk, 20-5-2008

St Malo, Frankrijk
De zon heeft het weer gewonnen van de regen en de mist, en heeft ook de harde wind van de laatste twee dagen verjaagd; dus tijd om te vertrekken. St Malo is een plaats die je als toerist niet mag overslaan en dus nemen we de omweg voor lief. Om ondiepe stukken heen en een pittige dwarsstroom soms tegen, lopen we na acht uur de vuurtoren Le Grand Jardin aan.

Verder gaat het nog twee mijl naar binnen, voor je de stad St Malo hebt bereikt. Tussen stenen, rode en groene tonnen, gevaren-tonnen en torentjes zoeken we de vaargeul. Door een prachtige omgeving van kleine rotseilandjes, waarvan sommige met een oude uitkijktoren of fort, vaar je dan recht op de groen begroeide bunkers aan. Scherp naar links draaien en daar is de voorhaven.

De mooiste ligplek hier is door de grote sluis in het dok naast de oude stad. Omdat de sluis twee en een half uur voor hoogwater open gaat, moeten we ongeveer twee uur wachten. Het is zulk mooi weer, we gaan lekker voor anker.

Lui drinken we onze koffie en Cees begint vast de aardappelen te schillen. Ik doe even een puzzeltje. Ondertussen zetten we de marifoon op 12, het kanaal voor le port et l’écluse. Het is een drukte van belang op de marifoon, maar wij verstaan dat rappe Frans toch niet en trekken ons er niets van aan.

Plots gaat het gesprek over in het Engels en verstaan we duidelijk het woord “strike”. Nu zijn we wel wakker en besluiten de sluis maar eens op te roepen. “Nee, de sluis gaat de eerste twee dagen niet open, er is een staking van de vissers. Ja, we kunnen gerust in de andere jachthaven gaan liggen.”

Dus anker op en naar de jachthaven naast de ferry-terminal. Met wat moeite vinden we een vrije kopsteiger voor onze lengte. Omdat we niet zeker weten of er bij laag water genoeg water voor ons blijft staan, gaat Cees op zoek naar de havenmeester. Die wil net naar huis gaan, maar is toch zo vriendelijk om ons te vertellen dat we op de plaats van de gendarme liggen. Hij belt ze nog even.

Het goede nieuws is dat we tot morgenmiddag twaalf uur daar mogen blijven liggen, eerder komt de politie toch niet terug. Het slechte nieuws is dat als de vissers ook de jachthaven blokkeren, de politie helemaal niet terug komt en wij er dan verplicht langer mogen blijven liggen. Elk nadeel heb z’n voordeel. We zullen het morgen wel beleven.

St. Peter Port, Kanaaleilanden, 13-5-2008

St. Peter Port, Guernsey
De Kanaaleilanden, wat staan die al lang op ons verlanglijstje; en nu zijn we er! Alderney zijn we voorbij gevaren, omdat die haven erg open ligt naar het noorden. De weersvoorspelling voor zondag was noord-oost en omdat het moederdag was, heeft Cees een rustiger haven voor mij uitgezocht. Dat is dus St. Peter Port op Guernsey geworden.

In Cherbourg hebben veel mensen ons verteld dat we nauwkeurig het moment van binnenvaren van de Race of Alderney moesten bepalen, geen stroom tegen, maar ook weer niet te veel mee. Dat we draaikolken konden verwachten en dat we echt zouden racen langs dat stuk kust. Ik denk dat we te goed hebben gerekend, en dat het weer ons meer dan goed gezind was, we hebben niets bijzonders gemerkt en nooit meer dan drie mijl stroom mee gehad.

Het geluk is met ons, zullen we maar denken. Vooral omdat we op de tocht van St. Vaast-la-Hague naar Cherbourg een dik half uur gezelschap hebben gehad van maar liefst vier dolfijnen. Grandioos zo ze onder het schip door doken en dan weer voor de boeg langs om naast de punt met ons mee te zwemmen. Even later komen ze dan weer geheel onverwachts van achteren aanzwemmen en springen uit het water, waarbij je in het gangboord nat wordt.

Van de dertig foto’s die we hebben gemaakt, is er toch niet één waar ze alle vier op staan. Maar je kunt niet alles hebben; op twee foto’s stonden er duidelijk drie. Dat is altijd nog beter dan de foto van een geep die we hadden gevangen voor Fecamp. Omdat ik het beeld mooier vond als die geep nog boven water hing, en ook nog een kleinere lens moest monteren, dacht die vis vast bij zich zelf, als het zo lang duurt, dan houd ik het voor gezien. Geen foto en geen eten.

Hier kopen we onze levensmiddelen in de kelder van Marks&Spencer. Alles is hier op Engeland gericht, de winkels, het geld en natuurlijk het verkeer. Ook wij fietsen hier aan de linker kant van de weg, als we het niet vergeten. Op de twee fietstochten die we over het eiland hebben gemaakt, zijn vooral de kruispunten en de rotondes de grote struikelblokken. We kunnen onze plaats maar niet vinden tussen de vele auto’s. Gelukkig blijft een Engelsman altijd rustig en beleefd.

St Vaast-la-Hougue, Frankrijk, 6-5-2008

St Vaast-la-Hougue, Frankrijk
Het is nu tien uur in de avond en we zijn net de haven binnen gekomen. Vandaag zijn we langs de invasiestranden gevaren. Namen als Gold, Utah en Omaha Beach kwamen voorbij. Omdat bij de Arromanches nog veel wrakken en caissons in zee liggen, moesten we ruim uit de kust blijven. Toch blijft dit stuk Normandië tot de verbeelding spreken.

Het waaide harder dan het weerbericht had voorspeld, waardoor we hier veel te vroeg aankwamen. Het moest nog laagwater worden en de hele voorhaven bestond uit zand, geen water te bekennen. Het geeft nog steeds een vreemd gevoel, dat je uren later zo naar binnen vaart. Dus voor anker en wachten tot de vloed het water terug brengt.

Tussen het oude kasteel en de uitkijkposten van rond 1700, is er een beschutte kom om te ankeren. Alleen bij wind uit oostelijke richtingen is er geen luwte te vinden. Driemaal raden met welke windrichting we hier zo snel naar toe zijn gezeild: Jawel, Oost.

In golven van een kleine meter, het was windkracht 4, zijn we voor anker van vijf tot negen lekker doorelkaar gehusseld. Cees opende direct de keuken en maakte warm eten voor ons klaar, alhoewel hij de “moksels” die een visser aanbood, te veel van het goede vond. Ik ben buiten in de frisse lucht gebleven, er moest ook iemand oppassen of het anker bij dit slingeren en stampen niet ging krabben.

De haven is een groot dok. Langs de kade de vissersschepen en aan drijvende steigers de jachthaven. De toegangsdeur tot het dok blijft rond hoogwater ca vijf uur open staan. Morgen zullen we het vissersstadje wel verkennen en de havenmeester zoeken. Nu zijn we zo moe, dat we geen “pap” meer kunnen zeggen.

Fécamp, Frankrijk, 29-4-2008

Fécamp, Frankrijk
Op dit moment komt er een lagedrukgebied over ons heen. Het is van dat weer, dat als de zon doorbreekt en de wind wegvalt, zeg je: “waarom varen we niet”. En als even later de lucht weer betrekt, het gaat regenen en de wind aantrekt, denk je: lekker dat we in de haven zijn gebleven. De windvoorspelling voor de komende dagen is van het zelfde laken een pak: kracht 6 met uitschieters naar 7 en 8.

In deze haven betekent zoveel wind, dat wij met onze twintig ton gewicht niet meer aan de drijvende steigers mogen liggen. De zeilschepen zijn hier over het algemeen niet groot en de meeste motorboten zijn vissersbootjes met een klein kajuitje. Het houtwerk is licht en de boxen zijn voor ons ook veel te kort.

Wij liggen nu op onze derde plek: aan de kade in het dok. De deur van het dok gaat ca. 2,5 uur voor hoog water open en een dik half uur na hw weer dicht. In die tijd heb je dus te maken met een klein tij-verschil. De kademuur is maar drie meter hoog en we liggen mooi voor een trapje; toen een groot vissersschip weg was, hebben we snel zijn plaats ingepikt.

Een tweede dag in dezelfde haven stil liggen, is een werkdag. Vandaag worden de laatste dingen vastgezet. De tafel en stoelen stonden nog steeds los, en als we gingen zeilen dan moesten ze worden vastgebonden aan de radiator en de ladenkast. Ook de fruitschaal kwam tussen de hoofkussens op ons bed.

De krijtrotsen zijn hier de hoogsten van deze kust. Naar Fécamp toe hebben we dan ook heerlijk gezeild. Met een zuidelijke wind, dus vanaf het land, van zo’n 10 mtr/sec, raceden we vlak langs de kust in vlak water. Omdat in lagere stukken tussen die rotsen, de wind extra wordt versterkt, haalden we op die plaatsen een snelheid van rond de 11 mijl. Met een kleine stroom van minder dan één mijl mee, deden we de dertig mijl Dieppe – Fécamp in drie uur.

Boulogne Sur Mer, Frankrijk, 22-4-2008

Cap Gris Nez, Frankrijk
Onverwacht zijn we vandaag hier aangekomen. Vanmorgen al om half zeven vertrokken, het was amper licht. Met een stroom van 2 tot 3 mijl mee, grootzeil en twee fokken bijgezet, was ons reisdoel Calais, om half tien in zicht. Omdat je om een bank heen eigenlijk vijf mijl terug moet varen naar de haven en omdat we nog stroom en tijd over hadden, zijn we door gevaren.

De douane kwam met hun rubberboot, op volle zee aan boord na Cap Gris Nez. Het waren vriendelijke mensen, die evenveel Engels spraken, als wij Frans. Na controle van Zeebrief en paspoorten, werd een rapport opgemaakt, waarbij het opschrijven van onze thuishaven de meeste problemen gaf. Wel hebben een man en een vrouw het hele schip doorzocht: in alle kastjes onder de kleding gevoeld, op alle plafonds geklopt, vloerluiken geopend en onder stoelen en banken gekeken. Tot slot werd er een foto van de boot gemaakt. Merci, merci, bon voyage.

We denken nog niet in het Frans, ook het praten beperkt zich nog tot een zelfstandig naamwoord of een werkwoord, maar het lezen van het weerbericht is al veel beter. En wat een uitgebreide voorspellingen; voor de morgen, middag en nacht apart. Met zicht en golfhoogtes. De praktijk zal leren of ze het beter kunnen dan Piet Paulusma.

In de acht dagen dat we in Belgié waren, zijn we door die tweetaligheid toch wel verwend. Voor de statistieken: 4x door een sluis, 8x door een brug, 4x een andere haven en 239,91 betaald aan liggeld.

Duinkerken was boven verwachting, zowel de stad als de haven. In 1994 waren we er met onze Breehorn en toen was het er verschrikkelijk vies, alsof je in een gasolie-poel lag afgemeerd. Nu is het een schone, aantrekkelijke haven; alhoewel we ook nu nog niet begrijpen waarom elke vissersboot vol gas in de haven moet varen en afmeren. De havenmeester was bijzonder vriendelijk, de computer deed het niet en dan kun je dus ook geen havengeld betalen.

Oostende, België, 15-4-2008

Oostende, België
In antwoord op al die mensen, die vroegen waarom we nog steeds in Nederland waren en dat we maar niet opschoten; vandaag zijn we in Oostende aangekomen. Dat betekent dat we ook België al voor de helft gepasseerd zijn. Van de vijf havens die wij hier aan kunnen lopen, hebben we alleen Blankenberge overgeslagen vanwege de ondiepe invaartgeul; bij laagwater ongeveer twee meter.

Dat we de afgelopen drie en een halve maand toch wel hebben gevaren, blijkt uit de lijstjes. Van Dokkumer Nije Silen naar Vlissingen hebben we 640 zeemijlen afgelegd. Er moesten 108 bruggen voor ons geopend worden, we zijn door 21 sluizen geschut en we meerden af op 49 verschillende plaatsen. Omdat het winter was, is het bedrag dat aan liggeld is betaald nog niet zo hoog: € 475,37

Een onverwachte kostenpost was het uit- en intakelen van de boot in Terneuzen. Een meevaller was, dat we direct geholpen werden, want iedereen wil op dit moment uit de winterberging het water in. Maar het lekkerste was dat we in vijf uren het probleem konden oplossen. De as waaraan de kiel hangt en draait was naar één kant geschoven, omdat de moer eraf gegaan was. Met veel drukwerk van Cees en draaiwerk van mij, konden we het geheel terug schuiven. De moer hebben we vervangen door een zelfborgende en hem met Locktite vastgezet.

Nu de buien voorbij zijn, is het prachtig zonnig weer en komt het betere zee-zeilweer duidelijk dichterbij. Met de Noordenwind, kracht 4 in de rug was het van Zeebrugge naar Oostende een kort tochtje. Ook zijn we weer redelijk ingeslingerd bij een golfhoogte van 1 tot 1,5 mtr. Maar het allerfijnste is dat er gezeild kan worden. Met het grootzeil en de twee fokken erbij, de motor uit, is ook de rust aan boord terug gekeerd.

Toch doet Oostende op dit moment niet buitenlands aan. De hele voorhaven is gevuld met de bruine vloot van de “Race of the Classics”. Oude, voornamelijk Nederlandse, schepen, bemand met studenten. Dat de zeilwedstrijd en de rivaliteit tussen de verschillende schepen en universiteiten niet het belangrijkste is, maar vooral de vracht aan boord, blijkt wel uit de vele biervaatjes aan dek.

Terneuzen, 8-4-2008

Westerschelde
Drie dagen lang hebben we op de fiets Antwerpen onveilig gemaakt. De fietspaden zijn in België toch anders dan bij ons. Ze liggen in de middenberm of op maar één kant van de weg en dan heb je plotseling tegenliggers. Soms zijn ze op de stoep of middenin de wandelstraat; tenminste daar hebben wij gefietst.

Intussen weten we alles van Rubens, hebben we het beeldenpark en de botanische tuin bezocht en op de vogeltjesmarkt rond gebanjerd. Elke dag zijn we bij de Schelde geweest; je vindt er het scheepvaartmuseum Steen, het mooie gebouw van het Loodswezen en er ligt altijd wel een bijzonder schip afgemeerd. Zoals nu een fregat van onze Marine dat verkocht is aan de Belgische. Vandaag heeft koningin Paola het opnieuw gedoopt; maar volgens de radio moest er naar twee mislukte pogingen iemand met een hamer aan te pas komen. We laten Antwerpen dus weer veilig achter ons.

Vanmorgen ging de wekker om kwart voor zes, snel alles klaarmaken voor vertrek, want ons gunstige tij loopt al vanaf half zes. Het is nog donker als we al uitglijdend op het dek, het heeft vannacht twee graden gevroren, eerst twee bruggen en een sluis moeten passeren en dan zal het wel licht zijn als we de Schelde opvaren. Dat de brugwachter zich heeft verslapen en het sluispersoneel het langzaam aan doet, daar hadden we geen rekening mee gehouden. Het is over achten als we eindelijk met een stroom van drie knopen mee koers zetten naar Terneuzen.

Deze keer gaan we door de sluis naar binnen en meren af bij de werf waar vier jaar terug de mast is geplaatst. Hier komt de mastenmaker langs om de mast en verstaging nog een keer helemaal na te lopen en morgenvroeg gaan we in de botenkraan de wal op. Het omlaag draaien van de kiel loopt toch niet lekker, we willen het eerst beter bekijken. In het water kan dat niet, want als je de afdekplaat eraf haalt, loopt de boot vol water. We doen een schietgebedje dat het maar een kleinigheid is.

Terneuzen, 1-4-2008

Terneuzen
Het water onder de kiel is nu echt zout. Met de stroom mee hadden we Terneuzen in dik een uur te pakken. Dat mocht ook wel, want de regenbuien konden bijna niet meer wachten met uitpakken en de wind trok langzaam aan naar een kracht zeven. Hoog aan de wind zeilend met wind tegen stroom, was het een koud tochtje.

Omdat we nog wat brieven moeten posten, gaan we op de fiets de stad in. Echt bijzonder is die niet, het enige dat hier internationale toeristen trekt is de grote coffeeshop; maar die slaan wij over. De Scheldeboulevard is bij mooi weer ook altijd gezellig, maar ja het regent intussen meer dan ons lief is en we gaan dan ook snel terug naar de warme boot.

Het is klusjesweer en dus wordt de werklijst tevoorschijn gehaald. Gelukkig kunnen we aardig wat punten wegstrepen, maar komen er ook weer nieuwe bij. Cees controleert de hydraulische cilinder van het zwaard. De wasmachine is verschoven en blokkeert daardoor de hefboom van het hele systeem. Conclusie: wasmachine wat opschuiven, beter vastzetten en het vloertje inkorten.

Ik werk ondertussen de laatste papierwinkel weg. Soms denk je wel eens, waar al die officiele documenten voor nodig zijn. We zijn hiervoor tweemaal eerder in Vlissingen geweest, en beide keren kwam direct de douaneboot langszij om alles te controleren. “Heeft u een btw-verklaring, een eigenaarsbewijs, enz.” Beide keren moesten wij “Nee” verkopen. Nu hebben we een map vol met documenten, was al klaar gelegd op tafel; neemt in die drie dagen dat we er liggen niemand de moeite om langs te komen.

Laat op de middag breekt de zon door, stoppen we met werken en drinken onze koffie zelfs in de kuip. Onder de kap zitten we met de deur open, zodat de warmte van de kachel nog een beetje meehelpt, te genieten van het uitzicht op de Westerschelde.

Kollum; Middelburg, 25-3-2008

Kollum
We hebben een paar dagen vrij genomen. De boot ligt op een mooie plek in de binnenhaven van Middelburg en Cees en ik houden vakantie bij de kinderen.

De planning van dit tussendoortje had misschien wel wat beter gekund. Aan boord gaat de kachel natuurlijk uit als we afwezig zijn; wat gebeurt, het gaat sneeuwen en vriezen. Als vertrekplaats kozen we het station in de hoofdplaats van Zeeland; doen ze direct het spoortraject daar een maand in de renovatie. Maar met een Lentetoer-treinkaartje komen we na vijf uren reizen toch in Kollum aan.

In de drie maand dat we nu onderweg zijn, is er ook “thuis” veel veranderd. Zo is Popke op zoek naar een koophuis, hebben Luitzen en Nynke hun huis verkocht en schiet de bouw van het nieuwe goed op. Bij Jitske en Gerdjan is de aanbouw van keuken en woonkamer al veel verder en groeit onze kleinzoon Gerke als kool.

We laten ons verwennen door de kinderen en genieten van al die gewone dingen: pake en beppe zijn, een auto voor de deur, een douche met loopruimte of de hele dag internet.

Dat internet onderweg kun je vergelijken met de telefoon tijdens vakanties, zo’n dertig jaar terug. Toen keek je op de kaart of ergens een telefooncel stond of belde met een telefoon van de jachthaven. Nu proberen we in de havens een wifi-verbinding te vinden of zoeken op de KPN-lijst een hotspot-locatie in een stationsrestauratie of iets dergelijks. We zijn nog nooit zo vaak in een café geweest als de laatste twaalf weken.

Toch is het internet onze belangrijkste verbinding met het thuisfront, vooral de reacties op onze site zijn erg leuk en lezen we met plezier. Bij deze reacties wordt niet automatisch het e-mailadres van de afzender aangegeven, waardoor het niet bij ons bekend is. Als het adres in de reactie vermeld wordt, kunnen wij wel een persoonlijk antwoord geven.

Schutteplaat, 18-3-2008

Veerse Meer
Weerbericht voor de komende vijf dagen: Wisselend bewolkt en buien met regen, hagel, natte sneeuw en mogelijk ook onweer. Wind NW tot W rond kracht 5, aan zee krachtig 6 Bft. met windstoten. Temperatuur overdag tussen de 5 en 7 graden en ’s nachts rond het vriespunt; gevoelstemperatuur verscheidene graden lager. Als het weer zo wil, dan zoeken wij wel kleiner water op en draaien de kachel wat omhoog.

Dus hebben we de Oosterschelde verlaten en varen nu op het Veerse Meer. Korte stukjes zeilen, alleen met de grote fok, hoppend van eilandje naar eilandje. Helemaal voor ons alleen de Sabbingeplaat of de Schutteplaat. Natuurlijk is dat niet helemaal waar, want vogels zijn hier overal en de zeilboten komen ook langzaam uit de winterslaap.

Het Veerse Meer is altijd bijzonder tussen de veel grotere en zoutere Ooster- en Wester- Schelde. Ook de sfeer is anders, door de dichtere begroeiing en meer bomen. Zelfs de betonning is speciaal, of beter gezegd was.

Toen we het meer op kwamen, misten we direct de karakteristieke palen in een driehoek om de rode en groene kant aan te geven. Alles was verdwenen. Nu weet ik wel dat de betonning moet voldoen aan het afgesproken stelsel, en dat waren deze palen zeker niet, maar het hoorde zo echt bij het Veerse Meer.

Ik vind het erg jammer dat dit soort onderscheidende accenten verdwijnen. Natuurlijk is het niet nodig om al het oude te bewaren en moeten er verbeteringen worden aangebracht, maar iets eigens van een gebied moet je koesteren.

Het ergste is nog wel dat wij ons niet eens meer goed kunnen herinneren of de palen in een driehoek of vierkant stonden en dat we bij vorige bezoeken er nooit een foto van hebben gemaakt. Nu ze er niet meer zijn, valt het op.

Brouwershaven, 11-3-2008

Brouwershaven
Toen wij nog gewoon in een huis woonden, zijn we jaren lang lid geweest van zowel de Waterkampioen als de Zeilen. Op ’t laatst is daar de Boat Owner ook nog bijgekomen en weet ik niet hoeveel losse nummers van de rest van al die watersportbladen. Eigenlijk komt het er op neer dat Cees alles las wat hij kon bemachtigen.

Ook moest natuurlijk al die nuttige informatie worden bewaard. Zo’n twintig jaar watergebeuren, keurig gerangschikt per jaargang, in vele dozen, op zolder. Als je iets wilde opzoeken, kon je het niet vinden of was je vergeten dat er ooit een artikel over geschreven was.

Bij de keuze van vijf jaar terug, om aan boord te gaan wonen, hebben we tegelijk besloten geen opslag aan de wal te houden; of het is aan boord, of het is niet belangrijk genoeg om te bewaren. Uiteindelijk zijn er zes dozen bij Popke op zolder achtergebleven. Voor de dozen met tijdschriften bleven maar twee opties over, of in de container van de muziekvereniging, of gebruik maken van al die dingen die een ander al heeft ontdekt.

Omdat zomaar zoveel abonnementsgeld weggooien, ons toch te gortig werd, is het uitzoeken en interessante artikelen houden, geworden. Dagen, zeg maar weken is er geknipt, op stapels gelegd, opgeborgen en bij het oud papier gezet, met als resultaat 57 mappen. Dat zijn 9 met technische gegevens, 8 over één enkele zeiler en 40 vol vaarinformatie en havengegevens per werelddeel, land of vaarwater ingedeeld.

Tot nu toe hebben we van de provinciemappen van Nederland al veel plezier gehad. Vooral de stadskaartjes en vermeldingen van waar je geweest moet zijn, komen uitermate van pas. Er zijn nauwelijks VVV’s open in de winter en de websites zijn niet allemaal even bruikbaar. Ook is het leuk om te zien of plannen zijn uitgekomen. Het is alsof je een oude Privé bij de kapper leest en al weet hoe iets in het echt is afgelopen.

Vandaag hebben we de drie mappen van België, Luxemburg, Frankrijk en de Kanaaleilanden ter hand genomen. Alvast een beetje warm draaien voor het vaargebied dat na Zeeland er aan zit te komen.